regelbalk



 
Canto 4

Hari Haraye Namah

 

Hoofdstuk 20: Heer Vishnu's Verschijnen in het Offerperk van Prithu Mahârâja

(1) Maitreya zei: 'De Hoogste Persoonlijkheid, de Heer van Vaikunthha, tevreden over de offers gebracht voor Hem, de Heer Aller Offers, verscheen tezamen met de machtige Indra en sprak als de genieter van het offer tot koning Prithu. (2) De Allerhoogste Heer zei: 'Deze persoon [Heer Indra] die het honderdste paardoffer dat u bracht verstoorde, biedt u zijn excuses aan, u zou het hem moeten vergeven. (3) Welwillende zielen die bereid zijn zich in te zetten voor anderen in deze wereld, o god van de mensen, behoren tot de beste mensen. Ze zullen [vanuit de ziel handelend] andere levende wezens nooit kwaadgezind zijn. De ziel is immers niet het voertuig van de tijd, het lichaam. (4) Als mensen zoals u, die standvastig zijn in hun dienstverlening aan de ouderen [de traditie, de wijzen], verbijsterd raken door de uitwendige energie van God, is vermoeidheid het enige resultaat dat men boekt. (5) Daarom wordt hij die goed op de hoogte is en weet dat men dit lichaam te danken heeft aan zijn onwetendheid, verlangens en karma, er nimmer de slaaf van. (6) Met andere woorden, welke persoon met levenservaring zou nu onthecht zich de eigenaar noemen van de weelde, het huis en de kinderen die ontspruiten aan een dergelijk lichamelijk begrip? (7) Het ene, zuivere zelf dat verlicht is en vrij van materiële kenmerken, vormt het reservoir van alle goede eigenschappen, het is de  onverdeelde getuige die alles doordringt en ontstegen aan het lichaam en de geest losstaat van de materie. (8) Een ieder die aldus op de hoogte is van de ziel die zich in dit lichaam ophoudt is, ondanks dat hij zich bevindt in de materiële natuur, als persoon nimmer aangedaan door de basiskwaliteiten van de natuur. Zo iemand bevindt zich in Mij. (9) Hij die vrij van nevenmotieven, zijn plicht steeds nakomend, Mij aanbidt met geloof en toewijding zal, o Koning, ontdekken dat zijn geest stap voor stap de hoogste voldoening vindt. (10) Vrij van de geaardheden, de basiskwaliteiten, van de natuur en met een gelijke blik voor alles, zal hij die, innerlijk vrij van smetten is, in vrede verkeert, de evenwichtigheid van Mijn geest van emancipatie bereiken. (11) Welke persoon ook die deze onveranderlijke ziel kent als zijnde eenvoudigweg de onbekommerde toezichthouder over de fysieke elementen, de kennende en werkende zintuigen en het denken, zal al het geluk vinden. (12) Zij die met Mij zijn verbonden in vriendschap en verlichting zullen nimmer verstoord raken door het geluk of ongeluk dat ze zien in samenhang met de verschillende basiskwaliteiten en de voortdurende verandering van het materiële lichaam dat bestaat uit de fysieke elementen, de actieve zinnen, de motieven die hen beheersen en het denken. (13) Gelijkmoedig in geluk en ongeluk, gelijk naar allen die meer verheven zijn, lager zijn of zich daartussen bevinden en met de zinnen en het denken onder controle, wees zo, o held, samen met de door Mij geregelde anderen [de andere bestuurders] de beschermer van alle burgers. (14) In goedheid de bevolking besturend staat het voor een koning vast dat hij in zijn volgende leven een zesde van de resultaten van al de vrome daden tegemoet kan zien. Pakt hij het anders aan, enkel maar belastingen innend, dan zal hij het zonder dat zesde deel moeten stellen en te maken krijgen met de zonden van de burgers die hij niet beschermde. (15) Aldus de beschermer van de aarde zijnd als iemand wiens hoofddoel het is onthecht te zijn in navolging van de principes zoals bevestigd en doorgegeven door de meest vooraanstaande tweemaal geboren zielen, zal u zich in korte tijd geliefd zien bij de bevolking en zullen de zielen van perfectie u persoonlijk thuis komen opzoeken. (16) Omdat u Mij geheel voor zich gewonnen heeft door uw uitzonderlijke kwaliteiten*, kan u mij gerust om welke zegen vragen die u maar wenst, o belangrijkste onder de mensen. Men kan Mij zeker niet eenvoudig voor zich winnen door enkel maar offers te brengen, van verzaking te zijn of yoga te doen. Ik ben aanwezig in degene die evenwichtig van geest is.'

