HOOFDSTUK
3: DE YOGA VAN DE ACTIE Over hoe
men de intelligentie de baas wordt (1) Arjuna zei:
'Als intelligent zijn beschouwd wordt als zijnde beter dan het doen van
vruchtdragende arbeid, zoals je zei o Janârdana, waarom betrek je
me dan in deze afgrijselijke actie Kes'ava? (2)
Je brengt mijn intelligentie zeker in de war met je dubbelzinnige
woorden, wees er daarom alsjeblieft zeker van me van enkel
één ervan te vertellen zodat ik er echt mijn voordeel mee
kan doen.' (3) De
Allerhoogste Heer zei: 'In deze wereld
zijn er twee soorten van geloof, zoals Ik je voorheen heb verteld o
zondenloze, het is het zich verbinden in de kennis van de analytische
geest [om stabiliteit van de intelligentie te bereiken] en de
verbondenheid in handelen [het verzaken van het verlangen naar de
vruchten] zoals gepraktizeerd door toegewijden [de moedwil van de
yoga]. (4) Noch door het verzaken van arbeid bereikt
een mens de bevrijding noch zal hij slagen door het simpelweg afzien
van [de vruchten]. (5) Voorzeker is
niemand ook maar voor een moment zonder handelen en zeker wordt
iedereen onweerstaanbaar aangetrokken door vruchtdragende arbeid [het
ondergaan van karma] overeenkomstig de kwaliteiten voortkomend uit de
natuurlijke geaardheden. (6)
Een ieder die, in het beheersen van de zintuigen, in zijn geest
vasthoudt aan het denken over de zinsobjecten, is een dwaze ziel die
schijnheilig wordt genoemd. (7)
Maar iemand die, de zinnen regulerend middels zijn geest, o Arjuna, een
begin maakt met het verbinden van zijn zintuigen in het werken zonder
de gehechtheid van het verlangen naar de vruchten [karma-yoga] - hij is
verreweg de betere. (8) Doe je
voorgeschreven plichten, daar werken natuurlijk beter is dan niet
werken - zelfs het onderhouden van je lichaam gaat nooit zonder het
effect van arbeid. (9) Werk met de
bedoeling te offeren, anders zal werk je aan deze wereld binden. Werk
gedaan met dat doel voor ogen, o zoon van Kuntî, zal je volmaakt
bevrijden van dat [materiële] samengaan. (10) In het begin
bij het ontstaan van de
generaties tezamen met de offers, zei de Heer der Mensheid
[Brahmâ, de Schepper] hiertoe: 'Wees meer en meer welvarend; moge
dit [offer] u alles brengen wat u verlangt.' (11) De goden behaagd hebbend met offers, zullen
de goden jouw behagen en aldus elkaar wederzijds behagend zal je het
Allerhoogste bereiken. (12) De goden
tevreden gesteld door offers zullen je zeker belonen met alles wat je
nodig hebt om te leven, maar hij die van de gegeven dingen geniet
zonder offers te brengen is voorzeker een dief. (13) Etend van de offers vinden de toegewijden
verlossing van allerlei zonden, maar de onzedigen die alleen maar
overwegen hun zinnen te behagen eten slechts van moeilijkheden. (14) Van granen groeien materiële lichamen,
van regens is er de productie van graan terwijl regens mogelijk worden
met [het bewateren middels] offers die uit plichtsbesef worden
gebracht. (15) Men beseft zijn plicht door de cultuur van
de kennis terwijl de regulatie van die kennis van het Allerhoogste is,
derhalve zal men in het offeren altijd de alles-doordringende geest
vinden. (16) Daarom is het
zo dat iemand die in zijn
leven niet deze [cakra*-] orde zoals vastgelegd in de Veda's
aanneemt, een nutteloos leven leidt vol van zonde en zinsbevrediging. (17) Maar iemand die behagen schept in de ziel
blijft zeker een in zichzelf alleen tevreden, zelfgerealiseerd mens die
bevrijd is van verplichtingen. (18)
Uiteraard zal zijn doen en laten in deze wereld er nooit met een
materieel oogmerk zijn en nimmer zal hij er enig voordeel in zien zijn
