regelbalk




 

Canto 1

Dāmodarāshthaka

 
 

Hoofdstuk 19: De Verschijning van S'ukadeva Gosvāmī

(1) Sūta zei: "De koning vond dat wat hij gedaan had iets afschuwelijks was en dacht zeer gedeprimeerd: 'Helaas, het was onbeschaafd en slecht wat ik de foutloze, ernstige en machtige brahmaan aandeed. (2) Vanwege de minachting van wat ik die goddelijke persoon heb aangedaan zal ik ongetwijfeld zeer spoedig een zeer lastige calamiteit onder ogen moeten zien. Ik hoop van harte dat dat gebeurt, zodat ik van mijn zonden zal worden verlost en nooit meer iets dergelijks zal doen. (3) Moge ik vandaag nog, met mijn koninkrijk, kracht en weelde aan rijkdommen, branden in het vuur ontstoken door de brahmaanse gemeenschap, opdat het ongeluk van zondig denken tegen de Heer, de tweemaal geborenen en de koeien me niet weer zal overkomen.' (4) Terwijl hij aldus aan het peinzen was, vernam hij van de doodsvloek van de zoon van de wijze. Die vloek in de vorm van het vuur van een slangenvogel, aanvaardde hij als goedgunstig, want die spoedige gebeurtenis zou het gevolg zijn van zijn onverschilligheid over wereldse zaken. (5) Hij besloot deze wereld op te geven alsook de wereld hierna, want hij was reeds tot het inzicht gekomen dat ze beiden inferieur waren ten opzichte van een leven van dienstverlenen aan de voeten van Krishna dat hij als de grootste prestatie beschouwde. Dus ging hij aan de oever van de bovenzinnelijke rivier [de Ganges] zitten om te vasten. (6) Die rivier, altijd stromend vermengd met tulsīblaadjes [een plant gebruikt in de eredienst], bestaat uit het water dat het stof meevoert van de voeten van Heer Krishna dat de wereld vanbinnen en vanbuiten heiligt en zelfs de Heer van de Vernietiging [Heer S'iva]. Welke persoon die gedoemd is te sterven zou zich niet tot die rivier wenden? (7) In een geest niet afwijkend van de geloften van de wijzen zou hij  zich vrijmaken van alle vormen van materiėle gehechtheid. Met dat besluit gaf hij, de waardige nakomeling van de Pāndava's, neerzittend aan de oever van de rivier stromend van de voeten van Vishnu, zich over aan de genade van Mukunda tot de dood erop volgde.
 
(8) Al de grote geesten en denkers die tezamen met hun leerlingen de hele wereld kunnen zuiveren, kwamen daar toen bijeen met het argument een bedevaart te maken. Het is door de persoonlijke aanwezigheid van de wijzen dat de bedevaartsoorden hun heilige status genieten. (9-10) Atri, Cyavana, S'aradvān, Arishthanemi, Bhrigu, Vasishthha, Parās'ara, Vis'vāmitra, Angirā, Paras'urāma, Uthathya, Indrapramada, Idhmavāhu, Medhātithi, Devala, Ārshthisena, Bhāradvāja, Gautama, Pippalāda, Maitreya, Aurva, Kavasha, Kumbhayoni, Dvaipāyana en de grote persoonlijkheid Nārada kwamen. (11) Ook vele andere goddelijke persoonlijkheden, heilige brahmanen, de besten van de wijzen die de meest vooraanstaande adel adviseerden en vele andere wijzen als Aruna kwamen opdagen. Al deze leidende persoonlijkheden van de dynastieėn van wijzen werden door de keizer eerbiedig verwelkomd met een buiging van zijn hoofd. (12) Toen ze allen comfortabel zaten sprak hij, na nogmaals hen zijn eerbetuigingen te hebben gebracht, nederig over zijn besluit om te vasten, met gevouwen handen voor hen staand als iemand wiens denken zich heeft losgemaakt van wereldse zaken. (13) De koning zei: 'We zijn werkelijk zeer dankbaar om de meest fortuinlijke te zijn van al de koningen getraind om open te staan voor de gunsten van de grote zielen, want aan de voeten van de brahmanen zijn de koninklijke geslachten niet meer dan afval waarvan men zich verre dient te houden vanwege hun verwerpelijke handelingen. (14) Vanwege mijn zonden, zal de Heerser over de bovenzinnelijke en de stoffelijke wereld in de vorm van die brahmaanse vloek, spoedig de oorzaak zijn van mijn onthechting van hen, ik die, almaar aan familiezaken denkend, vol van vrees was. (15) O brahmanen, aanvaard mij daarom als iemand die met de Heer in zijn hart zijn toevlucht heeft genomen tot de Ganges, de goddelijke moeder. Laat de slangenvogel of wat voor magisch iets de tweemaal geborene ook afriep, mij terstond bijten. En gaat u alstublieft door met de verhalen over Vishnu. (16) En, nogmaals, laat het zo zijn dat waar ik ook, met betrekking tot de Allerhoogste Onbegrensde Heer en de associatie die Hij aantrekt in de materiėle wereld, mijn geboorte moge nemen, ik overal vriendschappelijke verhoudingen met eerbetuigingen voor de tweemaal geboren zielen mag aantreffen.'

