regelbalk



 

Canto 6

Dâmodarâshthaka

 

 

Hoofdstuk 19: De Uitvoering van het Pumsavana Ritueel

(1) De koning zei: 'O brahmaan, ik zou graag vernemen over de door u besproken pumsavana-gelofte waarmee men Heer Vishnu behaagt.'

(2-3) S'rî S'uka zei: 'Een vrouw moet, met de permissie van haar man, op de eerste dag van de lichte helft van de maand Agrahâyana [november-december] een begin maken met deze gelofte die alle verlangens in vervulling doet gaan. Na een bad te hebben genomen, haar tanden te hebben gepoetst, haar sieraden te hebben aangedaan en zich gekleed te hebben, moet ze vernemen over de geboorte van de Maruts. Vervolgens moet ze, zoals de brahmanen het voorschrijven, vóór het ontbijt als volgt de Allerhoogste Heer en de godin van het geluk aanbidden: (4) 'Mogen er mijn eerbetuigingen zijn voor U, o Onafhankelijke Heer [en vervulling] van alle verlangens. U, de echtgenoot van Lakshmî Devî, de Meester van de Perfecties, betoon ik mijn respect. (5) Omdat U de Heer van alle genade, weelde, vermogen, heerlijkheid en kracht bent, bent U de Ene Allerhoogste Meester van al de goddelijke kwaliteiten. (6) O S'rî Lakshmî, echtgenote van Heer Vishnu, u bent Zijn energie en hebt al de kwaliteiten van de Allerhoogste Persoonlijkheid. Weest u alstublieft tevreden over mij, o Godin van het Geluk, o Moeder van de Wereld. Moge er mijn respectvolle eerbetoon voor u zijn. (7) Mijn eerbetuigingen voor de Allerhoogste Heer en Persoonlijkheid van alle Macht die de echtgenoot is van die glorie van alle weelde. Hem met Zijn metgezellen bied ik mijn offergaven.'

Met het aldus aanroepen van Heer Vishnu met deze mantra, behoort ze iedere dag met de grootste aandacht offergaven aan te bieden bestaande uit giften, lampen, wierook, bloemen, geuren, sieraden, kleding, een heilige draad, water om te baden en water om de handen, voeten en mond te wassen. (8) Vervolgens moet wat overgebleven is van de offerande in het vuur worden geofferd met twaalf uitgietingen, waarbij men svâhâ [heil!] zegt met de mantra: 'O mijn Heer, al mijn respect voor U als de Ene Allerhoogste, Grootste Persoon die de echtgenoot bent van de glorie van alle weelde, de godin van het geluk [om namo bhagavate mahâ-purushâya mahâvibhûti-pataye svâhâ].'Vishnu and Lakshmi

(9) Heer Vishnu en de godin zijn de verleners van alle gunsten en vormen tezamen de bron van alle zegeningen. Als men alle weelde verlangt moet men dagelijks van toewijding zijn met dit eerbetoon. (10) Men moet in zijn toewijding, met een geest vol overgave, languit gestrekt op de grond ['dandavat'] zijn eerbetuigingen brengen door tien maal deze mantra op te zeggen en dan het volgende gebed doen: (11) 'Jullie twee zijn de eigenaars van het universum, de Allerhoogste Oorzaak. De uitwendige energie van de materiële wereld is lastig te doorgronden, het is de begoochelende macht die moeilijk te overwinnen is. (12) U, de Allerhoogste Persoonlijkheid, de Heer van Alle Offers, bent haar rechtstreekse Meester. Zij is de [oorspronkelijke gedaante van de] uitvoering van deze aanbidding, terwijl U de genieter van de vruchten bent. (13) Deze devî vormt het reservoir van alle eigenschappen terwijl U deze kwaliteiten manifesteert en geniet. De godin van het geluk is het lichaam, de zinnen en de geest terwijl U de Superziel van alle levende wezens vormt. Lakshmî is de naam en de vorm terwijl U de ondersteuning en de zekerheid bent. (14) Mogen mijn grote ambities in vervulling gaan, o Uttamas'loka, o Heer Geprezen in de Verzen. Jullie twee zijn immers de begunstigers en hoogste heersers van de drie werelden.'

