regelbalk



     
 

Canto 9

Pañca Tattva

 

 

Hoofdstuk 3: Het Huwelijk van Sukanyâ en Cyavana Muni

(1) S'rî S'uka zei: 'De zoon van Manu, koning S'aryâti, was een hoog ontwikkelde brahmaan die om die reden instructies verschafte over de plechtigheden die op de tweede dag in het offerperk van de nazaten van Angirâ moesten worden uitgevoerd. (2) Hij had een lotusogige dochter genaamd Sukanyâ, met wie hij naar het bos ging om de âs'rama van de wijze Cyavana te bezoeken. (3) Toen ze in het gezelschap van haar vriendinnen vruchten en bloemen van de bomen aan het verzamelen was, zag ze in een mierenheuvel een tweetal soort van lichtjes schijnen [vergelijk 7.3: 15-16]. (4) Toen het jonge meisje, maar wat proberend, met een doorn in de twee oplichtende dingen prikte, stroomde er bloed naar buiten. (5) De lijfwachten stonden verschrikt als aan de grond genageld, zodat de koning, die zag wat zich had voorgedaan, zich tot zijn mannen moest richten. (6) 'Helaas, we hebben iets verkeerds gedaan met het benaderen van de verlichte wijze. We hebben met de actie van één van ons, klaarblijkelijk zijn âs'rama geweld aangedaan!' 

(7) Bang zei Sukanyâ tot haar vader: 'Ik was het die, me niet bewust van waar ik mee bezig was, met een doorn in twee oplichtende dingen heb geprikt.'

(8) Toen koning S'aryâti zijn dochter dit hoorde zeggen spande hij zich er enorm voor in om de wijze tevreden te stellen die zich stilletjes in de mierenheuvel bleek op te houden. (9) Begrijpend wat er voor nodig was om alles in orde te brengen, schonk hij, om te kunnen vertrekken, met de grootste moeite zijn dochter weg aan de muni en keerde hij vervolgens met zijn permissie terug naar huis. (10) Nadat Sukanyâ Cyavana als haar echtgenoot had gekregen, had ze begrip voor hem die nogal korzelig met haar bleef. Ze probeerde hem te behagen door zich aandachtig naar zijn wensen te schikken. (11) Toen er op deze manier enige tijd was verstreken, bereikten de twee As'vins ['de heelmeesters van de hemel'] de âs'rama. Na hen zijn eerbetuigingen gebracht te hebben zei de wijze: 'O meesters, alstublieft schenk mij jeugdigheid! (12) Ik weet dat u geen soma kan drinken, maar ik zal u een vat vol soma-rasa bezorgen als u me de kracht en schoonheid geeft die zo begeerlijk is voor de vrouwen.'

(13) 'Zo zij het' zeiden de twee grote heelmeesters tegen de geleerde hem bevestigend. 'Duik maar in dit meer. Dat zal u perfect maken.'

(14) Aldus toegesproken werd de bejaarde met zijn grijze haar, slappe huid en zwakke lichaam, waarvan je de aderen kon zien, door de As'vins het meer in geholpen. (15) Toen de drie weer uit het meer tevoorschijn kwamen waren ze van de grootst mogelijke schoonheid die een vrouw zich maar wensen kan: met lotusbloemenslingers, oorhangers, gelijksoortige trekken en mooie kleren. (16) Toen de jonge schoonheid ze zag kon de kuise vrouw niet uitmaken welke van hen nu haar echtgenoot was, daar ze allen evenzo mooi als de zon straalden, en dus nam ze haar toevlucht tot de As'vins. (17) Verheugd over de kracht van haar geloof wezen ze haar echtgenoot aan en keerden ze, met de toestemming van de wijze, in hun hemelwagen terug naar het hemelrijk. (18) Koning S'aryâti, die met de wens een yajña uit te voeren was vertrokken richting Cyavana's âs'rama, zag bijgevolg aan de zijde van zijn dochter een man die straalde als de zon. (19) Maar de koning gaf, nadat zijn dochter hem de eer had bewezen, haar daarop niet zijn zegen omdat hij helemaal niet tevreden met haar was: (20) 'Waar denk je nu mee bezig te zijn? Bedrieg je nu je echtgenoot, die grote wijze die geëerd wordt door alle mensen? Heb je, omdat hij gebrekkig is van ouderdom, o overspelige, en je hem niet zo aantrekkelijk vindt, het nu met hem opgegeven en deze kerel, deze bedelaar, als minnaar genomen? (21) Heb je je verstand verloren? Je bent, als een dochter uit de meest gerespecteerde familie, met het erop nahouden van deze minnaar een schandvlek voor de hele dynastie. Jij, zo schaamteloos, doet zowel je vader als je echtgenoot in het diepste duister belanden.'