(17) En zo gebeurde het dat de koning, met dezelfde vasthoudendheid als hij voordien had getoond, geheel zelfbeheerst op kus'agras ging zitten dat neergelegd was naar het oosten terwijl hij naar het noorden keek vanaf de zuidelijke oever van de echtgenote van de zee [de Ganges]. Het bestuur had hij overgedragen aan zijn zoon. (18) Al de goden die vanuit de hemel hadden gezien dat de koning zou vasten tot zijn dood, bestrooiden daarop waarderend bij die gelegenheid de aarde met bloemen en sloegen daarbij blij op de hemelse trommen. (19) Al de grote wijzen die zich daar hadden verzameld waren vol lof over zijn aldus betoonde wijsheid. Instemmend vanuit hun genade voor de levende wezens, een hartskwaliteit overeenkomstig het karakter van Hem geprezen in de geschriften, zeiden ze toen: (20) 'Het wekt totaal geen verbazing, o heilige koning, aanvoerder van ons allen die Krishna strikt volgen, dat u, gezeten op de troon gesierd met de helmen van de koningen, uw leven zo terstond als dit opgaf in uw verlangen omgang  te hebben met de Fortuinlijke. (21) We zullen allen zolang hier blijven als deze vooraanstaande toegewijde nodig heeft om zijn lichaam op te geven en naar de wereld van de Allerhoogste terug te keren, waar hij volledig vrij zal zijn van alle wereldse zorgen en geweeklaag.'

(22) Nadat hij de verzamelde wijzen aldus onpartijdig, aangenaam om te horen, ernstig en volmaakt naar waarheid had horen spreken, complimenteerde Parīkchit ze allen met hun gepaste eerbetoon en zei hij in zijn verlangen te vernemen over de activiteiten van Vishnu: (23) 'U bent allen bijeengekomen uit alle windstreken als de belichamingen van de Vedische kennis gehandhaafd boven de drie werelden, met geen ander oogmerk in deze wereld of een wereld hierna dan u, geheel naar uw wezensaard, in te zetten voor het heil van anderen. (24) Daarom smeek ik u, vertrouwenswaardige Vedisch geleerden, me te vertellen welke van al de verschillende verplichtingen die er zijn voor een ieder en in het bijzonder voor hen die op het punt staan heen te gaan, u [voor mij] de juiste acht.'




(25) Op dat moment verscheen de machtige zoon van Vyāsa, S'ukadeva Gosvāmī. Gekleed als een bedelmonnik, reisde hij tevreden in zijn zelfverwerkelijking vrij rond over de aarde, omringd door kinderen en zonder zich te onderscheiden in zijn identiteit of zich te bekommeren om materiėle gemakken. (26) Hij, zestien jaar oud, had een fijngebouwd lichaam met delicate armen, benen, handen, dijen, schouders en voorhoofd. Zijn ogen waren prachtig groot in een gezicht met een hoog oplopende neus, daarbij passende oren, fijne wenkbrauwen en een nek die zo welgevormd was als een hoornschelp. (27) Met diepliggende sleutelbeenderen, een gewelfde borst en een diepe navel had hij een fraai gelijnde buik. Geheel naakt met krullend, zwart, loshangend haar en lange armen was zijn tint die van de beste onder de goden [van Krishna; een donkere huid]. (28) Hoewel hij zijn naaktheid bedekte, herkenden de wijzen, die een goed oog hadden voor iemands lichaamsbouw, de symptomen van de zwarte, donkere huid, de eeuwige schoonheid van zijn prille leeftijd en de aantrekking voor het andere geslacht met zijn mooie glimlachen. En dus stonden ze allen op van hun zitplaatsen. (29) Om de nieuwe gast te verwelkomen, boog degene die altijd door Vishnu wordt beschermd [Parīkchit], zich voor hem om hem zijn eerbetuigingen te brengen. Zijn minder ontwikkelde gevolg van jongens en vrouwen trok zich meteen terug toen hij zijn verheven zitplaats innam in ontvangst van het respect. (30) Aldaar omringd door de grootsten van de grote heiligen onder de brahmanen, edellieden en goddelijke zielen, straalde S'ukadeva, gelijk de hoogste heer, zo prachtig als de maan omringd door de planeten, hemellichamen en sterren. (31) Kalm, intelligent en zelfverzekerd daar zittend, werd de wijze  benaderd door de grote toegewijde, de koning, die zich op gepaste wijze met gevouwen handen voor hem verbuigend, beleefd en vriendelijk vragen stelde.