(15) Dit is de manier waarop men tot Lakshmî en S'rînivâsa, haar verblijfplaats en verlener van gunsten, moet bidden. Na het offeren moet men de artikelen van de plechtigheid opbergen en in aanbidding de handen en mond wassen. (16) Dan moet men, met toewijding en een geest vol eerbied, van lof zijn met gebeden, de geur opsnuiven van het resterende geofferde voedsel en wederom Heer Vishnu aanbidden. (17) Met die offers moet de vrouw in opperste devotie haar echtgenoot aanvaarden als was hij de Hoogste Persoonlijkheid. Hij op zijn beurt moet [daarbij] ook liefdevol al de gewone en verheven plichten van zijn vrouw ondersteunen. (18) Als de echtgenote er niet toe in staat is, moet de echtgenoot het aandachtig uitvoeren, want als slechts één van hen het doet, zullen niettemin de man en vrouw er samen [de vruchten van plukken]. (19-20) Men moet niet afwijken van de [voorgeschreven] beoefening van deze gelofte aan Heer Vishnu om welke reden dan ook. Men moet dagelijks, op een georganiseerde manier, de brahmanen en de vrouwen samen met hun kinderen en echtgenoten, de restanten van de offers gunnen die bestaan uit bloemenslingers, sandelhout, voedsel en de opsier van de Godheid. Als men met inachtneming van de regulerende beginselen Hem de offergaven heeft aangeboden en de Godheid Zijn rust heeft gegund, moet men wat overbleef van het geofferde voedsel delen met anderen en het opeten. Dat is hoe men de zuivering van zijn ziel vindt en al zijn wensen in vervulling ziet gaan. (21) Met de aldus geregelde puja moet, na een periode van twaalf maanden ofwel een jaar, de  deugdzame vrouw dan vasten op de laatste dag [de volle maan] van Kârttika [oktober-november]. (22) De volgende ochtend water beroerend en als voorheen Heer Krishna vererend, moet de echtgenoot volgens de voorschriften [vastgelegd in de Grihya-sûtra's] een offer brengen, met twaalf uitgietingen in het vuur, van zoete rijst die met ghee in melk werd gekookt. (23) Na de brahmanen te hebben behaagd met het devoot voorover gebogen brengen van zijn eerbetuigingen, moet hij, met het hebben ontvangen van hun zegen op zijn hoofd, dan met hun permissie gaan eten. (24) De stem beheersend, behoort hij allereerst met vrienden en verwanten de leraar van het voorbeeld, de âcârya, naar behoren te ontvangen en dan de echtgenote de restanten te geven van het offer. Dat zal hem verzekeren van goed nageslacht en weelde. (25) Als een man deze gelofte volgens de instructies naleeft, verwerft hij in dit leven nog dat wat hij van de Almachtige vroeg. Een vrouw die dit ten uitvoer brengt is dan in staat om alle geluk, weelde, nageslacht, een lang levende man, een goede reputatie en een woning te krijgen. (26-28) Als ze niet getrouwd is, kan ze [met deze gelofte, vrata] een echtgenoot krijgen die is behept met alle goede kwaliteiten. Als ze geen man of zoon heeft, kan ze de staat van perfectie bereiken, de hoogste bestemming. Met een gestorven kind, kan ze een kind krijgen dat blijft leven en [aldus] welvarend zijn. Onfortuinlijk zal ze het geluk vinden en onaantrekkelijk zal ze een mooi lichaam krijgen. Een man die ziek is zal [met deze gelofte] bevrijd raken van zijn ziekte en zijn volle vermogen herwinnen. Als men deze weg volgend het er goed van afbrengt, zullen de voorvaderen en de goden enorm tevreden zijn. Heer Vishnu, de Genieter van Alle Offers [en Zijn godin] zal, als men deze ceremonie afrondt, alles vergunnen wat men zich maar wenst. O Koning, ik heb aldus uitgebreid verklaard hoe Diti de gelofte aflegde en geboorte gaf aan de vrome Maruts.'

 

Aldus eindigt het zesde Canto van het S'rîmad Bhâgavatam genaamd: Voorgeschreven Plichten voor de Mensheid.

 

next                 

 
Derde herziene editie, geladen 17 december, 2018.
 