(22) Ze lachte en zei met een glimlach tegen haar vader die haar aldus terecht wees: 'O vader, deze man hier is uw schoonzoon, de zoon van Bhrigu!'

(23) Ze beschreef haar vader het hele verhaal hoe hij van leeftijd was veranderd en zijn schoonheid had verworven, waarop hij toen, uiterst verheugd en verrast, zijn dochter omhelsde. (24) Cyavana Muni stelde met zijn geestelijk vermogen de grote man er toe in staat het soma-offer te brengen en leverde de As'vins het vat vol met de soma-rasa die ze zelf niet konden drinken. (25) Verontwaardigd nam Indra kwaad zijn bliksemstraal ter hand om hem meteen te doden, maar de man van Bhrigu verlamde de arm van Indra die de bliksemschicht vasthield. (26) Sedertdien was er met de instemming van al [de halfgoden] een volle beker van de soma-rasa voor de As'vins, die als artsen voordien waren uitgesloten van een aandeel in de soma-yajña.

(27) Uttânabarhi, Ânarta en Bhûrishena waren de zonen verwekt door S'aryâti. Ânarta zette vervolgens Revata op de wereld. (28) Nadat hij in de oceaan [op een eiland voor de kust] een stad had gebouwd genaamd Kus'asthalî [Dvârakâ], leefde hij materieel gelukkig, heersend over gebieden als Ânarta en anderen, o onderwerper van vijanden. Van hem kwamen er honderd zonen ter wereld waarvan Kakudmî de oudste was. (29) Kakudmî nam zijn dochter Revatî mee naar Brahmâ's verblijf voorbij de geaardheden, om te vragen om een echtgenoot voor het meisje. (30) Omdat de oorspronkelijke leraar van het universum druk bezig was te genieten van de muziek van de Gandharva's had hij geen seconde tijd voor hem, maar toen dat was afgelopen kon Kakudmî hem, na het brengen van zijn eerbetuigingen, zijn verlangen voorleggen. (31) De almachtige Heer moest lachen over wat hij te horen kreeg en zei: 'Helaas, o Koning, wie u ook in gedachten had [als echtgenoot voor uw dochter] is allang verdwenen! (32) We vernemen niet langer over hen noch over hun zoons, kleinzoons, nazaten en geslachten, omdat [terwijl u hier wachtte] een tijdsspanne van drie maal negen mahâyuga's is verstreken! (33) Ga daarom naar Heer Baladeva. Hij vormt een hoogst machtig deelaspect van de God der Goden [Vishnu]. Schenk Hem, die Uitnemendheid van de Mens, uw uitnemende dochter, o Koning. (34) De Allerhoogste Heer, de Eeuwige Weldoener die de last van de wereld wegneemt, de deugd van het luisteren en zingen in eigen persoon, is nu nedergedaald samen met dit deelaspect van Hem [zie ook 5.25].' (35) Nadat hij de Ongeborene zijn respect had betoond, keerde de koning terug naar zijn woonplaats die door [de nazaten van] zijn broers was verlaten. Bang voor geesten hadden ze zich in alle richtingen verspreid. (36) Nadat hij zijn volmaakt geschapen dochter aan de meest machtige, Heer Baladeva, had overgedragen, ging de koning naar Badarikâs'rama, de plaats van Nara-Nârâyana, om daar zijn boetedoeningen te doen.'
 

 

next 

 

 

Derde herziene editie, geladen 24 Oktober 2019.