(32) Parīkchit zei: 'O brahmaan, welk een zegen is het voor ons, kshatriyavrienden, om met de genade van u als onze gast, vandaag te zijn verkozen als de dienaar van de toegewijde, om met het bezoek van uw goede zelf onze weg te mogen vinden. (33) Als we denken aan uw persoon zuivert dat terstond al de plaatsen waar we wonen, om nog maar te zwijgen over wat het betekent om u te zien, u aan te raken, uw voeten te wassen en u een zetel aan te bieden! (34) Door uw aanwezigheid, o grote mysticus, worden iemands zwaarste zonden terstond weggevaagd, zoals het ongelovigen vergaat in de aanwezigheid van Vishnu. (35) Eindelijk is Krishna, de Allerhoogste Heer die zo geliefd is bij de zoons van Pāndu, tevreden over mij en heeft Hij, vanuit Zijn genegenheid voor Zijn neven, mij, hun afstammeling, [met uw komst] aanvaard als een van de hunnen. (36) Hoe zou het anders mogelijk zijn dat u, uit eigen beweging, speciaal voor iemand die op het punt staat te sterven, hier bent verschenen om ons te ontmoeten, terwijl u, volmaakt als u bent, zich normaal gesproken ongezien beweegt onder de gewone man? (37) Derhalve smeek ik u, de meest verheven geestelijk leraar van de asceten, wat voor een persoon in dit leven het pad van de perfectie inhoudt, en met name wat dat voor iemand die op het punt staat te sterven betekent. (38) Leg alstublieft uit waar iemand naar moet luisteren en waar hij op moet mediteren, o meester, wat hij moet doen, wat hij in gedachten moet houden en wat hij moet dienen, alsook wat daarmee in strijd zou zijn. (39) Dit vraag ik u omdat men, o allerhoogste toegewijde, u thuis bij de huishouders zich zelden langer ziet ophouden dan precies de tijd nodig om een koe te melken.' "

(40) Sūta zei: "Aldus op aangename wijze toegesproken en ondervraagd door de koning, begon de verheven zoon van Vyāsadeva, goed thuis in de kennis van iemands eigenlijke plicht, met zijn antwoord."

 

Aldus eindigt het eerste Canto van het S'rīmad Bhāgavatam genaamd: Schepping.


Lees de inspiratie bij dit hoofdstuk door Anand Aadhar.

 

next                    

 
 
 Derde herziene editie, geladen 28 april 2023.

 

 

 

Vorige Aadhar-editie en Vedabase links:

Tekst 1

Sūta zei: "De koning vond dat wat hij gedaan had iets afschuwelijks was en dacht zeer gedeprimeerd: 'Helaas, het was onbeschaafd en slecht wat ik de foutloze, ernstige en machtige brahmaan aandeed.
Sūta zei: "Toen de koning op weg was naar huis dacht hij dat wat hij gedaan had afschuwelijk was en raakte hij zeer gedeprimeerd bij zichzelf denkend: 'Helaas, het was onbeschaafd en slecht wat ik de foutloze, ernstige en machtige brahmaan aandeed. (Vedabase)

 

Tekst 2

Vanwege de minachting van wat ik die goddelijke persoon heb aangedaan zal ik ongetwijfeld zeer spoedig een zeer lastige calamiteit onder ogen moeten zien. Ik hoop van harte dat dat gebeurt, zodat ik van mijn zonden zal worden verlost en nooit meer iets dergelijks zal doen.

Voorzeker is het vanwege het ingaan tegen de voorschriften dat ik zeer spoedig een zeer lastige calamiteit onder ogen zal moeten zien. Ik hoop van harte dat dat zo gauw mogelijk gebeurt, zodat ik van mijn zonden zal worden verlost en nooit meer iets dergelijks zal doen. (Vedabase)

 

Tekst 3

Moge ik vandaag nog, met mijn koninkrijk, kracht en weelde aan rijkdommen,  branden in het vuur ontstoken door de brahmaanse gemeenschap, opdat het ongeluk van zondig denken tegen de Heer, de tweemaal geborenen en de koeien me niet weer zal overkomen.'

Moge ik, op deze zelfde dag, met mijn koninkrijk, kracht en weelde aan rijkdommen branden in het vuur ontstoken door de brahmaanse gemeenschap, opdat het ongeluk van het zondigen tegen de Heer, de cultuur en de koeien me niet weer zal overkomen.' (Vedabase)

 

Tekst 4

Terwijl hij aldus aan het peinzen was, vernam hij van de doodsvloek van de zoon van de wijze. Die vloek in de vorm van het vuur van een slangenvogel, aanvaardde hij als goedgunstig, want die spoedige gebeurtenis zou het gevolg zijn van zijn onverschilligheid over wereldse zaken.

