regelbalk


 

Canto 1

Bhajahū Re Mana

 
 

Hoofdstuk 16: Hoe Parīkchit de Komst van het Kalitijdperk Onderging

(1) Sūta zei: "O geleerden, Parīkchit, de grote toegewijde, regeerde daarna, onder leiding van de beste brahmanen, over de aarde met de kwaliteiten die de astrologen, die de toekomst voorspelden bij zijn geboorte, dachten dat hij zou hebben. (2) Hij trouwde met Irāvatī, de dochter van Koning Uttara, en verwekte vier zoons in haar waarvan Janamejaya de eerste was. (3) Aan de Ganges bracht hij drie paardoffers waarin de halfgoden zich lieten zien. Kripācārya, die hij als zijn geestelijk leraar had gekozen, werd daarvoor gepast beloond. (4) Eens, tijdens een militaire campagne, slaagde hij, de dappere held, er door zijn bekwaamheid in de meester van het Kalitijdperk te overmeesteren die zich vermomd had als een koning, maar, lager dan een s'ūdra [loonarbeider], tegen de poten van een koe en een stier aan het slaan was."

(5) S'aunaka wilde weten: "Waarom onderwierp hij tijdens zijn campagne de meester van Kali die uitgedost als een koning gelijk een s'ūdra tegen de poten van een koe aan het slaan was? O fortuinlijke, beschrijf dat alstublieft voor ons, als dat verband houdt met de verhalen van Krishna. (6) Wat voor nut hebben andere onderwerpen die illusoir geen verband houden met Zijn lotusvoeten waarvan de waarheidlievenden de nectar likken? Je zou je leven ermee verspillen! (7) O Sūta, degenen onder de sterfelijke menselijke wezens die alhier slechts kort te leven hebben maar die gerechtigheid verlangen [de waarheid, het eeuwige leven], roepen de grote heer van de dood [Yamarāja] aan om de voorbereidende riten uit te voeren. (8) De grote wijzen nodigen hem uit omdat niemand zal sterven zolang hij, de grote heer die over het levenseinde heerst, hier aanwezig is. Ach! Laat daarom iedereen ter wereld drinken van de nectar van de vertellingen van het goddelijke spel en vermaak van de Allerhoogste Heer. (9) Zij immers, die lui zijn, traag van geest zijn en maar kort leven, brengen hun dagen en nachten door met doelloze activiteiten en met slapen."

(10) Sūta zei: "Toen Parīkchit, die in de Kuruhoofdstad verbleef, er kennis van nam dat de tekenen van Kali-yuga zijn rechtsgebied waren binnengedrongen, vond hij dat nieuws niet te verteren en nam hij zijn pijl en boog ter hand om het conflict met militair gezag tegemoet te treden. (11) Fraai uitgedost onder de bescherming van de leeuw in zijn vlag en met zwarte paarden voor zijn strijdwagen, verliet hij de hoofdstad in het gezelschap van strijdwagenvechters, ruiters, olifanten en grondtroepen om zich te verzekeren van een overwinning. (12) Bhadrās'va, Ketumāla, Bhārata, de noordelijke gebieden van Kuru en Kimpurusha achter de Himalaya's waren de gedeelten van de aarde die hij veroverde en waar hij zijn gezag handhaafde door schattingen te heffen. (13-15) Overal waar hij kwam hoorde hij voortdurend wat voor grote zielen zijn voorvaderen waren en vond hij ook aanwijzingen van de glorieuze daden van Heer Krishna onder de mensen die hij ontmoette. Ook vernam hij over zijn eigen bevrijding van de krachtige straling van het wapen van As'vatthāmā en over de liefde en toewijding voor Heer Kes'ava [Krishna als de doder van de demon Kes'ī, het dolle paard] onder de afstammelingen van Vrishni en Parthā. Zeer blij daarmee beloonde hij dankbaar, met ogen groot van vreugde, de mensen ruimhartig met kleding, halssnoeren en andere rijkdommen. (16) [Krishna die een manifestatie is] van Vishnu en Zelf universeel door iedereen wordt gehoorzaamd, had, optredend als een wagenmenner, voorzittend in bijeenkomsten en handelend als een dienaar, als een vriend, als een boodschapper en als nachtwaker, met gebeden en eerbetuigingen zich gedragen zoals het de godvrezende zoons van Pāndu behaagde. Dit vervulde de koning van toewijding voor Zijn lotusvoeten.