(17) Maitreya zei: 'De veroveraar van de wereld aldus geleid door de hoogste meester van allen, de Persoonlijkheid van Vishnu, boog zijn hoofd voor de instructies van de Heer. (18) Koning Indra beschaamd over zijn daden beroerde toen vol liefde de voeten van hem [Prithu] die vanzelfsprekend met een omhelzing zijn woede opgaf. (19) De Allerhoogste Heer, de Superziel, ontving vervolgens het eerbetoon met alles wat erbij hoort van Prithu wiens toewijding geleidelijk aan toenam nu hij zich tot de lotusvoeten had gewend. (20) Hoewel Hij klaar was om te vertrekken kon de Heer met de lotusogen, de begunstiger van alle toegewijden, vanwege zijn genegenheid opgehouden, er niet toe komen hem te verlaten. (21) Hij, de eerste van de koningen, kon met zijn ogen vol tranen voor de Heer staand met samengevouwen handen, Hem niet aankijken of ook maar iets uitbrengen. Zijn stem stokte in zijn keel en in zijn hart Hem omhelzend bleef hij daar in die positie. (22) Naar Hem kijkend met hongerige ogen, sprak hij tot de Oorspronkelijke Persoonlijkheid van God die, met Zijn hand rustend op de hoge schouder van Garuda, de vijand van de slangen, met Zijn lotusvoeten amper de grond beroerde.

(23) Prithu zei: 'O Almachtige, hoe kan een onderlegd man U, de meester van alle genade, nu om zegeningen vragen die er ook zijn voor al de belichaamde levende wezens die verbijsterd zijn door de geaardheden van de natuur, zelfs als ze in de hel verkeren? Ook vraag ik niet om Uw verlichting [om eenwording met U], o Allerhoogste. (24) Zelfs daar zie ik niet naar uit, o Meester, omdat ik het dan zonder de nectar zou moeten stellen die voortkomt uit de monden van de grote toegewijden aan Uw lotusvoeten. Gun me enkel een miljoen oren voor dat wat opwelt [aan verhalen over U die voortkomen] uit het diepst van hun hart. Laat dat mijn zegening zijn. (25) Die verzachtende bries van de nectargelijke [saffraan-]deeltjes van Uw Lotusvoeten, o Heer, U die wordt verheerlijkt in de geschriften zoals in mondelinge overlevering doorgegeven door de groten, herstelt van hen die van het pad van de toegewijde dienst afdwaalden, de herinnering aan de vergeten waarheid en maakt andere zegeningen overbodig. (26) Als iemand op de een of andere manier, al is het maar één enkele keer, in het gezelschap van hen die gevorderd zijn luistert naar de alleszins gunstige verheerlijking van U, o Vereerde, hoe kan iemand die Uw eigenschappen op prijs stelt, tenzij hij een beest is, dan ooit afzien van dat wat de Godin van het Geluk, in haar verlangen over U te vernemen, heeft aanvaard als zijnde Uw kwaliteit? (27) Daarom zal ik me bezighouden met de dienst aan U die de allesomvattende Allerhoogste, Oorspronkelijke Persoonlijkheid [Pûrushottama] en het reservoir van alle goede eigenschappen bent. Laat er met mij, die zo bezorgd als de godin met de lotus in haar hand, wedijvert in relatie tot de Meester, er tussen haar en mij geen strijd bestaan in de vastberaden gerichtheid van tewerk gaan in achting voor Uw voeten. (28) De moeder van het universum, o Heerser van de Kosmische Werkelijkheid, kan [jaloers] mijn verlangen om van haar bezigheid te zijn dwarsbomen. Maar wat kan zij nu uitrichten met U, die altijd een arme ziel gunstig gezind zijnd, als gevolg van Uw welwillendheid zelfs de meest onbetekenende dienstverlening als heel bijzonder beschouwt? (29) Heilige personen aanbidden daarom liever U die de misvattingen uitbant die worden teweeggebracht door de geaardheden van de natuur.  O Allerhoogste Heer, ik kan me geen ander doel [in het leven] van toegewijden voorstellen dan het zich herinneren van Uw lotusvoeten.  (30) Ik beschouw dat wat U tegen [mij] Uw toegewijde zei met de woorden 'maak je keuze', als een zinsbegoochelende, op de materiële wereld betrokken gunst. Hoe kan dat [goed uitpakken] als gewone mensen [als ik], die niet aan de leiband lopen van wat U zegt in de Vedische literatuur, zich er telkens weer toe voelen aangetrokken om over te gaan tot karmische handelingen? (31) O Heer, de mensen zijn verdeeld over Uw begoochelende energie, waardoor ze, zonder werkelijk te weten, verlangen naar alles behalve de ware zaak van de Ziel. Verleen ons alstUblieft dat wat naar Uw idee wenselijk is, zoals een vader dat voor het welzijn van zijn kind zou doen.'