Terwijl hij zo aan het denken was hoorde hij van de doodsvloek van de zoon van de wijze. Die vloek in de vorm van het vuur van een slangenvogel aanvaardde hij als iets goedgunstigs omdat die zich nog te voltrekken gebeurtenis het logisch gevolg zou zijn van de onverschilligheid van een al te gehechte persoon. (Vedabase)

 

Tekst 5

Hij besloot deze wereld op te geven alsook de wereld hierna, want hij was reeds tot het inzicht gekomen dat ze beiden inferieur waren ten opzichte van een leven van dienstverlenen aan de voeten van Krishna dat hij als de grootste prestatie beschouwde. Dus ging hij aan de oever van de bovenzinnelijke rivier [de Ganges] zitten om te vasten.

Hij gaf het op met deze wereld en met een wereld hierna, want hij was voordien reeds tot het inzicht gekomen dat ze beiden inferieur waren t.o.v. een leven van dienstverlenen aan de voeten van Krishna. Derhalve ging hij aan de oever van de bovenzinnelijke rivier [de Ganges] zitten om te vasten; dat was wat hij naar zijn mening het beste kon doen. (Vedabase)

 

Tekst 6

Die rivier, altijd stromend vermengd met tulsīblaadjes [een plant gebruikt in de eredienst], bestaat uit het water dat het stof meevoert van de voeten van Heer Krishna dat de wereld [vanbinnen en vanbuiten] heiligt en zelfs de Heer van de Vernietiging [Heer S'iva]. Welke persoon die gedoemd is te sterven zou zich niet tot die rivier wenden?

Die rivier, altijd stromend vermengd met tulsī-blaadjes [een plant gebruikt in de eredienst], bestaat uit het water dat het stof meevoert van de voeten van Krishna dat zowel de wereld vanbinnen als vanbuiten heiligt en zelfs de Heer der Vernietiging [Heer S'iva]. Welke persoon gedoemd om te sterven zou zich niet tot die rivier wenden? (Vedabase)

 

Tekst 7

In een geest niet afwijkend van de geloften van de wijzen zou hij  zich vrijmaken van alle vormen van materiėle gehechtheid. Met dat besluit gaf hij, de waardige nakomeling van de Pāndava's, neerzittend aan de oever van de rivier stromend van de voeten van Vishnu, zich over aan de genade van Mukunda tot de dood erop volgde. 

Met dat besluit ging hij, de waardige nakomeling van de Pāndava's, aan de oever van de rivier zitten die stroomde van de voeten van Vishnu om tot de dood erop volgde zich over te geven aan de genade van Mukunda. Zonder af te wijken van de geest der geloften van de wijzen zou hij zijn vasten volbrengen, vrij van alle vormen van materiėle gehechtheid. (Vedabase)

 

Tekst 8

Al de grote geesten en denkers die tezamen met hun leerlingen de hele wereld op een hoger plan kunnen brengen,  kwamen toen daar bijeen met het argument van een bedevaart. Het is door de persoonlijke aanwezigheid van de wijzen dat de bedevaartsoorden hun heilige status genieten.

Aldaar kwamen met het idee van een bedevaart bijeen al de grote geesten en denkers die tezamen met hun leerlingen de hele wereld op een hoger plan kunnen brengen. Het is door de persoonlijke aanwezigheid van de wijzen dat de bedevaartsoorden hun heilige status genieten. (Vedabase)

 

Tekst 9-10

Atri, Cyavana, S'aradvān, Arishthanemi, Bhrigu, Vasishthha, Parās'ara, Vis'vāmitra, Angirā, Paras'urāma, Uthathya, Indrapramada, Idhmavāhu, Medhātithi, Devala, Ārshthisena, Bhāradvāja, Gautama, Pippalāda, Maitreya, Aurva, Kavasha, Kumbhayoni, Dvaipāyana en de grote persoonlijkheid Nārada kwamen.

Atri, Cyavana, S'aradvān, Arishthanemi, Bhrigu, Vasishthha, Parās'ara, Vis'vāmitra, Angirā, Paras'urāma, Uthathya, Indrapramada, Idhmavāhu, Medhātithi, Devala, Ārshthisena, Bhāradvāja, Gautama, Pippalāda, Maitreya, Aurva, Kavasha, Kumbhayoni, Dvaipāyana en de grote persoonlijkheid Nārada kwamen er. (Vedabase)

 

Tekst 11

Ook vele andere goddelijke persoonlijkheden, heilige brahmanen, de besten van de wijzen die de meest vooraanstaande adel adviseerden en vele andere wijzen als Aruna kwamen opdagen. Al deze leidende persoonlijkheden van de dynastieėn van wijzen werden door de keizer eerbiedig verwelkomd met een buiging van zijn hoofd.