(17) Aldus dagelijks verzonken in gedachten over de goede kwaliteiten van zijn voorvaderen, deed zich toen niet ver bij hem vandaan een zeer opmerkelijk voorval voor. Laat me u erover vertellen. (18) Dharma [de persoonlijkheid van de religie in de gedaante van een stier] die nog maar op één poot [stevig staand] rondliep, kwam een koe tegen [moeder aarde] met tranen in haar ogen, als was ze een moeder die haar kind heeft verloren. Hij ondervroeg haar. (19) Dharma zei: 'Mevrouw, verkeert u in goede gezondheid? Zo bedroefd kijkend met een hangend gezicht lijkt het wel alsof u een ziekte onder de leden hebt, o moeder, of dat u in beslag wordt genomen door een verwant ver hier vandaan. (20) Treurt u over mijn drie verzwakte poten terwijl ik nog maar op één poot [stevig] sta, of is het omdat de vleeseters gebruik van u maken? Komt het omdat de leidende halfgoden verstoken zijn van hun offeraandeel of omdat de levende wezens in toenemende mate lijden onder schaarste, hongersnood en droogte? (21) Treurt u over de ongelukkige vrouwen en kinderen op aarde die het [door mislukkende huwelijken] moeten stellen zonder de bescherming van hun echtgenoten en vaders of hebt u verdriet over de manier waarop men in de families van de geschoolde zielen zich afzet tegen de godin van het leren [door niet meer gericht te zijn op de Persoon]? Of spijt het u dat de meesten van hen niet brahmaans handelen in dienst van de heersende klasse [of zelfs de handel]? (22) Is het omdat de nazaten van de adel onder invloed van het Kalitijdperk hun verstand lijken kwijt te zijn en links en rechts de staatszaken in het honderd laten lopen? Of is het vanwege de gewoonten die de samenleving heeft ontwikkeld om zich te voeden en te drinken en hoe men zich kleedt, baadt en geslachtsgemeenschap heeft? (23Of komt het, o moeder, door uw zware last nu Hari, de Heer die uw last verlichtte, uit het zicht is verdwenen, met u denkend aan alles wat Hij deed en de verlossing die Hij vormt? (24) Breng me alstublieft op de hoogte, o bron van alle overvloed, van de reden van de droefenis die u tot een dergelijke zwakte heeft teruggebracht. Of heeft, o moeder, de almachtige Tijd die zelfs de machtigsten de baas is, u beroofd van het goede geluk geprezen door de halfgoden?'