 

 

 

Vorige Aadhar-editie en Vedabase links:

Tekst 1

De koning zei: 'O brahmaan, ik zou graag vernemen over de door u besproken pumsavana-gelofte waarmee men Heer Vishnu behaagt.'
De koning zei: 'O brahmaan ik zou graag vernemen over de door u besproken gelofte genaamd pumsavana waar Heer Vishnu mee wordt behaagd. (Vedabase)

 

Tekst 2-3

S'rî S'uka zei: 'Een vrouw moet, met de permissie van haar man, op de eerste dag van de lichte helft van de maand Agrahâyana [november-december] een begin maken met deze gelofte die alle verlangens in vervulling doet gaan. Na een bad te hebben genomen, haar tanden te hebben gepoetst, haar sieraden te hebben aangedaan en zich gekleed te hebben, moet ze vernemen over de geboorte van de Maruts. Vervolgens moet ze, zoals de brahmanen het voorschrijven, vóór het ontbijt als volgt de Allerhoogste Heer en de godin van het geluk aanbidden:

S'rî S'uka zei: 'Vanaf de eerste dag gedurende de lichte helft van de maand Agrahâyana [november-december], behoort een vrouw met de toestemming van haar man een begin te maken met deze gelofte die alle verlangens in vervulling zal doen gaan. Voor het ontbijt vernemend over de geboorte van de Maruts en de leringen van de brahmanen aanvaardend, moet ze een bad nemen en haar tanden wit poetsen, haar sieraden opdoen, zich kleden en als volgt de Allerhoogste Heer aanbidden die samen is met de Godin van het Geluk: (Vedabase)

 

Tekst 4

'Mogen er mijn eerbetuigingen zijn voor U, o Onafhankelijke Heer [en vervulling] van alle verlangens. U, de echtgenoot van Lakshmî Devî, de Meester van de Perfecties, betoon ik mijn respect.

'Mogen er al de eerbetuigingen zijn jegens U, o ongenaakbare Heer, wiens wil altijd geschiedt; U, de echtgenoot van Lakshmî Devî, de Meester aller Volmaaktheid, geldt al mijn respect. (Vedabase)

 

Tekst 5

Omdat U de Heer van alle genade, weelde, vermogen, heerlijkheid en kracht bent, bent U de Ene Allerhoogste Meester van al de goddelijke kwaliteiten.

Als Hij, die van alle genade, weelde, vermogen, heerlijkheid en kracht is o mijn Heer, bent U derhalve van al de goddelijke kwaliteiten de Ene Allerhoogste Meester. (Vedabase)

 

Tekst 6

O S'rî Lakshmî, echtgenote van Heer Vishnu, u bent Zijn energie en hebt al de kwaliteiten van de Allerhoogste Persoonlijkheid. Weest U alstublieft tevreden over mij, o Godin van het Geluk, o Moeder van de Wereld. Moge er mijn respectvolle eerbetoon voor u zijn.

O Lakshmî, echtgenote van Heer Vishnu, u bent Zijn energie en hebt al de kwaliteiten van de Allerhoogste Persoonlijkheid, weest alstublieft tevreden over mij o Godin van het Geluk, o Moeder van de Wereld, moge er alle respectvolle eerbetoon voor u zijn. (Vedabase)

   

Tekst 7

Mijn eerbetuigingen voor de Allerhoogste Heer en Persoonlijkheid van alle Macht die de echtgenoot is van die glorie van alle weelde. Hem met Zijn metgezellen bied ik mijn offergaven.'

Met het aldus aanroepen van Heer Vishnu met deze mantra, behoort ze iedere dag met de grootste aandacht offergaven aan te bieden bestaande uit giften, lampen, wierook, bloemen, geuren, sieraden, kleding, een heilige draad, water om te baden en water om de handen, voeten en mond te wassen.

Mijn eerbetuigingen voor de Allerhoogste Heer en Persoonlijkheid van alle Macht, de echtgenoot van die Grootheid aller Weelde met Zijn metgezellen; Hem bied ik mijn offergaven'.

Bij het aldus iedere dag aanroepen van Heer Vishnu met deze mantra moet zij dan met de grootste aandacht offergaven aanbieden bestaande uit giften, lampen, wierook, bloemen, geuren, sieraden, kleding, een heilige draad, water om te baden en water om de handen, voeten en mond te wassen.
(Vedabase)

 

Tekst 8

Vervolgens moet wat overgebleven is van de offerande in het vuur worden geofferd met twaalf uitgietingen, waarbij men svâhâ [heil!] zegt met de mantra: 'O mijn Heer, al mijn respect voor U als de Ene Allerhoogste, Grootste Persoon die de echtgenoot bent van de glorie van alle weelde, de godin van het geluk [om namo bhagavate mahâ-purushâya mahâvibhûti-pataye svâhâ].'