Ook vele andere goddelijke persoonlijkheden, heilige brahmanen, de besten der wijzen die de meest vooraanstaande adel van advies dienden en vele andere wijzen als Aruna kwamen opdagen. Al deze leidende persoonlijkheden van de dynastieėn der wijzen werden door de keizer eerbiedig verwelkomd met een buiging van zijn hoofd. (Vedabase)

 

Tekst 12

Toen ze allen comfortabel zaten sprak hij, na nogmaals hen zijn eerbetuigingen te hebben gebracht, nederig over zijn besluit om te vasten, met gevouwen handen voor hen staand als iemand wiens denken zich heeft losgemaakt van wereldse zaken.

Met allen comfortabel gezeten en na nogmaals hen zijn eerbetuigingen te hebben gebracht, sprak hij nederig met gevouwen handen voor hen aanwezig als zijnde iemand wiens denken onthecht is van wereldse zaken, over zijn besluit om te vasten. (Vedabase)

 

Tekst 13

De koning zei: 'We zijn werkelijk zeer dankbaar om de meest fortuinlijke te zijn van al de koningen getraind om open te staan voor de gunsten van de grote zielen, want aan de voeten van de brahmanen zijn de koninklijke geslachten niet meer dan afval waarvan men zich verre dient te houden vanwege hun verwerpelijke handelingen.

De koning zei: 'We zijn werkelijk zeer dankbaar om van al de koningen die het geleerd hebben om open te staan voor de gunsten der grote zielen degene te zijn die zo fortuinlijk is, want aan de voeten der brahmanen zijn de koninklijke geslachten vanwege hun verwerpelijke handelingen niet meer dan afval waarvan men zich verre dient te houden. (Vedabase)

 

Tekst 14

Vanwege mijn zonden, zal de Heerser over de bovenzinnelijke en de stoffelijke wereld in de vorm van die brahmaanse vloek, spoedig de oorzaak zijn van mijn onthechting van hen, ik die,  almaar aan familiezaken denkend, vol van vrees was.

Vanwege mijn zonden, heeft de Heerser over zowel de bovenzinnelijke als de stoffelijke wereld een vloek tegen me uitgesproken via die brahmaan, omdat ik in mijn gehechtheid almaar door zat te denken aan familiezaken. Met het aannemen van die gedaante zal hij spoedig, met de vrees die hij aanjaagt, mijn wereldse gehechtheid hebben verslagen. (Vedabase)


Tekst 15

O brahmanen, aanvaard mij daarom als iemand die met de Heer in zijn hart zijn toevlucht heeft genomen tot de Ganges, de goddelijke moeder. Laat de slangenvogel of wat voor magisch iets de tweemaal geborene ook afriep, mij terstond bijten. En gaat u alstublieft door met de verhalen over Vishnu.

Aanvaard mij derhalve, o hoog geleerden, als iemand die zijn toevlucht heeft genomen tot de goddelijke moeder de Ganges met de Heer in zijn hart. Laat de slangenvogel of wat voor magisch iets de tweemaal geborene ook afriep, mij terstond bijten; gaat u alstublieft door met het verslag doen van de daden van Heer Vishnu. (Vedabase)

 

Tekst 16

En, nogmaals, laat het zo zijn dat waar ik ook, met betrekking tot de Allerhoogste Onbegrensde Heer en de associatie die Hij aantrekt in de materiėle wereld, mijn geboorte moge nemen, ik overal vriendschappelijke verhoudingen met eerbetuigingen voor de tweemaal geboren zielen mag aantreffen.'

En, nogmaals, laat het zo zijn dat waar ik ook met betrekking tot de Allerhoogste Onbeperkte Heer en de associatie die Hij aantrekt in de materiėle wereld mijn geboorte moge nemen, ik overal vriendschappelijke verhoudingen in eerbetoon voor de tweemaal geborenen mag aantreffen.' (Vedabase)

 

Tekst 17

En zo gebeurde het dat de koning, met dezelfde vasthoudendheid als hij voordien had getoond, geheel zelfbeheerst op kus'agras ging zitten dat neergelegd was naar het oosten terwijl hij naar het noorden keek vanaf de zuidelijke oever van de echtgenote van de zee [de Ganges]. Het bestuur had hij overgedragen aan zijn zoon.