(25) Moeder Aarde antwoordde: 'O Dharma, ik zal mijn best doen antwoord te geven op al de vragen die u gesteld heeft, daar u met uw vier poten [de vidhi] in al de werelden aanwezig bent om er geluk te brengen. (26-30) Waarheidsliefde, reinheid, mededogen, zelfbeheersing, grootmoedigheid, tevredenheid, openhartigheid, concentratie, zinsbeteugeling, verantwoordelijkheid, gelijkheid, tolerantie, gelijkmoedigheid en trouw. En ook kennis, onthechting, leiderschap, ridderlijkheid, invloed, macht, plichtsbesef, onafhankelijkheid, vaardigheid, schoonheid, kalmte en goedhartigheid, zowel als vindingrijkheid, goede manieren, beleefdheid, vastberadenheid, kundigheid, behoren, genoeglijkheid, vreugde, onverzettelijkheid, geloof, roem en waardigheid - dezen en nog meer vormen de belangrijkste eeuwige kwaliteiten van de Allerhoogste Heer, de nooit of te nimmer aflatende hogere natuur, gewenst door hen die Zijn grootheid verlangen. Dankzij Hem, de bron van alle kwaliteiten en het thuis van de godin van het geluk, vorm ik nu zelf zo'n verblijfplaats, maar ik treur nu men verstoken van Hem, Kali, de bron van alle zonden, in de hele wereld aantreft.  (31) Ik treur voor zowel mezelf als voor u en ook voor de besten onder de verlichte zielen, de goden en de voorvaderen in de hemel, de wijzen en de toegewijden, alsook voor al de mensen in hun statusoriėntaties in de samenleving. (32-33) Lakshmī [de Godin van het Geluk], wiens genade werd gezocht door Brahmā en anderen die voor haar vele dagen boete deden in overgave aan de Heer, gaf zonder te aarzelen haar verblijfplaats in het woud der lotusbloemen op in haar gehechtheid Zijn zaligmakende voeten te dienen. Met mijn lichaam gesierd met de voetafdrukken [getekend] met de lotusbloem, de bliksemschicht, de vlag en de drijfstok van de Allerhoogste Heer, de eigenaar van alle weelde, overtrof ik aldus prachtig de drie werelden. Maar, nadat mijn plaatsen [mijn leefwerelden] Zijn schittering hadden verworven, heeft Hij me, toen ik er gelukkig mee was, ten slotte verlaten. (34) Hij die me op eigen kracht heeft verlost van de last van de honderden legermachten van de ongelovige koningen, incarneerde [net zo goed] voor u in een aantrekkelijke gedaante in de Yadufamilie, omdat u, die de innerlijke kracht miste om u staande te houden, in moeilijkheden verkeerde. (35) Wie, vraag ik u, kan het verdragen om gescheiden te zijn van de Allerhoogste Oorspronkelijke Persoon, die met Zijn liefdevolle blikken, glimlachen en hartelijkheden de sterke gehechtheid van Zijn lieve en trotse vrouwen overwon en mijn haar [mijn gras] overeind deed staan uit vreugde over Zijn voetafdrukken?'

(36) Terwijl de [koe van moeder] aarde en de [stier van] dharma aldus converseerden, kwam Parīkchit, die de naam had de heilige onder de koningen te zijn, aan bij de rivier de Sarasvatī die naar het oosten stroomde."


Lees de inspiratie bij dit hoofdstuk door Anand Aadhar.

 

                         

 
Derde herziene editie, geladen 8 april 2023.

     

 

 

 

Vorige Aadhar-editie en Vedabase links

Tekst 1

Sūta zei: "O geleerden, Parīkchit, de grote toegewijde, regeerde daarna, onder leiding van de beste brahmanen, over de aarde met de kwaliteiten die de astrologen, die de toekomst voorspelden bij zijn geboorte, dachten dat hij zou hebben.
Sūta zei: "O hoog geleerden, daarna regeerde Parīkchit, de grote toegewijde, over de aarde onder leiding van de tweemaal geborenen met de kwaliteiten waarvan de astrologen, die de toekomst voorspelden bij zijn geboorte, hadden gedacht dat hij ze zou hebben. (Vedabase)

 

Tekst 2

Hij trouwde met Irāvatī, de dochter van Koning Uttara, en verwekte vier zoons in haar waarvan Janamejaya de eerste was.

Hij trouwde met Irāvatī, de dochter van Koning Uttara, en verwekte vier zoons in haar met Janamejaya als de eerste.  (Vedabase)

 

Tekst 3

Aan de Ganges bracht hij drie paardoffers waarin de halfgoden zich lieten zien. Kripācārya, die hij als zijn geestelijk leraar had gekozen, werd daarvoor gepast beloond.

Aan de Ganges bracht hij drie paardoffers met gepaste beloningen voor Kripācārya, die hij tot zijn geestelijk leraar had verkozen, en de godsbewusten die erbij kwamen kijken. (Vedabase)

 

Tekst 4

Eens, tijdens een militaire campagne, slaagde hij, de dappere held, er door zijn bekwaamheid in de meester van het Kalitijdperk te overmeesteren die zich vermomd had als een koning, maar, lager dan een s'ūdra [loonarbeider], tegen de poten van een koe en een stier aan het slaan was."