 

 

 

Vorige Aadhar-editie en Vedabase links:

Tekst 1

S'rî S'uka zei: 'De zoon van Manu, koning S'aryâti, was een hoog ontwikkelde brahmaan die om die reden instructies verschafte over de plechtigheden die op de tweede dag in het offerperk van de nazaten van Angirâ moesten worden uitgevoerd.
S'rî S'uka zei: 'De zoon van Manu genaamd S'aryâti was een brahmaanse koning en zo ontwikkelde hij zich tot iemand die uitleg verschafte over zaken als de plechtigheden die op de tweede dag in het offerperk van de nazaten van Angirâ moesten worden uitgevoerd. (Vedabase)

 

Tekst 2

Hij had een lotusogige dochter genaamd Sukanyâ, met wie hij naar het bos ging om de âs'rama van de wijze Cyavana te bezoeken.

Er was een lotus-ogige dochter van hem genaamd Sukanyâ die met hem naar het bos ging om de âs'rama van de wijze Cyavana te bezoeken. (Vedabase)

 

Tekst 3

Toen ze in het gezelschap van haar vriendinnen vruchten en bloemen van de bomen aan het verzamelen was, zag ze in een mierenheuvel een tweetal soort van lichtjes schijnen [vergelijk 7.3: 15-16].

Toen zij in het gezelschap van haar vriendinnen vruchten en bloemen van de bomen aan het verzamelen was, zag ze in een mierenheuvel een tweetal soort lichtjes schijnen [vergelijk 7.3: 15-16]. (Vedabase)

 

Tekst 4

Toen het jonge meisje, maar wat proberend, met een doorn in de twee oplichtende dingen prikte, stroomde er bloed naar buiten.

Toen het jonge meisje, maar wat proberend, met een doorn in de twee oplichtende dingen prikte, druppelde er bloed naar buiten. (Vedabase)

 

Tekst 5

De lijfwachten stonden verschrikt als aan de grond genageld, zodat de koning, die zag wat zich had voorgedaan, zich tot zijn mannen moest richten.

De tieners stonden verschrikt als aan de grond genageld zodat de koning, die zag wat zich had voorgedaan, zich tot de verraste kinderen moest richten waar hij voor verantwoordelijk was. (Vedabase)

  

Tekst 6

'Helaas, we hebben iets verkeerds gedaan met het benaderen van de verlichte wijze. We hebben met de actie van één van ons, klaarblijkelijk zijn âs'rama geweld aangedaan!' 

'Helaas, we hebben iets verkeerds gedaan in het benaderen van de verlichte wijze; het moge duidelijk zijn dat met wat een van ons heeft aangericht hier zijn âs'rama is geschonden!' (Vedabase)

 

Tekst 7

Bang zei Sukanyâ tot haar vader: 'Ik was het die, me niet bewust van waar ik mee bezig was, met een doorn in twee oplichtende dingen heb geprikt.'

Bang zei Sukanyâ tot haar vader: 'Ik was het die, niet wetend waar ik mee bezig was, met een doorn in twee lichtende dingen heb geprikt.' (Vedabase)

 

Tekst 8

Toen koning S'aryâti zijn dochter dit hoorde zeggen spande hij zich er enorm voor in om de wijze tevreden te stellen die zich stilletjes in de mierenheuvel bleek op te houden.

Toen hij zijn dochter dit hoorde zeggen maakte S'aryâti zich er zeer bezorgd over om hem, de wijze die zich in de mierenheuvel bleek op te houden, tevreden te stellen. (Vedabase)

 

Tekst 9

Begrijpend wat er voor nodig was om alles in orde te brengen, schonk hij, om te kunnen vertrekken, met de grootste moeite zijn dochter weg aan de muni en keerde hij vervolgens met zijn permissie terug naar huis.

Doorhebbend wat er nodig was om alles goed te maken schonk hij, er de grootste moeite mee hebbend, zijn dochter weg aan de muni en keerde hij met zijn permissie weer terug naar huis. (Vedabase)

 

Tekst 10

Nadat Sukanyâ Cyavana als haar echtgenoot had gekregen, had ze begrip voor hem die nogal korzelig met haar bleef. Ze probeerde hem te behagen door zich aandachtig naar zijn wensen te schikken.

Sukanyâ nadat ze Cyavana als haar echtgenoot had gekregen had begrip voor hem die nogal knorrig met haar bleef en ze probeerde hem te behagen door hem zonder lichtzinnigheid van dienst te zijn. (Vedabase)

 

Tekst 11

Toen er op deze manier enige tijd was verstreken, bereikten de twee As'vins ['de heelmeesters van de hemel'] de âs'rama. Na hen zijn eerbetuigingen gebracht te hebben zei de wijze: 'O meesters, alstublieft schenk mij jeugdigheid!