(32) Maitreya zei: 'Aldus aanbeden door de oorspronkelijke koning zei Hij, de ziener van het ganse universum, tot hem: 'Mijn beste Koning, laat er uw toewijding voor Mij zijn. Door het geluk van het intelligent hebben gehandeld ter wille van Mij, zal u zeker Mijn begoochelende energie te boven komen die zo moeilijk los te laten is. (33) Doe daarom zonder nalatigheid wat Ik u heb gezegd te doen, o beschermer van de burgers, wie het ook is die handelt overeenkomstig wat Ik heb opgedragen, zal alle voorspoed ten deel vallen, ongeacht waar hij is.'

(34) Maitreya zei: 'Aldus blijk gevend van Zijn waardering voor de woorden van de wijze koning, besloot de zoon van Vena, de Onfeilbare, na hem afdoende gezegend te hebben en door hem aanbeden te zijn, te vertrekken. (35-36) Nadat ze [door de koning] met een op de Heer gerichte intelligentie, met gevouwen handen, beleefde woorden en kostbaarheden naar behoren waren gerespecteerd in de geest van de toegewijde dienst, verlieten al de volgelingen van de Heer van Vaikunthha die plek: de goddelijken, de wijzen, de voorvaderen, de kunstenaars, de vervolmaakte zielen, de hemelse zangers, de slangachtigen, de bovenmenselijke wezens, de nimfen, de aardse mensen, de vogels en al de andere levende wezens [vergelijk 3.10: 28-29]. (37) Met het in beslag hebben genomen van de geesten van de heilige koning en al zijn priesters keerde ook de beschermer van de levende schepping, de onfeilbare Allerhoogste Heer, terug naar Zijn verblijf. (38) De koning die de Allerhoogste Ziel zijn eerbetuigingen had geboden ontving [aldus] de openbaring van de Ongemanifesteerde, de God van de Goden, en ging toen terug naar huis.'

 

  next                       

 
Derde herziene editie, geladen 1 november 2017.

 

 

 

Voorgaande Aadhar-editie en Vedabase links:

Tekst 1

Maitreya zei: 'De Hoogste Persoonlijkheid, de Heer van Vaikunthha, tevreden over de offers gebracht voor Hem, de Heer Aller Offers, verscheen tezamen met de machtige Indra en sprak als de genieter van het offer tot koning Prithu.
Maitreya zei: 'De Opperheer, de Heer van Vaikunthha, tezamen met de machtige Indra tevreden over de offers gebracht aan Hem, de Heer van het Offer, sprak als de genieter aller offers, tot koning Prithu. (Vedabase)

 

Tekst 2

De Allerhoogste Heer zei: 'Deze persoon [Heer Indra] die het honderdste paardoffer dat u bracht verstoorde, biedt u zijn excuses aan, u zou het hem moeten vergeven.

De Allerhoogste Heer zei: 'Deze Heer Indra, die inderdaad het u moeilijk maakte met het honderdste paard-offer dat u bracht, richt zich tot uw ziel met zijn excuses; u zou hem moeten vergeven. (Vedabase)

 

Tekst 3

Welwillende zielen die bereid zijn zich in te zetten voor anderen in deze wereld, o god van de mensen, behoren tot de beste mensen. Ze zullen [vanuit de ziel handelend] andere levende wezens nooit kwaadgezind zijn. De ziel is immers niet het voertuig van de tijd, het lichaam.

Zij die van de grootste intelligentie zijn ten gunste van anderen in deze wereld, o god der mensen, behoren tot de beste mensen; ze gaan nooit over tot kwalijke handelingen in relatie tot andere levende wezens, daar ze nimmer de ziel vergeten in dit vehikel van de tijd. (Vedabase)

  

Tekst 4

Als mensen zoals u, die standvastig zijn in hun dienstverlening aan de ouderen [de traditie, de wijzen], verbijsterd raken door de uitwendige energie van God, is vermoeidheid het enige resultaat dat men boekt.