toevlucht te zoeken tot andere levende wezens. (19) Derhalve, doe je werk voortdurend onthecht
bij wijze van plicht, omdat men onthecht arbeid verrichtend zeker de
Oorspronkelijke Persoon zal bereiken. (20) Voorzeker
bereikten zelfs koningen als
Janaka [de vader van Sîtâ, de vrouw van Râma] en
anderen de volmaaktheid door dit werk en ook in overweging van wat de
wereld nodig heeft moet je handelen. (21)
Wat een respectabele leider doet wordt zeker en enkel alleen maar
gedaan terwille van andere mensen en wat het voorbeeld ook is dat hij
geeft, zal de hele wereld doen in navolging. (22) Voor Mij is er geen verplichting dienst te
leveren in de drie werelden [hemel, hel en vagevuur], niettemin,
inderdaad zonder eisen te stellen of verlangens iets te vergaren, ben
Ik ook bij allerlei activiteiten betrokken. (23)
Zeker zal, als Ik ooit nalaat op die manier met grote zorg bezig te
zijn, de weg die Ik dan volg door alle mensen in ieder opzicht worden
gevolgd, o zoon van Prithâ. (24)
Al deze werelden zouden in chaos vervallen als Ik Mijn werk niet zou
doen; Ik zou verwarring stichten en al deze bestaansvormen vernietigen.
(25) Zoals de onwetenden hun werk in gehechtheid
doen, o afstammeling van Bharata, zo moeten zij die geleerd hebben
handelen zonder gehechtheid erbij verlangend het voorbeeld te zijn voor
de gewone man. (26) Hij behoort
het denken van de onwetenden die gehecht zijn aan de vruchten van hun
arbeid niet te verstoren; een wijs iemand behoort, begaan met zijn
plicht, allen in te passen in zijn werk. (27) Van al de
verschillende activiteiten
verricht met de geaardheden der materiële natuur, denkt het zelf,
verbijsterd door de identificatie met het fysieke, aldus dat hij het
zelf is die handelt. (28) Maar de
principiële werkelijkheid kennend [tattva] van de werkzame
geaardheden, o machtig-gearmde, raakt hij, die bedachtzaam is op het
verschil tussen de zinnen en hun betrokkenheid, nooit gehecht. (29) Begoocheld door de natuurlijke geaardheden
raken die personen die weinig kennis hebben en nalatig zijn in de
zelfverwerkelijking, verstrikt in materiële activiteiten; ze
moeten niet van streek gebracht worden door diegenen die weten. (30) Draag derhalve aan Mij allerlei soorten van
arbeid op in het volle besef van je ziel, met een bewustzijn vrij van
het verlangen naar winst en eigendom en in die staat verkerend: vecht
dan zonder twijfel! (31) Zij die deze
aanwijzingen over het eeuwige
navolgen op een gereguleerde manier met geloof en toewijding zonder te
kijken naar anderen; zij allen zullen bevrijd raken van zelfs de
gebondenheid der vruchtdragende arbeid. (32)
Maar zij echter die niet geregeld mijn instructies opvolgen uit
afgunst, zijn verward over alle kennis en ken hen goed als zijnde
verloren zonder die dienstbaarheid. (33)
Hij die studeerde probeert naar zijn eigen aard [zich te verhouden tot]
de geaardheden der natuur; niettemin zijn alle levende wezens eraan
onderworpen [de
schepping, handhaving en vernietiging] - wat kan men [dan] verwachten van nederlaag en
vernietiging? (34) Die
gehechtheid en afkeer van de zinnen in verhouding tot hun objecten moet
worden gereguleerd daar men zeker nooit onder de controle van
dergelijke struikelblokken moet komen te staan. (35) Het is beter [daartoe] de eigen aard te
volgen en vele fouten te maken dan volmaakt te zijn in het op een
vervreemde manier te werk te gaan; het is [aldus] beter vernietiging te
vinden in het navolgen van de eigen plicht dan met een vervreemd
plichtsbesef gevaar te lopen.' (36) Arjuna zei:
'Waardoor is dan een mens
