regelbalk


 

Canto 8

S'rî Krishna Caitanya

 

 

Hoofdstuk 14: De Wijze van Universeel Bestuur

(1) De koning zei: 'O grote wijze, kan u alstublieft een beschrijving geven van de verschillende activiteiten van al deze Manu's en de anderen tijdens iedere manvantara en door wie ze worden aangesteld?'

(2) De rishi zei: 'O Koning, de Manu's en al hun zoons, de wijzen, de Indra's en de goddelijken vallen zonder twijfel allen onder het gezag van de Oorspronkelijke Persoon. (3) De Heer van het Offer, Yajña, en de andere incarnaties van de Allerhoogste Persoonlijkheid die ik voorheen ter sprake bracht, o Koning, vormen de leidraad voor de Manu's en de anderen belast met de zaken van de wereld. (4) Door geen acht te slaan op de verzaking zoals [voorgeleefd] door de wijzen gaat in de loop van een mahâyuga de Vedische instructie verloren die het sanâtana dharma bevordert [de traditionele burgerplichten op basis van de status en roeping, zie ook 3.12: 41]. (5) Dat indachtig zijn de Manu's, zolang ze in deze wereld aanwezig zijn, ermee bezig om, naar de instructie van de Heer, rechtstreeks dit vierdelige dharma te vestigen, o heerser van de mensen [zie ook B.G. 4: 1]. (6) Tot aan het einde [van het tijdperk] voeren de heersers van het universum [de nazaten van Manu] die opdracht uit zoals ook de halfgoden en de andere afdelingen van genieters van de offergaven dat doen [zie ook B.G. 4: 2]. (7) Indra onderhoudt alle plaatsen van de drie werelden door al de regen te verschaffen die de wereld nodig heeft en geniet [zo] de excellente weelde van die drie afdelingen die wordt geschonken door de Allerhoogste Heer. (8) In iedere yuga neemt de Heer de gedaanten aan van bevrijde personen [de vervolmaakten of de Siddha's] om de bovenzinnelijke kennis uiteen te zetten, neemt Hij de gedaanten aan van grote wijzen [rishi's] om uit te leggen wat karma inhoudt [het verrichten van rituelen] en neemt Hij de gedaanten aan van grote heren van de yoga teneinde de wetenschap van de bewustzijnsvereniging te onderrichten. (9) In de vorm van de grondleggers [de Prajâpati's] verwekt Hij nageslacht, om de gewetenloze mensen te vernietigen neemt Hij de gedaante aan van koningen en in de vorm van de tijd is Hij er om een einde te maken aan alles wat zich met [het volgen van] de basiskwaliteiten van de natuur als verschillend ontwikkelde. (10) Mensen die in de ban van mâyâ verkerend gebukt gaan onder de illusie van Zijn namen en gedaanten en [Hem benaderen met] verschillende zienswijzen [dars'ana's], zijn naar Hem op zoek maar kunnen Hem niet vinden [vergelijk B.G. 18: 66]. (11) Met al deze wisselingen [van de Manu's] die ik beschreef als zich afspelend in één dag van Brahmâ [een kalpa] deed ik [aldus] verslag van de veertien manvantara's waar de geleerden van  spreken.'

next                         


 

 
Derde herziene editie, geladen 19 juli 2019.

 

 

 

Vorige Aadhar-editie en Vedabase links:

Tekst 1

De koning zei: 'O grote wijze, kan u alstublieft een beschrijving geven van de verschillende activiteiten van al deze Manu's en de anderen tijdens iedere manvantara en door wie ze worden aangesteld?'
De koning zei: 'O grote wijze, zou u me alstublieft kunnen beschrijven wat de afzonderlijke plichten zijn waar al deze Manu's en de anderen zich in iedere manvantara mee bezighouden en door wie ze worden ingesteld? (Vedabase)

 

Tekst 2

De rishi zei: 'O Koning, de Manu's en al hun zoons, de wijzen, de Indra's en de goddelijken vallen zonder twijfel allen onder het gezag van de Oorspronkelijke Persoon.

De rishi zei: 'De Manu's en al hun zoons, de wijzen en, o Koning, de Indra's en de goddelijken vallen zonder twijfel allen onder het gezag van de Oorspronkelijke Persoon. (Vedabase)

  

Tekst 3

De Heer van het Offer, Yajña, en de andere incarnaties van de Allerhoogste Persoonlijkheid die ik voorheen ter sprake bracht o Koning, vormen de leidraad voor de Manu's en de anderen belast met de zaken van de wereld.

De Manu's en de anderen belast met de zaken van de wereld zijn, o Koning, allen geïnspireerd door de Heer van het Offer Yajña en de andere incarnaties van de Allerhoogste Persoonlijkheid die ik voorheen ter sprake heb gebracht. (Vedabase)

 

Tekst 4

Door geen acht te slaan op de verzaking zoals [voorgeleefd] door de wijzen gaat in de loop van een mahâyuga de Vedische instructie verloren die het sanâtana dharma bevordert [de traditionele burgerplichten op basis van de status en roeping, zie ook 3.12: 41].