Eens, tijdens een veroveringscampagne, slaagde hij, de dappere held, er door zijn bekwaamheid in de meester van het Kali-tijdperk terecht te wijzen die, vermomd als een koning, maar lager dan een s'ūdra [loonarbeider] de poten van een koe en een stier aan het pijnigen was." (Vedabase)

 

Tekst 5

S'aunaka wilde weten: "Waarom onderwierp hij tijdens zijn campagne de meester van Kali die uitgedost als een koning gelijk een s'ūdra tegen de poten van een koe aan het slaan was? O fortuinlijke, beschrijf dat alstublieft voor ons, als dat verband houdt met de verhalen van Krishna. 

S'aunaka wilde weten: "Waarom berispte hij alleen maar de meester van Kali tijdens zijn campagne - hij was uitgedost als een koning, maar als iemand lager dan een s'ūdra sloeg hij tegen de poten van een koe. Beschrijf ons alstublieft dat alles, o fortuinlijke, voor zover het verband houdt met de gespreksonderwerpen van Krishna. (Vedabase)

 

Tekst 6

Wat voor nut hebben andere onderwerpen die illusoir geen verband houden met Zijn lotusvoeten waarvan de waarheidlievenden de nectar likken? Je zou je leven ermee verspillen!

Want wat voor nut heeft het voor hen die bevrijd zijn en de honing aan Zijn lotusvoeten genieten, hun leven te verspillen met het eindeloos bespreken van illusoire zaken? (Vedabase)


Tekst 7

O Sūta, degenen onder de sterfelijke menselijke wezens die alhier slechts kort te leven hebben maar die gerechtigheid verlangen [de waarheid, het eeuwige leven], roepen de grote heer van de dood [Yamarāja] aan om de voorbereidende riten uit te voeren.

O Sūta, het leven van mensen die er zeker van zijn de dood te vinden is maar kort. Het eeuwige is van degenen die er hierin naar uitzien de vertegenwoordiger van de Heer, Yamarāja, de heerser over de dood, af te roepen ter inperking van de praktijken. (Vedabase)


Tekst 8

De grote wijzen nodigen hem uit omdat niemand zal sterven zolang hij, de grote heer die over het levenseinde heerst, hier aanwezig is. Ach! Laat daarom iedereen ter wereld drinken van de nectar van de vertellingen van het goddelijke spel en vermaak van de Allerhoogste Heer.

Niemand zal sterven zolang hij die de dood veroorzaakt hier aanwezig is, om reden waarvan hij als de grote heer door de wijzen ertoe is uitgenodigd - laten degenen die onder zijn invloed verkeren drinken van de nectar van de vertellingen van Zijn goddelijke spel en vermaak. (Vedabase)

 

Tekst 9

Zij immers, die lui zijn, traag van geest zijn en maar kort leven, brengen hun dagen en nachten door met doelloze activiteiten en met slapen."

Zij die lui zijn, van een oppervlakkige belangstelling en maar kort leven, brengen hun dagen, zoals ze 's nachts slapend doen, door met activiteiten zonder enig doel." (Vedabase)

 

Tekst 10

Sūta zei: "Toen Parīkchit, die in de Kuruhoofdstad verbleef, er kennis van nam dat de tekenen van Kali-yuga zijn rechtsgebied waren binnengedrongen, vond hij dat nieuws niet te verteren en nam hij zijn pijl en boog ter hand om het conflict met militair gezag tegemoet te treden. 

Sūta zei: "Toen Parīkchit, die in de Kuru hoofdstad verbleef, hoorde dat de tekenen van Kali-yuga zijn rechtsgebied waren binnengedrongen, vond hij dat nieuws niet te verteren en nam hij, in zijn verantwoordelijkheid voor militair optreden, zijn pijl en boog ter hand. (Vedabase)

 

Tekst 11

Fraai uitgedost onder de bescherming van de leeuw in zijn vlag en met zwarte paarden voor zijn strijdwagen, verliet hij de hoofdstad in het gezelschap van strijdwagenvechters, ruiters, olifanten en grondtroepen om zich te verzekeren van een overwinning.