aangetrokken tot zonde zelfs als hij het niet wil, o afstammeling van
Vrishni [Krishna's familienaam], alsof hij er met geweld toe gedreven
wordt?' (37) De
Allerhoogste Heer zei: 'Het is lust, het
is woede geboren uit de geaardheid hartstocht welke het alles
vernietigende grote zondige is; weet dat dit hier je grootste vijand
is. (38) Precies zoals rook om een vuur blijft
hangen, een spiegel bedekt is met stof en een baarmoeder een embryo
omsluit, zo ook is door deze lust [het weten] overdekt. (39) Het kennen van de kenner, die overdekt is
door deze eeuwige vijand in de vorm van [het ongereguleerde] verlangen,
o zoon van Kuntî, is precies als een vuur nooit tevreden. (40) De zinnen, de geest en de intelligentie
worden de zetel van deze lust genoemd welke door al dezen de kennis
versluierd in het overdekken van de belichaamde [ziel]. (41) Daarom moet je, vanaf het begin de zinnen
regulerend, o beste onder de Bhârata's, deze aandrift van de
zonde weerstaan die de vernietiger is van de kennis en de wijsheid. (42) De zinnen staan boven de dingen zegt men en
meer dan de zinnen is de superieure [sturende] geest. Eveneens
daarboven staat de [plannende] intelligentie - maar meer dan de
intelligentie is Hij die [de controlerende transcendente ziel is die]
daarboven staat. (43) Derhalve,
superieur aan de intelligentie, wetende van het tot rust brengen van
het denken, overwin moedwillig deze vijand, o machtig-gearmde, welke zo
formidabel is in de vorm van de lust.' * Cakra: heeft betrekking op
de S'is'umâra Cakra (S.B. 2.2: 24-25), de sterrenhemel, de 'navel van Vishnu' als de waarneembare
Vâsudeva en de verdeling van de tijd zoals gegeven in het S'rîmad Bhâgavatam Canto 3 hoofdstuk 11. Zie ook De Orde van de Tijd: wetenschap.
Filognostisch* begrip van de Bhagavad Gîtâ van OrdeArjuna zei: 'Als intelligent zijn beschouwd wordt als zijnde beter dan het doen van vruchtdragende arbeid, zoals je zei o Janârdana, waarom betrek je me dan in deze afgrijselijke actie Kes'ava?
FILOGNOSTISCHE VERTALING
Arjuna zei: 'Je zegt dat het beter is af te gaan op de intelligentie dan om het resultaat van een overwinning te verlangen, o aansporing van de mens. Als dat zo is, waarom moedig je me dan aan deze verschrikkelijke confrontatie aan te gaan, o toonbeeld van schoonheid? (Sanskriet & traditie)
Je brengt mijn intelligentie zeker in de war met je dubbelzinnige woorden, wees er daarom alsjeblieft zeker van me van enkel één ervan te vertellen zodat ik er echt mijn voordeel mee kan doen' .
FILOGNOSTISCHE VERTALING
Sticht je geen verwarring in dezen als je je dermate dubbelzinnig uitlaat? Zeg me voor welke benadering ik zou moeten kiezen, zodat ik werkelijk mijn voordeel kan doen met wat je zegt!' (Sanskriet & traditie)
De Allerhoogste Heer zei: 'In deze wereld zijn er twee soorten van geloof, zoals Ik je voorheen heb verteld o zondenloze, het is het zich verbinden in de kennis van de analytische geest [om stabiliteit van de intelligentie te bereiken] en de verbondenheid in handelen [het verzaken van het verlangen naar de vruchten] zoals gepraktizeerd door toegewijden [de moedwil van de yoga].
FILOGNOSTISCHE VERTALING
Krishna zei: 'Inderdaad, in deze wereld kan je tussen twee benaderingen kiezen, zoals ik je voorheen al zei o man zonder overtredingen. Enerzijds, kan je je spiritueel verbinden in de analytische geest, en anderzijds kan je je verbinden in de toewijding van een of andere vorm van handelen. (Sanskriet & traditie)
Noch door het verzaken van arbeid bereikt een mens de bevrijding noch zal hij slagen door het simpelweg afzien van [de vruchten].