Als mensen zoals u, voor langere tijd in dienst van hoger geplaatsten, verbijsterd raken door de uitwendige energie van God, is zeker het enige resultaat dat men boekt het er ziek van zijn. (Vedabase)

 

Tekst 5

Daarom wordt hij die goed op de hoogte is en weet dat men dit lichaam te danken heeft aan zijn onwetendheid, verlangens en karma, er nimmer de slaaf van.

Daarom wordt hij die verkeert in het volle van de kennis, die weet dat men dit lichaam te danken heeft aan onwetendheid, verlangens en karma, zeker er nimmer de slaaf van. (Vedabase)

 

Tekst 6

Met andere woorden, welke persoon met levenservaring zou nu onthecht zich de eigenaar noemen van de weelde, het huis en de kinderen die ontspruiten aan een dergelijk lichamelijk begrip?

Met andere woorden, welke persoon met ervaring zou, onthecht, voorkeur koesteren voor de weelde, het huis en de kinderen die ontspruiten aan een dergelijk lichamelijk begrip? (Vedabase)

 

Tekst 7

Het ene, zuivere zelf dat verlicht is en vrij van materiële kenmerken, vormt het reservoir van alle goede eigenschappen, het is de onverdeelde getuige die alles doordringt en ontstegen aan het lichaam en de geest losstaat van de materie.

In eenheid, zuiver, in het eigen licht en niet materieel is dat allesdoordringende reservoir van goede eigenschappen, onbewogen door de materiële wereld, de onzelfzuchtige getuige, ontstegen aan het lichaam en het denken. (Vedabase)


Tekst 8

Een ieder die aldus op de hoogte is van de ziel die zich in dit lichaam ophoudt is, ondanks dat hij zich bevindt in de materiële natuur, als persoon nimmer aangedaan door de basiskwaliteiten van de natuur. Zo iemand bevindt zich in Mij.

Een ieder die aldus op de hoogte is van de ziel die zich in dit lichaam ophoudt, is, hoewel hij zich midden in de materiële natuur bevindt, als persoon nimmer aangedaan door de geaardheden ervan; zo'n persoon bevindt zich in Mij. (Vedabase)

 

Tekst 9

Hij die vrij van nevenmotieven, zijn plicht steeds nakomend, Mij aanbidt met geloof en toewijding zal, o Koning, ontdekken dat zijn geest stap voor stap de hoogste voldoening vindt.

Hij die zijn plicht steeds nakomend Mij aanbidt, met geloof en toewijding zonder enig nevenmotief, zal, o Koning, ontdekken dat hij in zijn denken geleidelijk aan de hoogste voldoening vindt. (Vedabase)

 

Tekst 10

Vrij van de geaardheden, de basiskwaliteiten, van de natuur en met een gelijke blik voor alles, zal hij die, innerlijk vrij van smetten is, in vrede verkeert, de evenwichtigheid van Mijn geest van emancipatie bereiken.

Vrij van de geaardheden der natuur en met een gelijke blik zal hij, die van binnen onbesmet en van de vrede is, de gelijkheid van Mijn geest van emancipatie bereiken. (Vedabase)

 

Tekst 11

Welke persoon ook die deze onveranderlijke ziel kent als zijnde eenvoudigweg de onbekommerde toezichthouder over de fysieke elementen, de kennende en werkende zintuigen en het denken, zal al het geluk vinden.

Welke persoon ook die deze gefixeerde ziel kent als zijnde eenvoudigweg de onbekommerde toezichthouder van de fysieke elementen, de kennende en werkende zintuigen en het denken, zal al het goede geluk vinden. (Vedabase)

 

Tekst 12

Zij die met Mij zijn verbonden in vriendschap en verlichting zullen nimmer verstoord raken door het geluk of ongeluk dat ze zien in samenhang met de verschillende basiskwaliteiten en de voortdurende verandering van het materiële lichaam dat bestaat uit de fysieke elementen, de actieve zinnen, de motieven die hen beheersen en het denken.

Zij aan Mij gebonden in vriendschap en verlichting zullen nooit verstoord raken in de ervaring van geluk of ongeluk naar de verschillende kwaliteiten en de voortdurende verandering van het materiële lichaam dat bestaat uit de fysieke elementen, de actieve zinnen, de motieven ervan en het denken. (Vedabase)

 

Tekst 13

Gelijkmoedig in geluk en ongeluk, gelijk naar allen die meer verheven zijn, lager zijn of zich daartussen bevinden en met de zinnen en het denken onder controle, wees zo, o held, samen met de door Mij geregelde anderen [de andere bestuurders] de beschermer van alle burgers.