Fraai uitgedost onder de bescherming van de leeuw in zijn vlag en met zwarte paarden voor zijn strijdwagen, verliet hij, vastbesloten de overwinning te behalen, de hoofdstad vergezeld door strijdwagenvechters, ruiters, olifanten en grondtroepen. (Vedabase)

 

Tekst 12

Bhadrās'va, Ketumāla, Bhārata, de noordelijke gebieden van Kuru en Kimpurusha achter de Himalaya's waren de gedeelten van de aarde die hij veroverde en waar hij zijn gezag handhaafde door schattingen te heffen.

Bhadrās'va, Ketumāla, Bhārata, de noordelijke gebieden van Kuru en Kimpurusha achter de Himalaya's waren de gedeelten van de aarde die hij veroverde. Daarbij behield hij zijn kracht door schattingen te heffen. (Vedabase)

 

Tekst 13-15

Overal waar hij kwam hoorde hij voortdurend wat voor grote zielen zijn voorvaderen waren en vond hij ook aanwijzingen van de glorieuze daden van Heer Krishna onder de mensen die hij ontmoette. Ook vernam hij over zijn eigen bevrijding van de krachtige straling van het wapen van As'vatthāmā en over de liefde en toewijding voor Heer Kes'ava [Krishna als de doder van de demon Kes'ī, het dolle paard] onder de afstammelingen van Vrishni en Parthā. Zeer blij daarmee beloonde hij dankbaar, met ogen groot van vreugde, de mensen ruimhartig met kleding, halssnoeren en andere rijkdommen.

Overal waar hij kwam hoorde hij voortdurend wat voor grote zielen zijn voorvaderen waren en vond hij ook aanwijzingen van de glorieuze daden van Heer Krishna bij de mensen die hij ontmoette. Hij vernam eveneens over zijn eigen bevrijding van het wapen van As'vatthāmā en over de toewijding onder de afstammelingen van Vrishni en Parthā voor Heer Kes'ava [Krishna als de doder van de demon Kes'ī, het dolle paard]. Zeer blij daarmee beloonde hij, met zijn ogen wijd open van de vreugde, de mensen grootmoedig met kleding, halssnoeren en andere rijkdommen. (Vedabase)

 

Tekst 16

[Krishna die een manifestatie is] van Vishnu en Zelf universeel door iedereen wordt gehoorzaamd, had, optredend als een wagenmenner, voorzittend in bijeenkomsten en handelend als een dienaar, als een vriend, als een boodschapper en als nachtwaker, met gebeden en eerbetuigingen zich gedragen zoals het de godvrezende zoons van Pāndu behaagde. Dit vervulde de koning van toewijding voor Zijn lotusvoeten.

Optredend als een wagenmenner, voorzittend in samenkomsten, handelend als een dienaar, als een vriend, als een boodschapper en als nachtwaker, had Hij die van Vishnu is en Zelf universeel door iedereen wordt gehoorzaamd [Krishna], gehandeld met gebeden en eerbetuigingen in relatie tot de godvrezende zoons van Pāndu. Dit vervulde de koning van toewijding voor Zijn lotusvoeten. (Vedabase)

 

Tekst 17

Aldus dagelijks verzonken in gedachten over de goede kwaliteiten van zijn voorvaderen, deed zich toen niet ver bij hem vandaan een zeer opmerkelijk voorval voor. Laat me u erover vertellen.

Nu kan u van mij vernemen hoe verbazingwekkend hij, dag na dag, zichzelf nabij hield verzonken in dergelijke gedachten over het goede van zijn voorvaderen. (Vedabase)

 

Tekst 18

Dharma [de persoonlijkheid van de religie in de gedaante van een stier] die nog maar op één poot [stevig staand] rondliep, kwam een koe tegen [moeder aarde] met tranen in haar ogen, als was ze een moeder die haar kind heeft verloren. Hij ondervroeg haar.