FILOGNOSTISCHE VERTALING
Een mens zal de perfectie niet bereiken als hij, als een toegewijd persoon, simpelweg onder zijn overige materiële verplichtingen probeert uit te komen, noch zal hij vrij zijn van handelingen en terugslagen als hij, zich afkerend van de wereld, zich verbindt terwille van enkel het inzicht. (Sanskriet & traditie)
Voorzeker is niemand ook maar voor een moment zonder handelen en zeker wordt iedereen onweerstaanbaar aangetrokken door vruchtdragende arbeid [het ondergaan van karma] overeenkomstig de kwaliteiten voortkomend uit de natuurlijke geaardheden.
FILOGNOSTISCHE VERTALING
Er is niemand die maar voor een moment kan bestaan zonder iets te doen. Of men het nu leuk vindt of niet, men is, naar gelang de hartstocht, de traagheid van geest of de goedheid waar men zich in bevindt, altijd, vanwege zijn karma, genoodzaakt te handelen. (Sanskriet & traditie)
Een ieder die, in het beheersen van de zintuigen, in zijn geest vasthoudt aan het denken over de zinsobjecten, is een dwaze ziel die schijnheilig wordt genoemd.
FILOGNOSTISCHE VERTALING
Vaststaat dat je maar doet alsof als je, met het inperken van de zinnen, er een geest op nahoudt die gericht is op het zintuiglijke. (Sanskriet & traditie)
Maar iemand die, de zinnen regulerend middels zijn geest, o Arjuna, een begin maakt met het verbinden van zijn zintuigen in het werken zonder de gehechtheid van het verlangen naar de vruchten [karma-yoga] - hij is verreweg de betere.
FILOGNOSTISCHE VERTALING
Maar Arjuna, als je, met het aandachtig reguleren van het zintuiglijke, een begin maakt met het, in onthechting van de resultaten van je arbeid, tot toewijding bewegen van de voor arbeid gemotiveerde zinnen, ben je veel beter bezig. (Sanskriet & traditie)
Doe je voorgeschreven plichten, daar werken natuurlijk beter is dan niet werken - zelfs het onderhouden van je lichaam gaat nooit zonder het effect van arbeid.
FILOGNOSTISCHE VERTALING
Samengevat: ook al is het enkel maar terwille van je lichaam, er is altijd werk te doen; hou je daarom bezig met het doen van je plicht, aangezien het beter is tot handelen over te gaan dan niets te doen. (Sanskriet & traditie)
Werk met de bedoeling te offeren, anders zal werk je aan deze wereld binden. Werk gedaan met dat doel voor ogen, o zoon van Kuntî, zal je volmaakt bevrijden van dat [materiële] samengaan.
FILOGNOSTISCHE VERTALING
Maar denk eraan het te doen als een offer, anders dans je naar de pijpen van de wereld; en aldus zal je, als je zo tewerk gaat o zoon van Kuntî, al je gehechtheid te boven komen. (Sanskriet & traditie)
In het begin bij het ontstaan van de generaties tezamen met de offers, zei de Heer der Mensheid [Brahmâ, de Schepper] hiertoe: 'Wees meer en meer welvarend; moge dit [offer] u alles brengen wat u verlangt.'
FILOGNOSTISCHE VERTALING
Toen hij met het universum een begin maakte met de generaties en de offers die ze moeten brengen, zei de Schepper, Heer Brahmâ, tot de mensheid: 'Moge het u meer en meer goed gaan, moge dit offer u alles brengen wat u maar verlangt'. (Sanskriet & traditie)
De goden behaagd hebbend met offers, zullen de goden jouw behagen en aldus elkaar wederzijds behagend zal je het Allerhoogste bereiken.
FILOGNOSTISCHE VERTALING
Als je de mensen van God behaagt met je offers, zullen zij op hun beurt jou een genoegen doen, en aldus het elkaar naar de zin makend zal de hoogste genade je deel zijn. (Sanskriet & traditie)
De goden tevreden gesteld door offers zullen je zeker belonen met alles wat je nodig hebt om te leven, maar hij die van de gegeven dingen geniet zonder offers te brengen is voorzeker een dief.
FILOGNOSTISCHE VERTALING
Als je met offers de vertegenwoordigers van God een genoegen doet, zal je dat alles brengen wat je maar nodig hebt, maar hij die van het leven geniet zonder offers te brengen, is zonder meer een dief. (Sanskriet & traditie)
Etend van de offers vinden de toegewijden verlossing van allerlei zonden, maar de onzedigen die alleen maar overwegen hun zinnen te behagen eten slechts van moeilijkheden.