Als aan het einde van iedere mahâyuga de heiligen vanuit hun verzaking er getuige van zijn hoe geleidelijk aan er misbruik is ontstaan met het verloren gaan van [de achting voor] de vedische instructie is er voor dat doel het sanâtana dharma [de gebruikelijke vedische plichten naar leeftijd en roeping, zie ook 1.17: 24-25]. (Vedabase)


Tekst 5

Dat indachtig zijn de Manu's, zolang ze in deze wereld aanwezig zijn, ermee bezig om, naar de instructie van de Heer, rechtstreeks dit vierdelige dharma te vestigen, o heerser van de mensen [zie ook B.G. 4: 1].

Daaropvolgend zijn de Manu's naar de instructie van de Heer bezig met het rechtstreeks voor de duur van hun tijd van bestaan in deze wereld weer opnieuw vestigen van het dharma wat betreft al de vier regulerende pincipes, o heerser der mensen [zie ook B.G. 4: 1]. (Vedabase)

 

Tekst 6

Tot aan het einde [van het tijdperk] voeren de heersers van het universum [de nazaten van Manu] die opdracht uit zoals ook de halfgoden en de andere afdelingen van genieters van de offergaven dat doen [zie ook B.G. 4: 2].

De halfgoden en de andere afdelingen van genieters van de resultaten van de offers houden zich eveneens met die aangelegenheid bezig; door hen voeren de heersers in de wereld tot aan het einde van zijn [Manu's] bestuur uit wat werd opgedragen [zie ook B.G. 4: 2]. (Vedabase)


Tekst 7

Indra onderhoudt alle plaatsen van de drie werelden door al de regen te verschaffen die de wereld nodig heeft en geniet [zo] de excellente weelde van die drie afdelingen die wordt geschonken door de Allerhoogste Heer.

Indra, de heerser van de hemel, geniet alle weelde van de drie werelden geschonken door de Allerhoogste Heer en bekommert zich om alle drie hun plaatsen door regens over de aarde uit te storten zoveel als nodig is. (Vedabase)


Tekst 8

In iedere yuga neemt de Heer de gedaanten aan van bevrijde personen [de vervolmaakten of de Siddha's] om de bovenzinnelijke kennis uiteen te zetten, neemt Hij de gedaanten aan van grote wijzen [rishi's] om uit te leggen wat karma inhoudt [het verrichten van rituelen] en neemt Hij de gedaanten aan van grote heren van de yoga teneinde de wetenschap van de bewustzijnsvereniging te onderrichten.

Naar gelang iedere yuga zet de Heer de bovenzinnelijke kennis uiteen met het aannemen van de gedaanten van bevrijde personen [de vervolmaakten of siddha's], grote heiligen [rishi's] en de grote heren van de yoga die zich ermee bezighouden de arbeid van het zich verenigen in het bewustzijn te onderrichten. (Vedabase)

 

Tekst 9

In de vorm van de grondleggers [de Prajâpati's] verwekt Hij nageslacht, om de gewetenloze mensen te vernietigen neemt Hij de gedaante aan van koningen en in de vorm van de tijd is Hij er om een einde te maken aan alles wat zich met [het volgen van] de basiskwaliteiten van de natuur als verschillend ontwikkelde.

Als de grondleggers [de prajâpati's] verwekt Hij nageslacht; om de gewetenloze mensen te vernietigen neemt Hij de gedaante aan van koningen en in de vorm van de tijd is Hij er om een einde te maken aan alles wat zich als verschillend ontwikkelde naar de geaardheden der natuur. (Vedabase)


Tekst 10

Mensen die in de ban van mâyâ verkerend gebukt gaan onder de illusie van Zijn namen en gedaanten en [Hem benaderen met] verschillende zienswijzen [dars'ana's], zijn naar Hem op zoek maar kunnen Hem niet vinden [vergelijk B.G. 18: 66].

Met alle mensen die naar Hem op zoek zijn, die onder de invloed van mâyâ begoocheld zijn in verschillende namen en verschillende gedaanten, kan Hij met de illusie van de [verdeeldheid van de] verschillende gezichtspunten niet worden gevonden [vergelijk B.G. 18: 66]. (Vedabase)


Tekst 11

Met al deze wisselingen [van de Manu's] die ik beschreef als zich afspelend in één dag van Brahmâ [een kalpa] deed ik [aldus] verslag van de veertien manvantara's waar de geleerden van  spreken.'

Al deze wisselingen [vikalpa's] die ik beschreef als zich afspelend in één dag van Brahmâ [een kalpa] - in verband waarmee de geleerden spreken van veertien manvantara's - getuigen hiervan.' (Vedabase)

 

 

 

 

Creative Commons License
De tekst en de audio worden aangeboden onder de
Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License.
De afbeelding illustreert hoe Krishna vele gedaanten,
waaronder die van de Manu's, aan kan nemen om instructie te geven.
Bron.
Productie: de
Filognostische Associatie van De Orde van de Tijd  


 

 

 

Feed-back | Links | Downloads | MuziekAfbeeldingen | Wat is er Nieuw? | Zoeken | Donaties