Gelijkmoedig in geluk en ongeluk, gelijk naar allen die groter zijn, lager zijn of er tussenin zitten en met de zinnen en het denken onder controle: weest, o held, de beschermer van alle burgers; in het gezelschap verkerend van alle mensen is het zoals Ik het beschikt heb. (Vedabase)

 

Tekst 14

In goedheid de bevolking besturend staat het voor een koning vast dat hij in zijn volgende leven een zesde van de resultaten van al de vrome daden tegemoet kan zien. Pakt hij het anders aan, enkel maar belastingen innend, dan zal hij het zonder dat zesde deel moeten stellen en te maken krijgen met de zonden van de burgers die hij niet beschermde.

In goedheid de bevolking besturend staat het voor een koning vast dat hij in zijn volgende leven een zesde van de resultaten van alle vrome activiteiten tegemoet kan zien, anders zal hij het zonder hen moeten stellen daar, enkel belastingen innend, hij onder de zonden van de burgers die hij niet beschermt zal lijden. (Vedabase)

 

Tekst 15

Aldus de beschermer van de aarde zijnd als iemand wiens hoofddoel het is onthecht te zijn in navolging van de principes zoals bevestigd en doorgegeven door de meest vooraanstaande tweemaal geboren zielen, zal u zich in korte tijd geliefd zien bij de bevolking en zullen de zielen van perfectie u persoonlijk thuis komen opzoeken.

Aldus de beschermer van de aarde zijnd als iemand wiens hoofddoel het is onthecht te zijn in navolging van de principes zoals bevestigd en doorgegeven door de meest vooraanstaanden der tweemaal geborenen, zal u in korte tijd uzelf geliefd zien bij de burgerij en de volmaakten in eigen persoon bij u thuis zien komen. (Vedabase)

  

Tekst 16

Omdat u Mij geheel voor zich gewonnen heeft door uw uitzonderlijke kwaliteiten*, kan u mij gerust om welke zegen vragen die u maar wenst, o belangrijkste onder de mensen. Men kan Mij zeker niet eenvoudig voor zich winnen door enkel maar offers te brengen, van verzaking te zijn of yoga te doen. Ik ben aanwezig in degene die evenwichtig van geest is.'

Alstublieft vraag me, daar Ik geheel in beslag genomen ben door uw uitzonderlijke kwaliteiten*, welke zegen u ook maar van Mij verlangt, o belangrijkste onder de mensen; men kan Mij zeker niet eenvoudig winnen door enkel offers te brengen, te verzaken of het enkel beoefenen van yoga - Ik ben aanwezig in degene die evenwichtig van geest is.' (Vedabase)

 

Tekst 17

Maitreya zei: 'De veroveraar van de wereld aldus geleid door de hoogste meester van allen, de Persoonlijkheid van Vishnu, boog zijn hoofd voor de instructies van de Heer.

Maitreya zei: 'De veroveraar van de wereld aldus geleid door de hoogste meester van allen, de Persoonlijkheid van Vishnu, boog zijn hoofd voor de instructies van de Heer. (Vedabase)

 

Tekst 18

Koning Indra beschaamd over zijn daden beroerde toen vol liefde de voeten van hem [Prithu] die vanzelfsprekend met een omhelzing zijn woede opgaf.

Koning Indra, beschaamd over zijn eigen daden beroerde toen vol liefde zijn voeten; hem omhelzend gaf hij [Prithu] vanzelfsprekend zijn woede op. (Vedabase)
 
Tekst 19

De Allerhoogste Heer, de Superziel, ontving vervolgens het eerbetoon met alles wat erbij hoort van Prithu wiens toewijding geleidelijk aan toenam nu hij zich tot de lotusvoeten had gewend.

De Allerhoogste Heer, de Superziel, nam van Prithu het eerbetoon met alles wat erbij hoort in ontvangst en met zijn zinnen gezet op de lotusvoeten nam zijn toewijding geleidelijk steeds meer toe. (Vedabase)

 

Tekst 20

Hoewel Hij klaar was om te vertrekken kon de Heer met de lotusogen, de begunstiger van alle toegewijden, vanwege zijn genegenheid opgehouden, er niet toe komen hem te verlaten.

Hoewel klaar hem te verlaten was de Heer met de lotusogen, de begunstiger aller toegewijden, opgehouden door genegenheid, niet in staat te vertrekken. (Vedabase)

 

Tekst 21

Hij, de eerste van de koningen, kon met zijn ogen vol tranen voor de Heer staand met samengevouwen handen, Hem niet aankijken of ook maar iets uitbrengen. Zijn stem stokte in zijn keel en in zijn hart Hem omhelzend bleef hij daar in die positie.