De ronddolende persoonlijkheid van de religie, die slechts op één poot stond [de z.g. 'stier' van dharma waarbij de poten staan voor de vier menselijke hoofdwaarden], kwam de bedroefde koe [moeder aarde] tegen die tranen in de ogen had zoals een moeder die haar kind heeft verloren. (Vedabase)


Tekst 19

Dharma zei: 'Mevrouw, verkeert u in goede gezondheid? Zo bedroefd kijkend met een hangend gezicht lijkt het wel alsof u een ziekte onder de leden hebt, o moeder, of dat u in beslag wordt genomen door een verwant ver hier vandaan.

 Hij zei: 'Mevrouw, gaat het wel helemaal goed met uw gezondheid? Bedroefd kijkend met een hangend gezicht ziet u eruit alsof u wordt gekweld door een ziekte of dat u in beslag wordt genomen door een vriend die ver weg is, o moeder.  (Vedabase)

 

Tekst 20

Treurt u over mijn drie verzwakte poten terwijl ik nog maar op één poot [stevig] sta, of is het omdat de vleeseters gebruik van u maken? Komt het omdat de leidende halfgoden verstoken zijn van hun offeraandeel of omdat de levende wezens in toenemende mate lijden onder schaarste, hongersnood en droogte?

Treurt u over het minder worden van mijn poten daar ik nog maar op één poot sta, of is het omdat de offensieve vleeseters van zins zijn u te exploiteren? Of komt het omdat de gelovigen zijn beroofd van hun aandeel als gevolg van een tekort aan offeranden of omdat de levende wezens in toenemende mate te lijden hebben onder schaarste, hongersnood en droogte?  (Vedabase)


Tekst 21

Treurt u over de ongelukkige vrouwen en kinderen op aarde die het [door mislukkende huwelijken] moeten stellen zonder de bescherming van hun echtgenoten en vaders of hebt u verdriet over de manier waarop men in de families van de geschoolde zielen zich afzet tegen de godin van het leren [door niet meer gericht te zijn op de Persoon]? Of spijt het u dat de meesten van hen niet brahmaans handelen in dienst van de heersende klasse [of zelfs de handel]?

Treurt u over de ongelukkige vrouwen en kinderen op aarde die het moeten stellen zonder de bescherming van hun mannen of hebt u verdriet over de manier waarop men in de families van de geschoolden spreekt tegen de principes van de godin [der kennis]? Of spijt het u dat de meesten van hen tegen de cultuur van het leren handelen door hun toevlucht te zoeken bij de heersende klasse? (Vedabase)

 

Tekst 22

Is het omdat de nazaten van de adel onder invloed van het Kalitijdperk hun verstand lijken kwijt te zijn en  links en rechts de staatszaken in het honderd laten lopen? Of is het vanwege de gewoonten die de samenleving heeft ontwikkeld om zich te voeden en te drinken en hoe men zich kleedt, baadt en geslachtsgemeenschap heeft?

Is het omdat de onwaardige bestuurders verbijsterd zijn onder de invloed van het Kali-tijdperk en links en rechts de aangelegenheden van de staat in het ongerede hebben gebracht? Of is het vanwege de manier waarop de samenleving is geneigd zich te voeden en te drinken en hoe men slaapt, baadt en geslachtsgemeenschap heeft? (Vedabase)

 

Tekst 23

Of komt het, o moeder, door uw zware last nu Hari, de Heer die uw last verlichtte, uit het zicht is verdwenen, met u denkend aan alles wat Hij deed en de verlossing die Hij vormt?

Kan het zijn, o moeder aarde, dat u denkt aan het heil gebracht door de handelingen van de incarnatie van de Heer die de zware last verlichtte maar nu uit het zicht is verdwenen?  (Vedabase)


Tekst 24

Breng me alstublieft op de hoogte, o bron van alle overvloed, van de reden van de droefenis die u tot een dergelijke zwakte heeft teruggebracht. Of heeft, o moeder, de almachtige Tijd die zelfs de machtigsten de baas is, u beroofd van het goede geluk geprezen door de halfgoden?'