FILOGNOSTISCHE VERTALING
Zij die toegewijd zijn eten van de offers die ze brengen, maar die onzuivere profiteurs die enkel maar eten om hun zinnen te bevredigen, belanden in allerlei moeilijkheden. (Sanskriet & traditie)
Van granen groeien materiële lichamen, van regens is er de productie van graan terwijl regens mogelijk worden met [het bewateren middels] offers die uit plichtsbesef worden gebracht.
FILOGNOSTISCHE VERTALING
Onze lichamen gedijen op granen, graan is er vanwege de regen, en regen treft men aan in gebieden waar men gewetensvol offers brengt om de gewassen voort te brengen. (Sanskriet & traditie)
Men beseft zijn plicht door de cultuur van de kennis terwijl de regulatie van die kennis van het Allerhoogste is, derhalve zal men in het offeren altijd de alles-doordringende geest vinden.
FILOGNOSTISCHE VERTALING
Die plicht wordt gerealiseerd in de cultuur van de kennis, en de kennis vindt zijn regulatie en orde met religieuze ontzeggingen; en aldus, om die reden, zal je in het offeren altijd de geest vinden die alles en iedereen verbindt. (Sanskriet & traditie)
Daarom is het zo dat iemand die in zijn leven niet deze [cakra*-] orde zoals vastgelegd in de Veda's aanneemt, een nutteloos leven leidt vol van zonde en zinsbevrediging.
FILOGNOSTISCHE VERTALING
Daarom is het zo dat hij die er in zijn leven niet in slaagt de cyclische orde van het offeren, zoals men die in de natuur aantreft, in zijn leven in te bouwen, met het dienen van zijn zintuigen, een leven vol van problemen heeft dat tamelijk zinloos is. (Sanskriet & traditie)
Maar iemand die behagen schept in de ziel blijft zeker een in zichzelf alleen tevreden, zelfgerealiseerd mens die bevrijd is van verplichtingen.
FILOGNOSTISCHE VERTALING
Anderzijds is degene die behagen schept in het ware en natuurlijke zelf, iemand die verlichting zal vinden in zelfrealisatie; en zo iemand, die de volmaakte tevredenheid enkel in zichzelf zoekt, kent geen verdere verplichtingen. (Sanskriet & traditie)
Uiteraard zal zijn doen en laten in deze wereld er nooit met een materieel oogmerk zijn en nimmer zal hij er enig voordeel in zien zijn toevlucht te zoeken tot andere levende wezens.
FILOGNOSTISCHE VERTALING
Wat hij uit plichtsbesef doet of laat in de wereld, zal hij nooit doen in horigheid aan de wereld, noch zal hij het nut ervan inzien in dezen achter de rug van andere levende wezens weg te kruipen. (Sanskriet & traditie)
Derhalve, doe je werk voortdurend onthecht bij wijze van plicht, omdat men onthecht arbeid verrichtend zeker de Oorspronkelijke Persoon zal bereiken.
FILOGNOSTISCHE VERTALING
En aldus rijst een mens boven de materie uit als hij onthecht, maar constant, gemotiveerd is om zijn werk te doen vanuit het oogpunt van de plicht. (Sanskriet & traditie)
Voorzeker bereikten zelfs koningen als Janaka [de vader van Sîtâ, de vrouw van Râma] en anderen de volmaaktheid door dit werk en ook in overweging van wat de wereld nodig heeft moet je handelen.
FILOGNOSTISCHE VERTALING
In onze familie zijn er grote voorbeelden van bestuurders die zich volmaakt wisten te redden met het zich strikt aan hun plicht houden, en zo ook behoor jij het als de juiste handelwijze te zien om voor anderen het goede voorbeeld te geven. (Sanskriet & traditie)
Wat een respectabele leider doet wordt zeker en enkel alleen maar gedaan terwille van andere mensen en wat het voorbeeld ook is dat hij geeft, zal de hele wereld doen in navolging.