Hij, de ideale koning, met samengevouwen handen voor de Heer, was, met zijn ogen vol tranen niet in staat Hem aan te kijken, noch kon hij spreken, zijn stem was verstikt en Hem in zijn hart omhelzend bleef hij daar voor Hem staan. (Vedabase)


Tekst 22

Naar Hem kijkend met hongerige ogen, sprak hij tot de Oorspronkelijke Persoonlijkheid van God die, met Zijn hand rustend op de hoge schouder van Garuda, de vijand van de slangen, met Zijn lotusvoeten amper de grond beroerde.

Daarop de tranen van zijn ogen wissend en niet tevreden met het Hem met eigen ogen voor zich zien, richtte hij zich tot de Oorspronkelijke Persoonlijkheid die met Zijn lotusvoeten amper de grond beroerde en met Zijn opgeheven hand rustte op de schouder van Garuda, de vijand der slangen. (Vedabase)

  

Tekst 23

Prithu zei: 'O Almachtige, hoe kan een onderlegd man U, de meester van alle genade, nu om zegeningen vragen die er ook zijn voor al de belichaamde levende wezens die verbijsterd zijn door de geaardheden van de natuur, zelfs als ze in de hel verkeren? Ook vraag ik niet om Uw verlichting [om eenwording met U], o Allerhoogste.

Prithu zei: 'Hoe kan een geleerd man U vragen om zegeningen, o Almachtige die er de Allerhoogste Heerser over is, die er ook zijn voor al die belichaamde levende wezens die verbijsterd zijn door de geaardheden der natuur, zelfs als ze in de hel verkeren? Noch vraag ik om U als de verlichting, o Allerhoogste. (Vedabase)

 

Tekst 24

Zelfs daar zie ik niet naar uit, o Meester, omdat ik het dan zonder de nectar zou moeten stellen die voortkomt uit de monden van de grote toegewijden aan Uw lotusvoeten. Gun me enkel een miljoen oren voor dat wat opwelt [aan verhalen over U die voortkomen] uit het diepst van hun hart. Laat dat mijn zegening zijn.

Zelfs daar zie ik niet naar uit, o Meester, als het dan zo is dat ik het altijd zonder de nectar zou moeten stellen die uit de kern van het hart vrijkomt bij monde van de toegewijden aan Uw lotusvoeten; vergun me enkel deze miljoenen oren, dat is voor mij de zegening. (Vedabase)

 

Tekst 25

Die verzachtende bries van de nectargelijke [saffraan-]deeltjes van Uw Lotusvoeten, o Heer, U die wordt verheerlijkt in de geschriften zoals in mondelinge overlevering doorgegeven door de groten, herstelt van hen die van het pad van de toegewijde dienst afdwaalden, de herinnering aan de vergeten waarheid en maakt andere zegeningen overbodig.

Die verzachtende bries van de nectargelijke [saffraan-]deeltjes van Uw Lotusvoeten, o Heer, U die wordt verheerlijkt in de geschriften zoals doorgegeven in mondelinge overlevering door de groten, herstelt van hen die afdwaalden van het pad der toegewijde dienst, de herinnering aan de vergeten waarheid en maakt andere zegeningen overbodig. (Vedabase)

 

Tekst 26

Als iemand op de een of andere manier, al is het maar één enkele keer, in het gezelschap van hen die gevorderd zijn luistert naar de alleszins gunstige verheerlijking van U, o Vereerde, hoe kan iemand die Uw eigenschappen op prijs stelt, tenzij hij een beest is, dan ooit afzien van dat wat de Godin van het Geluk, in haar verlangen over U te vernemen, heeft aanvaard als zijnde Uw kwaliteit?

Als iemand op de een of andere manier zelfs maar één enkele keer, in het gezelschap van hen die gevorderd zijn, luistert naar de alleszins gunstige verheerlijking van U, o Vereerde, hoe kan men dan, ten gunste van de kwaliteiten, tenzij men een beest is, ooit afzien van dat wat de Godin van het Geluk met haar verlangen te ontvangen heeft aanvaard als Uw kwaliteit? (Vedabase)

 

Tekst 27

Daarom zal ik me bezighouden met de dienst aan U die de allesomvattende Allerhoogste, Oorspronkelijke Persoonlijkheid [Pûrushottama] en het reservoir van alle goede eigenschappen bent. Laat er met mij die, zo bezorgd als de godin met de lotus in haar hand, wedijvert in relatie tot de Meester, er tussen haar en mij geen strijd bestaan in de vastberaden gerichtheid van tewerk gaan in achting voor Uw voeten.