Maar nadat er enige tijd was verstreken op deze manier bereikten de twee As'vins [de heelmeesters van de hemel] de âs'rama. Nadat hij hun zijn eerbetuigingen gebracht had zei de wijze: 'O Meesters, alstublieft vergun mij de jeugd! (Vedabase)

 

Tekst 12

Ik weet dat u geen soma kan drinken, maar ik zal u een vat vol soma-rasa bezorgen als u me de kracht en schoonheid geeft die zo begeerlijk is voor de vrouwen.'

Ik beloof u dat ik een vat vol soma-rasa zal offeren - hoewel u geen soma drinkt - geef me enkel de jeugd en schoonheid terug die zo begeerlijk is voor de vrouwen.' (Vedabase)

 

Tekst 13

'Zo zij het' zeiden de twee grote heelmeesters tegen de geleerde hem bevestigend. 'Duik maar in dit meer. Dat zal u perfect maken.'

'Zo zij het' zegden ze toen de geleerde man toe hem in hun rol van de twee grote heelmeesters complimenterend, 'duik enkel in dit meer dat u alle volmaaktheid zal schenken.' (Vedabase)

 

Tekst 14

Aldus toegesproken werd de bejaarde met zijn grijze haar, slappe huid en zwakke lichaam, waarvan je de aderen kon zien, door de As'vins het meer in geholpen.

Aldus toegesproken werd de bejaarde met zijn grijze haar, slappe huid en zwakke lichaam waarvan je de aderen kon zien, door de As'vins het meer in geholpen. (Vedabase)

  

Tekst 15

Toen de drie weer uit het meer tevoorschijn kwamen waren ze van de grootst mogelijke schoonheid die een vrouw zich maar wensen kan: met lotusbloemenslingers, oorhangers, gelijksoortige trekken en mooie kleren. 

De drie toen ze weer uit het meer tevoorschijn kwamen waren van de grootst mogelijke schoonheid die maar voor een vrouw aantrekkelijk kon zijn: met lotusbloemenslingers, oorhangers, gelijksoortige trekken en mooie kleren. (Vedabase)

  

Tekst 16

Toen de jonge schoonheid ze zag kon de kuise vrouw niet uitmaken welke van hen nu haar echtgenoot was, daar ze allen evenzo mooi als de zon straalden, en dus nam ze haar toevlucht tot de As'vins.

Toen de jonge schoonheid ze zag kon de kuise vrouw niet uitmaken welke van hen nu haar echtgenoot was daar ze allen evenzo mooi als de zon straalden en dus nam ze haar toevlucht maar tot de As'vins. (Vedabase)
 
Tekst 17

Verheugd over de kracht van haar geloof wezen ze haar echtgenoot aan en keerden ze, met de toestemming van de wijze, in hun hemelwagen terug naar het hemelrijk.

Verheugd over de kracht van haar geloof toonden ze haar de heilige die haar echtgenoot was en keerden ze, met zijn toestemming, in hun hemelwagen terug naar het hemelrijk. (Vedabase)

 

Tekst 18

Koning S'aryâti, die met de wens een yajña uit te voeren was vertrokken richting Cyavana's âs'rama, zag bijgevolg aan de zijde van zijn dochter een man die straalde als de zon.

Vertrokken richting Cyavana's âs'rama, met de wens een yajña uit te voeren, zag koning S'aryâti aldus hoe aan de zijde van zijn dochter er een man was die straalde als de zon. (Vedabase)

 

Tekst 19

Maar de koning gaf, nadat zijn dochter hem de eer had bewezen, haar daarop niet zijn zegen omdat hij helemaal niet tevreden met haar was:

De koning toen gunde zijn dochter, nadat ze hem de eer had bewezen, niet zijn zegen daar hij in het geheel niet zo gelukkig met haar bleek: (Vedabase)

 

 Tekst 20

'Waar denk je nu mee bezig te zijn? Bedrieg je nu je echtgenoot, die grote wijze die geëerd wordt door alle mensen? Heb je, omdat hij gebrekkig is van ouderdom, o overspelige, en je hem niet zo aantrekkelijk vindt, het nu met hem opgegeven en deze kerel, deze bedelaar, als minnaar genomen?