FILOGNOSTISCHE VERTALING
Wat een achtenswaardig mens doet, zal door andere mensen net zo worden gedaan; dat wat hij doet zal door de hele wereld worden aanvaard als een voorbeeld dat navolging verdient. (Sanskriet & traditie)
Voor Mij is er geen verplichting dienst te leveren in de drie werelden [hemel, hel en vagevuur], niettemin, inderdaad zonder eisen te stellen of verlangens iets te vergaren, ben Ik ook bij allerlei activiteiten betrokken.
FILOGNOSTISCHE VERTALING
Ikzelf, zonder verplichtingen met betrekking tot het hemelse, het aardse of de onderwereld, ben evenzogoed bezig, ook al levert het mij verder niets op. (Sanskriet & traditie)
Zeker zal, als Ik ooit nalaat op die manier met grote zorg bezig te zijn, de weg die Ik dan volg door alle mensen in ieder opzicht worden gevolgd, o zoon van Prithâ.
FILOGNOSTISCHE VERTALING
Zie je, de ganse wereld zou op een chaos uitdraaien als mensen zoals ik het zouden nalaten hun werk te doen o zoon van Prithâ, het zou tot grote verwarring leiden en dan zou er van alle mensen op deze planeet niets terecht komen. (Sanskriet & traditie)
Al deze werelden zouden in chaos vervallen als Ik Mijn werk niet zou doen; Ik zou verwarring stichten en al deze bestaansvormen vernietigen.
FILOGNOSTISCHE VERTALING
Vanzelf zou de weg die ik zou volgen met het mislukken aandachtig tewerk te gaan, door een ieder in ieder opzicht worden bewandeld. (Sanskriet & traditie)
Zoals de onwetenden hun werk in gehechtheid doen, o afstammeling van Bharata, zo moeten zij die geleerd hebben handelen zonder gehechtheid erbij verlangend het voorbeeld te zijn voor de gewone man.
FILOGNOSTISCHE VERTALING
Aangezien de onwetende zijn werk doet in gehechtheid, o nakomeling van Bharata, moet de ontwikkelde mens dat zonder doen met de wens voor de gewone man het voorbeeld te geven. (Sanskriet & traditie)
Hij behoort het denken van de onwetenden die gehecht zijn aan de vruchten van hun arbeid niet te verstoren; een wijs iemand behoort, begaan met zijn plicht, allen in te passen in zijn werk.
FILOGNOSTISCHE VERTALING
Tegelijkertijd moet hij ook de gewone, onwetende mens die gehecht is aan zijn karma, niet van streek brengen; een geschoold mens moet, met het doen van zijn plicht, allen bij zijn werk proberen te betrekken. (Sanskriet & traditie)
Van al de verschillende activiteiten verricht met de geaardheden der materiële natuur, denkt het zelf, verbijsterd door de identificatie met het fysieke, aldus dat hij het zelf is die handelt.
FILOGNOSTISCHE VERTALING
De individuele ziel verbijsterd door het valse ego - zijn identificatie met het lichaam -, houdt zich, onder de invloed van de drievoudige aard van de materiële natuur, bezig met allerlei soorten van handelingen, en aldus beschouwt hij zichzelf als de doener. (Sanskriet & traditie)
Maar de principiële werkelijkheid kennend [tattva] van de werkzame geaardheden, o machtig-gearmde, raakt hij, die bedachtzaam is op het verschil tussen de zinnen en hun betrokkenheid, nooit gehecht.
FILOGNOSTISCHE VERTALING
Maar als een kenner van de allerhoogste waarheid o man van zelfbeheersing, als iemand bedacht op het verschil tussen de twee soorten van zich bezighouden met het werk van de zintuigen en met het werk voor de zintuigen, is hij nimmer zo gefixeerd. (Sanskriet & traditie)
Begoocheld door de natuurlijke geaardheden raken die personen die weinig kennis hebben en nalatig zijn in de zelfverwerkelijking, verstrikt in materiële activiteiten; ze moeten niet van streek gebracht worden door diegenen die weten.