Daarom zal ik me bezighouden met de dienst aan U, die de allesomvattende Allerhoogste en Oorspronkelijke Persoonlijkheid [Pûrushottama] en het reservoir van alle goede eigenschappen bent; laat er, met ons tweeën in wedijver jegens de Meester, inderdaad zo vol van verlangen zijnd als de godin met de lotus in haar hand, er geen enkele twist bestaan in die ene aandacht van tewerk gaan in respect aan Uw voeten. (Vedabase)

 

Tekst 28

De moeder van het universum, o Heerser van de Kosmische Werkelijkheid, kan [jaloers] mijn verlangen om van haar bezigheid te zijn dwarsbomen. Maar wat kan zij nu uitrichten met U, die altijd een arme ziel gunstig gezind zijnd, als gevolg van Uw welwillendheid zelfs de meest onbetekenende dienstverlening als heel bijzonder beschouwt?
De moeder van het universum, o Heerser der Kosmische Werkelijkheid, vermag boos te zijn over mijn zekere verlangen wat betreft haar activiteiten; maar waarom zou dat met haar jegens U, die zelfs de meest onbetekenende dienst als iets zeer groots beschouwt en met Uw toeneiging als een liefhebbende ouder, zo zijn, naar de ongetwijfeld volledige voldoening in Uw eigen weelde? (Vedabase)


Tekst 29

Heilige personen aanbidden daarom liever U die de misvattingen uitbant die worden teweeggebracht door de geaardheden van de natuur.  O Allerhoogste Heer, ik kan me geen ander doel [in het leven] van toegewijden voorstellen dan het zich herinneren van Uw lotusvoeten.

Derhalve zijn zij die U aanbidden aldus allen heiligen die de misvattingen verdrijven die hun oorsprong vinden in de heersende geaardheden der natuur; ik zie niet in waarom andere personen dan de heiligen, o Allerhoogste Heer, er reden toe zouden hebben zich Uw lotusvoeten steeds te herinneren! (Vedabase)


Tekst 30

Ik beschouw dat wat U tegen [mij] Uw toegewijde zei met de woorden 'maak je keuze', als een zinsbegoochelende, op de materiële wereld betrokken gunst. Hoe kan dat [goed uitpakken] als gewone mensen [als ik], die niet aan de leiband lopen van wat U zegt in de Vedische literatuur, zich er telkens weer toe voelen aangetrokken om over te gaan tot karmische handelingen?

Ik beschouw Uw woorden als een verstandsverbijsterende zegening voor de materiële wereld; als men enkel dat aanvaardt waarover U op deze manier sprak tot Uw toegewijden, hoe kunnen dan de mensen in het algemeen, omdat ze zeker niet gebonden zijn door de touwen van Uw uitspraken in de Veda's, niet in beslag worden genomen door het bij herhaling overgaan tot vruchtdragende activiteiten? (Vedabase)

  

Tekst 31

O Heer, de mensen zijn verdeeld over Uw begoochelende energie, waardoor ze, zonder werkelijk te weten, verlangen naar alles behalve de ware zaak van de Ziel. Verleen ons alstUblieft dat wat naar Uw idee wenselijk is, zoals een vader dat voor het welzijn van zijn kind zou doen.'

De mensen in het algemeen, o Heer, zijn opstandig door Uw illusiewekkende energie vanwege het onwetend verlangen naar alles wat anders is dan het ware van het zelf; alstUblieft, zoals een vader dat persoonlijk voor het welzijn van een kind zou doen, vergun dat waarvan U denkt dat het wenselijk is.' (Vedabase)

 

Tekst 32

Maitreya zei: 'Aldus aanbeden door de oorspronkelijke koning zei Hij, de ziener van het ganse universum, tot hem: 'Mijn beste Koning, laat er uw toewijding voor Mij zijn. Door het geluk van het intelligent hebben gehandeld ter wille van Mij, zal u zeker Mijn begoochelende energie te boven komen die zo moeilijk los te laten is.