'Waar denk je nu mee bezig te zijn met het bedriegen van je echtgenoot, die grote wijze die geëerd wordt door alle mensen? Heb je hem, omdat hij gebrekkig is van de ouderdom, o overspelige, en je hem niet zo aantrekkelijk vindt, opgegeven om deze kerel, deze bedelaar, als minnaar te nemen? (Vedabase)

 

Tekst 21

Heb je je verstand verloren? Je bent, als een dochter uit de meest gerespecteerde familie, met het erop nahouden van deze minnaar een schandvlek voor de hele dynastie. Jij, zo schaamteloos, doet zowel je vader als je echtgenoot in het diepste duister belanden.'

Ben je je verstand kwijt? Jij, het houdend met deze minnaar, als dochter uit de meest gerespecteerde familie, bent een schandvlek voor de gehele dynastie; jij, zo schaamteloos, doet je vader zowel als je echtgenoot in het diepste duister belanden.' (Vedabase)

 

Tekst 22

Ze lachte en zei met een glimlach tegen haar vader die haar aldus terecht wees: 'O vader, deze man hier is uw schoonzoon, de zoon van Bhrigu!'

Kuis lachend gaf ze haar vader die haar aldus terecht wees ten antwoord: 'O vader hij hier is uw schoonzoon, de zoon van Bhrigu!' (Vedabase)

 

Tekst 23

Ze beschreef haar vader het hele verhaal hoe hij van leeftijd was veranderd en zijn schoonheid had verworven, waarop hij toen, uiterst verheugd en verrast, zijn dochter omhelsde.

Ze beschreef haar vader alles over hoe hij was veranderd van leeftijd en schoonheid waarop hij toen uiterst verheugd en verrast gelukkig zijn dochter omhelsde. (Vedabase)

   

Tekst 24

Cyavana Muni stelde met zijn geestelijk vermogen de grote man er toe in staat het soma-offer te brengen en leverde de As'vins het vat vol met de soma-rasa die ze zelf niet konden drinken.

Cyavana Muni stelde bij de genade van zijn eigen vermogen de grote man er toe in staat het soma-offer te brengen, waarbij hij de As'vins, die er geen interesse in hadden het te drinken, een vat vol van de soma-rasa leverde. (Vedabase)

 

Tekst 25

Verontwaardigd nam Indra kwaad zijn bliksemstraal ter hand om hem meteen te doden, maar de man van Bhrigu verlamde de arm van Indra die de bliksemschicht vasthield.

Hoogst verstoord nam Indra om hem ter dood te brengen, heetgebakerd, terstond zijn bliksemstraal ter hand maar de man van Bhrigu verlamde de arm van Indra die de bliksemschicht vasthield. (Vedabase)

 

Tekst 26

Sedertdien was er met de instemming van al [de halfgoden] een volle beker van de soma-rasa voor de As'vins, die als artsen voordien waren uitgesloten van een aandeel in de soma-yajña.

Met de instemming van al de halfgoden was er van toen af aan voor de As'vins, die als artsen voordien een aandeel in de soma-yajña was ontzegd, het vat vol met soma. (Vedabase)

 

Tekst 27

Uttânabarhi, Ânarta en Bhûrishena waren de zonen verwekt door S'aryâti. Ânarta zette vervolgens Revata op de wereld.

Uttânabarhi, Ânarta en Bhûrishena waren S'aryâti's drie zonen en verwekt door Ânarta werd Revata geboren. (Vedabase)

 

Tekst 28

Nadat hij in de oceaan [op een eiland voor de kust] een stad had gebouwd genaamd Kus'asthalî [Dvârakâ], leefde hij materieel gelukkig, heersend over gebieden als Ânarta en anderen, o onderwerper van vijanden. Van hem kwamen er honderd zonen ter wereld waarvan Kakudmî de oudste was.

Hij, nadat hij in de diepte van de oceaan een stad had gebouwd genaamd Kus'asthalî, leefde een materieel gelukkig leven en heerste over koninkrijken als Ânarta en anderen, o onderwerper der vijanden, en zijn honderd zonen waarvan de oudste Kakudmî was werden geboren als degenen die [na hem] aan de macht zouden zijn. (Vedabase)

 

Tekst 29

Kakudmî nam zijn dochter Revatî mee naar Brahmâ's verblijf voorbij de geaardheden, om te vragen om een echtgenoot voor het meisje.