Breng me alstublieft op de hoogte, o bron van alle overvloed, van de reden van uw beproevingen die u tot een dergelijke zwakte hebben teruggebracht. Is het moeder, dat uw goede geluk dat zelfs werd aanbeden door de goddelijken, met geweld werd weggenomen door de machtige invloed van de tijd?' (Vedabase)

 

Tekst 25

Moeder Aarde antwoordde: 'O Dharma, ik zal mijn best doen antwoord te geven op al de vragen die u gesteld heeft, daar u met uw vier poten [de vidhi]  in al de werelden aanwezig bent om er geluk te brengen.

Moeder Aarde antwoordde: 'O persoonlijkheid der religie ['Dharma'], ik zal mijn best doen antwoord te geven op de reeks van vragen die u heeft gesteld. U met uw vier poten [de vidhi] bent er in al de werelden om er het geluk te brengen.  (Vedabase)

 

Tekst 26-30

Waarheidsliefde, reinheid, mededogen, zelfbeheersing, grootmoedigheid, tevredenheid, openhartigheid, concentratie, zinsbeteugeling, verantwoordelijkheid, gelijkheid, tolerantie, gelijkmoedigheid en trouw. En ook kennis, onthechting, leiderschap, ridderlijkheid, invloed, macht, plichtsbesef, onafhankelijkheid, vaardigheid, schoonheid, kalmte en goedhartigheid, zowel als vindingrijkheid, goede manieren, beleefdheid, vastberadenheid, kundigheid, behoren, genoeglijkheid, vreugde, onverzettelijkheid, geloof, roem en waardigheid - dezen en nog meer vormen de belangrijkste eeuwige kwaliteiten van de Allerhoogste Heer, de nooit of te nimmer aflatende hogere natuur, gewenst door hen die Zijn grootheid verlangen. Dankzij Hem, de bron van alle kwaliteiten en het thuis van de godin van het geluk, vorm ik nu zelf zo'n verblijfplaats, maar ik treur nu men verstoken van Hem, Kali, de bron van alle zonden, in de hele wereld aantreft.

Waarheidsliefde, reinheid, mededogen, zelfbeheersing, grootmoedigheid, tevredenheid, openhartigheid, concentratie, zinsbeteugeling, verantwoordelijkheid, gelijkheid, tolerantie, gelijkmoedigheid en trouw. En zeker ook kennis, onthechting, leiderschap, ridderlijkheid, invloed, macht, plichtsbesef, onafhankelijkheid, vaardigheid, schoonheid, kalmte en goedhartigheid, zowel als vindingrijkheid, goede manieren, beleefdheid, vastberadenheid, kundigheid, behoren, genoeglijkheid, vreugde, onverzettelijkheid, geloof, roem en waardigheid - al deze en vele andere zijn de eeuwige kwaliteiten van de Allerhoogste Heer, de nimmer aflatende hogere natuur welke kan worden bereikt door degenen die de grootheid waardig zijn. Door Hem ben ikzelf, net zoals de godin van het geluk dat is, een dergelijke bron van kwaliteiten, maar in de afwezigheid van Hem als zijnde het rustpunt ervoor, treft men Kali, de bron van alle zonden, aan in alle werelden. (Vedabase)

 

Tekst 31

Ik treur voor zowel mezelf als voor u en ook voor de besten onder de verlichte zielen, de goden en de voorvaderen in de hemel, de wijzen en de toegewijden, alsook voor al de mensen in hun statusoriėntaties in de samenleving.