Vervolgens moet wat overgebleven is van de offerande in het vuur worden geofferd met twaalf uitgietingen Hem als volgt aanroepend: 'O Mijn Heer al mijn respect geldt U als de Ene Allerhoogste, de Grootste Genieter die de echtgenoot van de Godin van het Fortuin is'. (Vedabase)

 

Tekst 9

Heer Vishnu en de godin zijn de verleners van alle gunsten en vormen tezamen de bron van alle zegeningen. Als men alle weelde verlangt moet men dagelijks van toewijding zijn met dit eerbetoon.

Heer Vishnu en de godin verlenen alle gunsten en vormen tezamen de bron van alle zegeningen; als men al de weelde verlangt behoort men met toewijding dagelijks van aanbidding te zijn. (Vedabase)
  

Tekst 10

Men moet in zijn toewijding, met een geest vol overgave, languit gestrekt op de grond ['dandavat'] zijn eerbetuigingen brengen door tien maal deze mantra op te zeggen en dan het volgende gebed doen:

Languit uitgestrekt op de grond [dandavat] moet men in toewijding van het offeren zijn met een geest van overgave tien maal deze mantra opzeggend en dan het volgende gebed zingen: (Vedabase)

 

Tekst 11

'Jullie twee zijn de eigenaars van het universum, de Allerhoogste Oorzaak. De uitwendige energie van de materiële wereld is lastig te doorgronden, het is de begoochelende macht die moeilijk te overwinnen is.

'Jullie twee zijn inderdaad degenen die het universum in bezit hebben, de Allerhoogste Oorzaak. Deze uitwendige wereld van U is zeker moeilijk te doorgronden en het is moeilijk het innerlijk vermogen te boven te komen. (Vedabase)

Tekst 12

U, de Allerhoogste Persoonlijkheid, de Heer van Alle Offers, bent haar rechtstreekse Meester. Zij is de [oorspronkelijke gedaante van de] uitvoering van deze aanbidding, terwijl U de genieter van de vruchten bent.

U als de Allerhoogste Persoonlijkheid, U bent haar rechtstreekse Meester, Hij die van alle offers is; deze godin die heerst over al wat ik doe en deze Genieter der Vruchten die U bent aanbidt ik. (Vedabase)

 

Tekst 13

Deze devî vormt het reservoir van alle eigenschappen terwijl U deze kwaliteiten manifesteert en geniet. De godin van het geluk is het lichaam, de zinnen en de geest terwijl U de Superziel van alle levende wezens vormt. Lakshmî is de naam en de vorm terwijl U de ondersteuning en de zekerheid bent.

Voor deze devî als het reservoir van alle eigenschappen bent U daadwerkelijk Hij die vertoont en geniet, de Superziel van al de belichaamden; U bent ondersteuning en de oorzaak van de manifestatie van de naam, de vorm het lichaam, de zinnen en de geest van haar als Lakshmî, de Godin van het Geluk. (Vedabase)

 

Tekst 14   

Mogen mijn grote ambities in vervulling gaan, o Uttamas'loka, o Heer Geprezen in de Verzen. Jullie twee zijn immers de begunstigers en hoogste heersers van de drie werelden.'

Mogen, aangezien Jullie beiden de begunstigers en hoogste heersers van de drie werelden zijn, daarom, o Uttamas'loka, o Heer geprezen in de Verzen, mijn grote ambities in vervulling gaan.' (Vedabase)

 

Tekst 15   

Dit is de manier waarop men tot Lakshmî en S'rînivâsa, haar verblijfplaats en verlener van gunsten, moet bidden. Na het offeren moet men de artikelen van de plechtigheid opbergen en in aanbidding de handen en mond wassen.

Aldus behoort men tot Vishnu te bidden die met Lakshmî de verblijfplaats is van de godin en alle zegening brengt. Vervolgens moet men na het offeren en het eerbetoon alle dingen van de plechtigheid opbergen en de handen en mond wassen. (Vedabase)

 

Tekst 16

Dan moet men, met toewijding en een geest vol eerbied, van lof zijn met gebeden, de geur opsnuiven van het resterende geofferde voedsel en wederom Heer Vishnu aanbidden.

Dan moet men met toewijding en een geest vol eerbied, de geur van wat overgebleven is van het offer opsnuiven en wederom van aanbidding zijn voor Heer Vishnu. (Vedabase)

 

Tekst 17

Met die offers moet de vrouw in opperste devotie haar echtgenoot aanvaarden als was hij de Hoogste Persoonlijkheid. Hij op zijn beurt moet [daarbij] ook liefdevol al de gewone en verheven plichten van zijn vrouw ondersteunen.