Maitreya zei: 'Aldus aanbeden door de oorspronkelijke koning zei Hij, de ziener van het gehele universum, tot hem: 'Mijn beste koning, laat er uw toewijding jegens Mij zijn; bij het goede geluk van een intelligentie van zoals dit gehandeld hebben te Mijnentwille, zal u zeker Mijn illusiewekkende energie, die zo moeilijk op te geven is, te boven komen. (Vedabase)

 

Tekst 33

Doe daarom zonder nalatigheid wat Ik u heb gezegd te doen, o beschermer van de burgers, wie het ook is die handelt overeenkomstig wat Ik heb opgedragen, zal alle voorspoed ten deel vallen, ongeacht waar hij is.'

Doe derhalve wat Ik u heb opgedragen te doen zonder u te vergissen, o beschermer van burgers; wie dan ook die waar dan ook handelt in overeenstemming met Mijn geboden zal alle voorspoed ten deel vallen.' (Vedabase)

  

Tekst 34

Maitreya zei: 'Aldus blijk gevend van Zijn waardering voor de woorden van de wijze koning, besloot de zoon van Vena, de Onfeilbare, na hem afdoende gezegend te hebben en door hem aanbeden te zijn, te vertrekken.

Maitreya zei: 'Aldus de betekenisvolle woorden van de wijze koning, de zoon van Vena, waarderend besloot Hij, de Onfeilbare, na aanbeden te zijn en hem afdoende gezegend te hebben, van daar te vertrekken.  (Vedabase)

 

  Tekst 35-36

Nadat ze [door de koning] met een op de Heer gerichte intelligentie, met gevouwen handen, beleefde woorden en kostbaarheden naar behoren waren gerespecteerd in de geest van de toegewijde dienst, verlieten al de volgelingen van de Heer van Vaikunthha die plek: de goddelijken, de wijzen, de voorvaderen, de kunstenaars, de vervolmaakte zielen, de hemelse zangers, de slangachtigen, de bovenmenselijke wezens, de nimfen, de aardse mensen, de vogels en al de andere levende wezens [vergelijk 3.10: 28-29].

De goddelijken, de wijzen, de voorvaderen, de kunstenaars, de volmaakten, de hemelse zangers, zij die met de slangen leven, de bovenmenselijke wezens, de nymphen, en zij die van de aarde zijn, de vogels en al de vele levende wezens [vergelijk 3-10: 28-29], werden door de koning, met de verworvenheid van een intelligentie van een volmaakt offeren aan de Heer, met gevouwen handen in de geest der toegewijde dienst naar behoren gerespecteerd, waarop al de volgelingen van de Heer van Vaikunthha vertrokken.  (Vedabase)

 

Tekst 37

Met het in beslag hebben genomen van de geesten van de heilige koning en al zijn priesters keerde ook de beschermer van de levende schepping, de onfeilbare Allerhoogste Heer, terug naar Zijn verblijf.

De beschermer der levende schepping, de onfeilbare Allerhoogste Heer, daadwerkelijk erin geslaagd de aandacht te vangen van de heilige koning en al zijn priesters, keerde terug naar Zijn verblijf. (Vedabase)

 

Tekst 38

De koning die de Allerhoogste Ziel zijn eerbetuigingen had geboden ontving [aldus] de openbaring van de Ongemanifesteerde, de God van de Goden, en ging toen terug naar huis.'

Hoewel Hij niet materieel zichtbaar voor hem was ontving de koning, met het bieden van zijn eerbetuigingen aan de God der Goden, aan de Superziel voorbij het gemanifesteerde, Zijn visie en keerde ook hij naar huis terug. (Vedabase)

*: De zesentwintig kwaliteiten van de toegewijde zijn: (1) Aardig voor iedereen, (2) ruziet met niemand, (3) gefixeerd in de Absolute Waarheid, (4) gelijk naar iedereen, (5) foutloos, (6) liefdadig, (7) mild, (8) rein, (9) eenvoudig, (10) goedgunstig, (11) vreedzaam, (12) volledig gehecht aan Krishna, (13) kent geen materiële hunkering, (14) deemoedig, (15) standvastig, (16) zelfbeheerst, (17) eet niet meer dan nodig, (18) bij zinnen, (19) vol van respect, (20) bescheiden, (21) ernstig, (22) mededogend, (23) vriendelijk, (24) poëtisch, (25) deskundig, (26) stil.

 
 

 

 

 

Creative Commons License
De tekst en de audio worden aangeboden onder de

Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License
.

Het schilderij toont het samenzijn van een vaishnava guru en discipel. Artiest onbekend. Bron.
Productie: de
Filognostische Associatie van De Orde van de Tijd.



 

 

.

 

Feed-back | Links | Downloads | MuziekAfbeeldingen | Wat is er Nieuw? | Zoeken | Donaties