FILOGNOSTISCHE VERTALING
Zij die, verbijsterd door de geaardheden der natuur, er op uit zijn die kwaliteiten te dienen, hebben, nalatig als ze zijn in de zelfverwerkelijking, er geen idee van; ze moeten niet van streek worden gebracht door degenen die het wel weten. (Sanskriet & traditie)
Draag derhalve aan Mij allerlei soorten van arbeid op in het volle besef van je ziel, met een bewustzijn vrij van het verlangen naar winst en eigendom en in die staat verkerend: vecht dan zonder twijfel!
FILOGNOSTISCHE VERTALING
In plaats daarvan, is het beter het met het verzaken van de wereld allemaal met mij in gedachten te doen, in de volle kennis van de ziel die gevoed wordt door een bewustzijn dat vrij is van verlangens en hebzucht; en waag je dan, met het aldus vrij zijn van de materiële koorts, in de strijd. (Sanskriet & traditie)
Zij die deze aanwijzingen over het eeuwige navolgen op een gereguleerde manier met geloof en toewijding zonder te kijken naar anderen; zij allen zullen bevrijd raken van zelfs de gebondenheid der vruchtdragende arbeid.
FILOGNOSTISCHE VERTALING
Allen die indachtig deze instructies, steeds van een praktijk zijn zo regelmatig als die van de natuur, zijn mensen van geloof en samen delen die zonder afgunst de vrijheid vinden, zelfs het vrij zijn van de band van de baatzuchtige arbeid. (Sanskriet & traditie)
Maar zij echter die niet geregeld mijn instructies opvolgen uit afgunst, zijn verward over alle kennis en ken hen goed als zijnde verloren zonder die dienstbaarheid.
FILOGNOSTISCHE VERTALING
Zij echter die begerig naar wat anderen hebben, vol van afgunst, niet van een dergelijke, naar mijn instructie geregelde, praktijk zijn, zijn in de war met iedere vorm van logica die men maar kan aanhangen; ken hen als zijnde verloren zonder het natuurlijke bewustzijn. (Sanskriet & traditie)
Hij die studeerde probeert naar zijn eigen aard [zich te verhouden tot] de geaardheden der natuur; niettemin zijn alle levende wezens eraan onderworpen [de schepping, handhaving en vernietiging] - wat kan men [dan] verwachten van nederlaag en vernietiging?
FILOGNOSTISCHE VERTALING
Ook al gaat een mens die in kennis verkeert op eigen houtje te werk, is hij desalniettemin onderworpen aan de natuurlijke geaardheden; wat voor zin heeft het dan om er zich van af te keren? (Sanskriet & traditie)
Die gehechtheid en afkeer van de zinnen in verhouding tot hun objecten moet worden gereguleerd daar men zeker nooit onder de controle van dergelijke struikelblokken moet komen te staan.
FILOGNOSTISCHE VERTALING
De zintuigen, gefixeerd in hun gerichtheid op hun voorwerpen, zijn van voorkeur en afkeer; en dit zijn emoties waardoor men zich nooit moet laten beheersen omdat ze zonder twijfel iemands struikelblokken vormen. (Sanskriet & traditie)
Het is beter [daartoe] de eigen aard te volgen en vele fouten te maken dan volmaakt te zijn in het op een vervreemde manier te werk te gaan; het is [aldus] beter vernietiging te vinden in het navolgen van de eigen plicht dan met een vervreemd plichtsbesef gevaar te lopen.
FILOGNOSTISCHE VERTALING
In geval van dit soort zaken verdient het verre de voorkeur de eigen weg te volgen en zich erbij te vergissen dan om perfect te zijn in het op een vervreemde manier te werk gaan; het is zonder twijfel beter om problemen te hebben in het volgen van de eigen aard dan om gevaar te lopen met het volgen van een vreemde manier.' (Sanskriet & traditie)
Arjuna zei: 'Waardoor is dan een mens aangetrokken tot zonde zelfs als hij het niet wil, o afstammeling van Vrishni [Krishna's familienaam], alsof hij er met geweld toe gedreven wordt?'
FILOGNOSTISCHE VERTALING
Arjuna zei: 'Wat is het dan dat een mens ertoe drijft om het kwade te doen, ook al wil hij het niet, o stierenkracht, alsof hij ertoe gedwongen wordt?' (Sanskriet & traditie)
De Allerhoogste Heer zei: 'Het is lust, het is woede geboren uit de geaardheid hartstocht welke het alles vernietigende grote zondige is; weet dat dit hier je grootste vijand is.