En zo kwam het ervan dat de koning, met dezelfde vasthoudendheid als hij voordien had getoond, geheel zelfbeheerst op kus'agras ging zitten dat neergelegd was naar het oosten en naar het noorden keek vanaf de zuidelijke oever van de echtgenote van de zee [de Ganges]. Het bestuur had hij overgedragen aan zijn zoon. (Vedabase)

 

Tekst 18

Al de goden die vanuit de hemel hadden gezien dat de koning zou vasten tot zijn dood, bestrooiden daarop waarderend bij die gelegenheid de aarde met bloemen en sloegen daarbij blij op de hemelse trommen.

Daarop vanuit de hemel ziende dat de koning zou vasten tot zijn dood, bestrooiden alle goden waarderend de aarde met bloemen, waarbij ze zonder ophouden vergenoegd op de hemelse trommen sloegen. (Vedabase)

 

Tekst 19

Al de grote wijzen die zich daar hadden verzameld waren vol lof over zijn aldus betoonde wijsheid. Instemmend vanuit hun genade voor de levende wezens, een hartskwaliteit overeenkomstig het karakter van Hem geprezen in de geschriften, zeiden ze toen:

Al de grote wijzen die zich daar hadden verzameld waren vol lof over zijn betoonde wijsheid en zeiden, instemmend vanuit de macht van hun goedheid voor de levende wezens, een goedheid die kwalitatief van dezelfde schoonheid is als het goddelijke geprezen in de geschriften: (Vedabase)

 

Tekst 20

'Het wekt totaal geen verbazing, o heilige koning, aanvoerder van ons allen die Krishna strikt volgen, dat u, gezeten op de troon gesierd met de helmen van de koningen, uw leven zo terstond als dit opgaf in uw verlangen omgang  te hebben met de Fortuinlijke.

'Het wekt geen verbazing dat deze heilige koning, die ons allen aanvoert die strikt zijn in het volgen van Krishna, met het bekleden van de troon die versierd is met de helmen der koningen, zijn leven onmiddellijk opgaf in zijn verlangen naar de omgang met de Fortuinlijke. (Vedabase)

 

Tekst 21

We zullen allen zolang hier blijven als deze vooraanstaande toegewijde nodig heeft om zijn lichaam op te geven en naar de wereld van de Allerhoogste terug te keren, waar hij volledig vrij zal zijn van alle wereldse zorgen en geweeklaag.'

We zullen allemaal hier blijven zolang als de koning maar nodig heeft om zijn lichaam op te geven en naar de wereld van het Allerhoogste terug te keren, alwaar deze vooraanstaande toegewijde volledig vrij zal zijn van alle wereldse zorgen en geweeklaag.' (Vedabase)

 

Tekst 22

Nadat hij de verzamelde wijzen aldus onpartijdig, aangenaam om te horen, ernstig en volmaakt naar waarheid had horen spreken, complimenteerde Parīkchit ze allen met hun gepaste eerbetoon en zei hij in zijn verlangen te vernemen over de activiteiten van Vishnu:

Nadat hij de verzamelde wijzen zo onpartijdig, aangenaam om te horen, ernstig en volmaakt naar waarheid had horen spreken, complimenteerde Parīkchit ze allen met hun gepaste eerbetoon en zei hij, ernaar verlangend te vernemen over de activiteiten van Vishnu: (Vedabase)

 

Tekst 23

'U bent allen bijeengekomen uit alle windstreken als de belichamingen van de Vedische kennis gehandhaafd boven de drie werelden, met geen ander oogmerk in deze wereld of een wereld hierna dan u, geheel naar uw wezensaard, in te zetten voor het heil van anderen.

'U bent allen bijeengekomen uit alle richtingen als de vertegenwoordiging van de Ene boven de drie werelden [Heer Brahmā], met geen ander oogmerk in deze wereld of een wereld hierna dan u, geheel naar uw wezensaard, in te zetten voor het heil van anderen. (Vedabase)

 

Tekst 24

Daarom smeek ik u, vertrouwenswaardige Vedisch geleerden, me te vertellen welke van al de verschillende verplichtingen die er zijn voor een ieder en in het bijzonder voor hen die op het punt staan heen te gaan, u [voor mij] de juiste acht.'

Daarom smeek ik u, vertrouwenswaardige vedisch geleerden, me nu na het nodige overleg te zeggen wat, van al de verschillende verplichtingen van een ieder en in het bijzonder van diegenen die op het punt staan heen te gaan, de juiste en gepaste handelwijze zou zijn.' (Vedabase)

 

Tekst 25

Op dat moment verscheen de machtige zoon van Vyāsa, S'ukadeva Gosvāmī. Gekleed als een bedelmonnik, reisde hij tevreden in zijn zelfverwerkelijking vrij rond over de aarde, omringd door kinderen en zonder zich te onderscheiden in zijn identiteit of zich te bekommeren om materiėle gemakken.