Ik treur voor mezelf zowel als voor u, en ook voor de besten onder de goddelijken, de goden en de voorvaderen in de hemel, de wijzen en de toegewijden, zowel als voor allen in hun status-oriėntaties in de samenleving. (Vedabase)

 

Tekst 32 -33

Lakshmī [de Godin van het Geluk], wiens genade werd gezocht door Brahmā en anderen die voor haar vele dagen boete deden in overgave aan de Heer, gaf zonder te aarzelen haar verblijfplaats in het woud der lotusbloemen op in haar gehechtheid Zijn zaligmakende voeten te dienen. Met mijn lichaam gesierd met de voetafdrukken [getekend] met de lotusbloem, de bliksemschicht, de vlag en de drijfstok van de Allerhoogste Heer, de eigenaar van alle weelde, overtrof ik aldus prachtig de drie werelden. Maar, nadat mijn plaatsen [mijn leefwerelden] Zijn schittering hadden verworven, heeft Hij me, toen ik er gelukkig mee was, ten slotte verlaten.

Lakshmī [de godin van het geluk] wiens genade werd gezocht door halfgoden als Brahmā en voor wie de goden menigmaal boete deden in overgave aan de Heer, heeft ter wille van de eredienst haar eigen verblijfplaats in het woud der lotusbloemen opgegeven uit gehechtheid aan de zaligmakende voeten. Door Hem, met het door mezelf verworven hebben van de speciale vermogens van de lotusbloem, de bliksemschicht, de vlag en de drijfstok, slaagde ik erin, onder de indruk zijnde van de voetafdrukken van de Hoogste Heer, de eigenaar van alle weelde, op die manier gesierd op schitterende wijze in de drie werelden te zegevieren - maar op het laatst, juist toen ik mij zo gelukkig achtte, heeft Hij me verlaten. (Vedabase)

  

Tekst 34

Hij die me op eigen kracht heeft verlost van de last van de honderden legermachten van de ongelovige koningen, incarneerde [net zo goed] voor u in een aantrekkelijke gedaante in de Yadufamilie, omdat u, die de innerlijke kracht miste om u staande te houden, in moeilijkheden verkeerde.

Hij die me heeft verlost van de last van de honderden legermachten van de ongelovige koningen, incarneerde eveneens voor u in de Yadu-familie, en wel vanwege het feit dat u, de kracht missende om u staande te houden, in moeilijkheden verkeerde. (Vedabase)

 

Tekst 35

Wie, vraag ik u, kan het verdragen om gescheiden te zijn van de Allerhoogste Oorspronkelijke Persoon, die met Zijn liefdevolle blikken, glimlachen en hartelijkheden de sterke gehechtheid van Zijn lieve en trotse vrouwen overwon en mijn haar [mijn gras] overeind deed staan uit vreugde over Zijn voetafdrukken?'

Wie, derhalve, kan het verdragen om gescheiden te zijn van de liefde, blikken, glimlachen en hartelijkheden van de Allerhoogste Oorspronkelijke Persoon die de gepassioneerde wrake en ernst van een vrouw als Satyabhāmā overwon en mijn haar [mijn gras] overeind deed staan uit vreugde over de afdruk van Zijn voeten.' (Vedabase)

 

Tekst 36

Terwijl de [koe van moeder] aarde en de [stier van] dharma aldus converseerden, kwam Parīkchit, die de naam had de heilige onder de koningen te zijn, aan bij de rivier de Sarasvatī die naar het oosten stroomde."

Terwijl de aarde en de persoonlijkheid van de religie aldus converseerden, kwam Parīkchit, die de naam had de heilige onder de koningen te zijn, aan bij de rivier de Sarasvatī die naar het oosten stroomde." (Vedabase)

 

 

 

 

 

 

 

Creative Commons
                License
De tekst en de audio worden aangeboden onder de
Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License.
De afbeelding is een fotomontage/collage door Anand Aadhar van
een (heilige) stier en een koe en een beeld van Bhudevi,
tegen de achtergrond van een landschap geschilderd door
Vrindavan das (gebruikt met toestemming).
Productie: de
Filognostische Associatie van De Orde van de Tijd.
 

 

 

 

Feed-back | Links | Downloads | MuziekAfbeeldingen | Wat is er Nieuw? | Zoeken | Donaties