Met het doel een echtgenoot te bedingen voor zijn dochter leidde Kakudmî zijn dochter Revatî voor aan Heer Brahmâ in zijn streven te ijveren voor zijn verblijf voorbij de geaardheden. (Vedabase)

 

Tekst 30

Omdat de oorspronkelijke leraar van het universum druk bezig was te genieten van de muziek van de Gandharva's had hij geen seconde tijd voor hem, maar toen dat was afgelopen kon Kakudmî hem, na het brengen van zijn eerbetuigingen, zijn verlangen voorleggen.

Omdat hij druk was te genieten van het spel van de muzikanten van de hemel had hij geen seconde tijd voor hem maar toen dat was afgelopen kon Kakudmî Heer Brahmâ zijn verlangen voorleggen onder het brengen van zijn eerbetuigingen. (Vedabase)

 

Tekst 31

De almachtige Heer moest lachen over wat hij te horen kreeg en zei: 'Helaas, o Koning, wie u ook in gedachten had [als echtgenoot voor uw dochter] is allang verdwenen!

De almachtige Heer moest lachen over wat hij te horen kreeg en zei tot hem: 'Helaas , o Koning, in de loop van de tijd, zijn al degenen die u graag in uw hart had willen sluiten verdwenen! (Vedabase)

 

Tekst 32

We vernemen niet langer over hen noch over hun zoons, kleinzoons, nazaten en geslachten, omdat [terwijl u hier wachtte] een tijdsspanne van drie maal negen mahâyuga's is verstreken!

We vernemen niet langer over de zoons, de kleinzoons, de nazaten en de geslachten, daar een tijdsspanne van drie maal negen mahâ-yuga's is verstreken! (Vedabase)

 

Tekst 33

Ga daarom naar Heer Baladeva. Hij vormt een hoogst machtig deelaspect van de God der Goden [Vishnu]. Schenk Hem, die Uitnemendheid van de Mens, uw uitnemende dochter, o Koning.

Zoek derhalve naar Baladeva, Hij is de grootheid van de macht van wie Heer Vishnu een volkomen deelaspect is, en schenk Hem, de Uitnemendheid van de Mens, deze schone dochter o Koning. (Vedabase)

 

Tekst 34

De Allerhoogste Heer, de Eeuwige Weldoener die de last van de wereld wegneemt, de deugd van het luisteren en zingen in eigen persoon, is nu nedergedaald samen met dit deelaspect van Hem [zie ook 5.25].'

De Allerhoogste Heer, de Eeuwige Barmhartigheid die de last der wereld wegneemt, de Deugd van het luisteren en zingen, is nu nedergedaald met alles wat bij Hem hoort [zie ook 5.25].' (Vedabase)

 

Tekst 35

Nadat hij de Ongeborene zijn respect had betoond, keerde de koning terug naar zijn woonplaats die door [de nazaten van] zijn broers was verlaten. Bang voor geesten hadden ze zich in alle richtingen verspreid.

Met die opdracht keerde de koning, nadat hij de Ongeborene zijn respect had betoond, terug naar zijn eigen woonplaats die door zijn broers was verlaten; zij hadden zich bevreesd voor de mensen van verdienste in alle richtingen verspreid. (Vedabase)

 

Tekst 36

Nadat hij zijn volmaakt geschapen dochter aan de meest machtige, Heer Baladeva, had overgedragen, ging de koning naar Badarikâs'rama, de plaats van Nara-Nârâyana, om daar zijn boetedoeningen te doen.'

Nadat hij zijn volmaakt geschapen dochter aan de meest machtige, Heer Baladeva, had overgedragen ging de koning ter wille van zijn boetedoeningen naar Badarikâs'rama, de plaats van Nara-Nârâyana. (Vedabase)

 

 

 

 

Creative Commons License
De tekst en de audio worden aangeboden onder de
Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License.
Productie: de
Filognostische Associatie van De Orde van de Tijd


 

 

 

Feed-back | Links | Downloads | MuziekAfbeeldingen | Wat is er Nieuw? | Zoeken | Donaties