Op dat moment verscheen, als geroepen, de machtige zoon van Vyāsa, S'ukadeva Gosvāmī, die, voldaan in zelfverwerkelijking, zonder zich te bekommeren om materieel comfort of om een identiteit, zonder een plan rondreisde, omringd door kinderen en met het voorkomen van een bedelmonnik[, hij was naakt]. (Vedabase)

 

Tekst 26

Hij, zestien jaar oud, had een fijngebouwd lichaam met delicate armen, benen, handen, dijen, schouders en voorhoofd. Zijn ogen waren prachtig groot in een gezicht met een hoog oplopende neus, daarbij passende oren, fijne wenkbrauwen en een nek die zo welgevormd was als een hoornschelp.

Hij, slechts zestien jaar oud, was met zijn benen, handen, dijen, armen, schouders, voorhoofd en overige lichaamsdelen van een fijne bouw. Zijn ogen waren prachtig groot en met een hoog oplopende neus en daarbij passende oren had hij een gezicht met fijne wenkbrauwen en een nek die zo welgevormd was als een hoornschelp. (Vedabase)

 

Tekst 27

Met diepliggende sleutelbeenderen, een gewelfde borst en een diepe navel had hij een fraai gelijnde buik. Geheel naakt met krullend, zwart, loshangend haar en lange armen was zijn tint die van de beste onder de goden [van Krishna; een donkere huid].

Met diepliggende sleutelbeenderen, een gewelfde borst en een diepe navel had hij een fraai gelijnde buik. Geheel naakt met krullend, zwart, loshangend haar en extra lange armen was zijn tint die van de beste onder de goden [Krishna; een donkere huid]. (Vedabase)

 

Tekst 28

Hoewel hij zijn naaktheid bedekte, herkenden de wijzen, die een goed oog hadden voor iemands lichaamsbouw, de symptomen van de zwarte, donkere huid, de eeuwige schoonheid van zijn prille leeftijd en de aantrekking voor het andere geslacht met zijn mooie glimlachen. En dus stonden ze allen op van hun zitplaatsen.

Hoewel hij zijn naaktheid bedekte, herkenden de wijzen, die een goed oog hadden voor iemands lichaamsbouw, de symptomen van de zwartachtige huid, de schoonheid van zijn prille leeftijd en de aantrekking voor het andere geslacht met zijn mooie glimlachen - en zo stonden ze toen allen op van hun zitplaatsen. (Vedabase)

 

Tekst 29

Om de nieuwe gast te verwelkomen, boog degene die altijd door Vishnu wordt beschermd [Parīkchit], zich voor hem om hem zijn eerbetuigingen te brengen. Zijn minder ontwikkelde gevolg van jongens en vrouwen trok zich meteen terug toen hij zijn verheven zitplaats innam in ontvangst van het respect.

Om de nieuwe gast te verwelkomen, boog degene die altijd door Vishnu wordt beschermd [Parīkchit], zich voor hem om zijn eer te betuigen. Zijn minder ontwikkelde gevolg van jongens en vrouwen trok zich toen terug op het moment dat hij in ontvangst van het respect zijn verheven zitplaats innam. (Vedabase)

 

Tekst 30

Aldaar omringd door de grootsten van de grote heiligen onder de brahmanen, edellieden en goddelijke zielen, straalde S'ukadeva, gelijk de hoogste heer, zo prachtig als de maan omringd door de planeten, hemellichamen en sterren.

S'ukadev, daar omringd door de grootsten der grote heiligen onder de brahmanen, edellieden en goddelijken, vormde een allerverhevenste en capabele verschijning, zo prachtig stralend als de maan omringd door de planeten, hemellichamen en sterren. (Vedabase)

 

Tekst 31

Kalm, intelligent en zelfverzekerd daar zittend, werd de wijze  benaderd door de grote toegewijde, de koning, die zich op gepaste wijze met gevouwen handen voor hem verbuigend, beleefd en vriendelijk vragen stelde.

Kalm, intelligent en zelfverzekerd daar zittend werd de wijze door de grote toegewijde, de koning, benaderd, die zich op gepaste wijze met gevouwen handen voor hem verboog en hem toen op beleefde wijze en vriendelijk vragen stelde. (Vedabase)

 

Tekst 32

Parīkchit zei: 'O brahmaan, welk een zegen is het voor ons, kshatriyavrienden, om met de genade van u als onze gast,  vandaag  te zijn verkozen als de dienaar van de toegewijde, om met het bezoek van uw goede zelf onze weg te mogen vinden.