FILOGNOSTISCHE VERTALING
De fortuinlijke zei: 'De lust en de woede die je hebt van je hartstocht is het eeuwige kwaad dat de wereld naar de ondergang leidt; ken die emotionaliteit als je grootste vijand hier vandaag. (Sanskriet & traditie)
Precies zoals rook om een vuur blijft hangen, een spiegel bedekt is met stof en een baarmoeder een embryo omsluit, zo ook is door deze lust [het weten] overdekt.
FILOGNOSTISCHE VERTALING
Men is er door overdekt zoals een vuur door rook overdekt is, een spiegel door stof en een embryo door een baarmoeder. (Sanskriet & traditie)
Het kennen van de kenner, die overdekt is door deze eeuwige vijand in de vorm van [het ongereguleerde] verlangen, o zoon van Kuntî, is precies als een vuur nooit tevreden.
FILOGNOSTISCHE VERTALING
Net als vuur is het kennen van de kenner, die overdekt wordt door deze eeuwige vijand in de vorm van ongeregelde verlangens, nimmer bevredigd, o zoon van Kuntî. (Sanskriet & traditie)
De zinnen, de geest en de intelligentie worden de zetel van deze lust genoemd welke door al dezen de kennis versluierd in het overdekken van de belichaamde [ziel].
FILOGNOSTISCHE VERTALING
Deze lust beheerst de zinnen, de geest en de intelligentie, en zo is dan de ware kennis verhuld en is de belichaamde verbijsterd. (Sanskriet & traditie)
Daarom moet je, vanaf het begin de zinnen regulerend, o beste onder de Bhârata's, deze aandrift van de zonde weerstaan die de vernietiger is van de kennis en de wijsheid.
FILOGNOSTISCHE VERTALING
Perk daarom, om te beginnen, de zinnen in met behulp van een juiste regulatie, o beste van de Kurudynastie, en wendt aldus deze aandrift van het kwaad af welke de vernietiger is van alle kennis en wijsheid. (Sanskriet & traditie)
De zinnen staan boven de dingen zegt men en meer dan de zinnen is de superieure [sturende] geest. Eveneens daarboven staat de [plannende] intelligentie - maar meer dan de intelligentie is Hij die [de controlerende transcendente ziel is die] daarboven staat.
FILOGNOSTISCHE VERTALING
Men zegt dat de zinnen hoger geplaatst zijn dan hun voorwerpen, dat de geest boven hen staat, en dat de intelligentie de geest weer beheerst, maar jij, jij bent de meester van de intelligentie. (Sanskriet & traditie)
Derhalve, superieur aan de intelligentie, wetende van het tot rust brengen van het denken, overwin moedwillig deze vijand, o machtig-gearmde, welke zo formidabel is in de vorm van de lust.
FILOGNOSTISCHE VERTALING
Superieur aan de intelligentie, het allemaal wetend door het vooropgezet stabiliteit verlenen aan de geest, o man van zelfbeheersing, heers over en overwin aldus die o zo moeilijk te verslane vijand gevonden in de vorm van de lust.' (Sanskriet & traditie)
Versies geraadpleegd:
- Een Lied van Geluk - Een moderne Gîtâ - de moderne versie van filognosie (ook in mp3-audio).- Een Lied van Geluk - Een Klassieke Gîtâ - de klassieke versie van filognosie.
- The Bhagavad Gîta-as-it-is by Swami Bhaktivedânta Prabhupâda (PDF-download).
- The Bhagavad Gîta-as-it-is: online (version 1.0).
- The Bhagavad Gita by the Bhagavad Gita Trust.
- Bhagavad Gita by Sanderson Beck.
- Bhagavad Gita by Ramanad Prasad (American Gita society).
- Srimad Bhagavad-gita - The Hidden Treasure of the Sweet Absolute (from the Vaishnav' S'rî Caitanya Saraswath math).
Sanskrit dictionary: (Monier-Williams' 'Sanskrit-English Dictionary').
Productie
en
copyright
van
deze
vertaling:
Anand
Aadhar Prabhu
De filognostische vertaling is van dezelfde
auteur.
2007©Bhagavata.org