Parīkchit zei: 'O brahmaan, vandaag genieten wij van de heersende klasse het voorrecht de toegewijde te mogen dienen als vrienden verenigd in uw genade, omdat uw goede zelf met het maken van uw opwachting als gast, al het goede in ons naar boven brengt. (Vedabase)

 

Tekst 33

Als we denken aan uw persoon zuivert dat terstond al de plaatsen waar we wonen, om nog maar te zwijgen over wat het betekent om u te zien, u aan te raken, uw voeten te wassen en u een zetel aan te bieden!

Als we denken aan uw persoon zuivert dat meteen al de plaatsen die we bewonen, om nog maar te zwijgen over wat het betekent om u te zien, u aan te raken, uw voeten te wassen en u een zetel aan te bieden. (Vedabase)

 

Tekst 34

Door uw aanwezigheid, o grote mysticus, worden onze zwaarste zonden terstond weggevaagd, precies zoals het ongelovigen vergaat in de aanwezigheid van Vishnu.

Door uw aanwezigheid, o grote mysticus, worden de grootste van onze zonden direct weggevaagd, precies zoals het een ongelovige vergaat in de nabijheid van Vishnu. (Vedabase)

 

Tekst 35

Eindelijk is Krishna, de Allerhoogste Heer die zo geliefd is bij de zoons van Pāndu, tevreden over mij en heeft Hij, vanuit Zijn genegenheid voor Zijn neven, mij, hun afstammeling, [met uw komst] aanvaard als een van de hunnen.

Eindelijk is Krishna, de Allerhoogste Heer die zo geliefd is bij de zoons van Pāndu, mij genadig en heeft Hij, voor de voldoening van Zijn neven en broers mij, hun afstammeling, aanvaard als een van de hunnen. (Vedabase)

 

Tekst 36

Hoe zou het anders mogelijk zijn dat u, uit eigen beweging, speciaal voor iemand die op het punt staat te sterven, hier bent verschenen om ons te ontmoeten, terwijl u, volmaakt als u bent, zich normaal gesproken ongezien beweegt onder de gewone man?

Hoe was het anders mogelijk dat u, speciaal voor iemand die op het punt staat te sterven, uit eigen beweging hier kon verschijnen om ons te ontmoeten, terwijl u, volmaakt als u bent, normaal gesproken niet onder de gewone man wordt aangetroffen? (Vedabase)

 

Tekst 37

Derhalve smeek ik u, de meest verheven geestelijk leraar van de asceten, wat voor een persoon in dit leven het pad van de perfectie inhoudt, en met name wat dat voor iemand die op het punt staat te sterven betekent.

Derhalve smeek ik u, de meest verheven geestelijk leraar der asceten, duidelijk te maken wat voor een persoon in dit leven de volmaaktheid, de uiteindelijke zaligheid zou zijn, en wat allemaal voor iemand die op het punt staat te sterven de plicht zou zijn. (Vedabase)

 

Tekst 38

Leg alstublieft uit waar iemand naar moet luisteren en waar hij op moet mediteren, o meester, wat hij moet doen, wat hij in gedachten moet houden en wat hij moet dienen, alsook wat daarmee in strijd zou zijn.

Leg alstublieft uit, o meester, waar de mensen in het algemeen naar moeten luisteren en wat ze moeten bezingen, wat ze moeten doen, wat ze in gedachten moeten houden en delen, alsmede wat in strijd met de beginselen zou zijn. (Vedabase)

 

Tekst 39

Dit vraag ik u omdat men, o allerhoogste toegewijde, u thuis bij de huishouders zich zelden langer ziet ophouden dan precies de tijd nodig om een koe te melken.' "

Dit omdat, o allerhoogste toegewijde, men u zich thuis bij de huishouders zelden langer ziet ophouden dan de precieze tijd nodig om een koe te melken'." (Vedabase)

 

Tekst 40

Sūta zei: "Aldus op aangename wijze toegesproken en ondervraagd door de koning, begon de verheven zoon van Vyāsadeva, goed thuis in de kennis van iemands eigenlijke plicht, met zijn antwoord."

Sūta zei: "Aldus op aangename wijze toegesproken en ondervraagd door de koning, begon de verheven zoon van Vyāsadeva die zo goed thuis was in de kennis van de ware plicht, met zijn antwoord." (Vedabase)

 

 

 

 

 

 

 

Creative Commons
                License
De tekst en de audio worden aangeboden onder de
Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License.
De afbeelding is getiteld: "S'ukadeva Reciting the Bhāgavata Purāna
(Ancient Stories of the Lord) to Savant Singh" (Reigned 1748-1757),
1750-1775 India, Rajasthan, Kishangarh, South Asia. Ter beschikking gesteld door:
LACMA.
Productie: de
Filognostische Associatie van De Orde van de Tijd
 

 

 

 

Feed-back | Links | Downloads | MuziekAfbeeldingen | Wat is er Nieuw? | Zoeken | Donaties