Met die offerandes moet de vrouw, met liefde voor de echtgenoot die dan zelf ook alle gewone en verheven plichten vervult, devoot de geliefde echtgenoot aanvaarden als was hij de Hoogste Persoonlijkheid zelve. (Vedabase)


Tekst 18

Als de echtgenote er niet toe in staat is, moet de echtgenoot het aandachtig uitvoeren, want als slechts één van hen het doet, zullen niettemin de man en vrouw er samen [de vruchten van plukken].

Als de echtgenote er niet toe in staat is dat te volbrengen moet de echtgenoot dit met alle aandacht ten uitvoer brengen, daar als zelfs maar één van hen het uitvoert niettemin zowel de man als de vrouw het resultaat zullen genieten. (Vedabase)

   

Tekst 19-20

Men moet niet afwijken van de [voorgeschreven] beoefening van deze gelofte aan Heer Vishnu om welke reden dan ook. Men moet dagelijks, op een georganiseerde manier, de brahmanen en de vrouwen samen met hun kinderen en echtgenoten, de restanten van de offers gunnen die bestaan uit bloemenslingers, sandelhout, voedsel en de opsier van de Godheid. Als men met inachtneming van de regulerende beginselen Hem de offergaven heeft aangeboden en de Godheid Zijn rust heeft gegund, moet men wat overbleef van het geofferde voedsel delen met anderen en het opeten. Dat is hoe men de zuivering van zijn ziel vindt en al zijn wensen in vervulling ziet gaan.

Men moet niet met het naleven van deze gelofte aan Heer Vishnu breken om welke reden dan ook; dagelijks moet men op een georganiseerde manier de brahmanen en de vrouwen met hun kinderen de offers met bloemenslingers, sandelhout, voedsel en sierselen van de Godheid vergunnen. Als gevolg van het voor Hem plaatsen vindt men met het laten rusten van de Godheid, etend van wat werd geofferd en zoals het hoort het onder anderen verdelend, zuivering van de eigen ziel en de vervulling van alle wensen. (Vedabase)

 

Tekst 21

Met de aldus geregelde puja moet, na een periode van twaalf maanden ofwel een jaar, de deugdzame vrouw dan vasten op de laatste dag [de volle maan] van Kârttika [oktober-november].

Met de aldus geregelde pûjâ moet na een periode van twaalf maanden, een jaar, de vrouw dan vasten op de laatste dag [de volle maan] van Kârttika [oktober-november].   (Vedabase)

 

Tekst 22

De volgende ochtend water beroerend en als voorheen Heer Krishna vererend, moet de echtgenoot volgens de voorschriften [vastgelegd in de Grihya-sûtra's] een offer brengen, met twaalf uitgietingen in het vuur, van zoete rijst die met ghee in melk werd gekookt.

De volgende ochtend water beroerend behoort in aanbidding van Heer Krishna overeenkomstig de voorschriften van het koken van eten voor een offerande [zoals vastgelegd in de Grihya-sûtra's] als voorheen zoete rijst met ghee gekookt in melk te worden geofferd, waarbij de echtgenoot twaalf keer uitgietingen moet doen in het vuur.  (Vedabase)

 

Tekst 23

Na de brahmanen te hebben behaagd met het devoot voorover gebogen brengen van zijn eerbetuigingen, moet hij, met het hebben ontvangen van hun zegen op zijn hoofd, dan met hun permissie gaan eten. 

Met de toestemming der brahmanen, van wie hij de zegen op zijn hoofd aanvaardde na hen te hebben behaagd met eerbetoon, behoort hij dan in toewijding te eten. (Vedabase)


Tekst 24

De stem beheersend, behoort hij allereerst met vrienden en verwanten de leraar van het voorbeeld, de âcârya, naar behoren te ontvangen en dan de echtgenote de restanten te geven van het offer. Dat zal hem verzekeren van goed nageslacht en weelde.

Met vrienden en verwanten de spraak beheersend, behoort hij allereerst de leraar van het voorbeeld naar behoren welkom te heten en moet hij vervolgens de echtgenote geven wat er over is gebleven van het offer. Dat zal hem verzekeren van nageslacht en weelde. (Vedabase)

 

Tekst 25

Als een man deze gelofte volgens de instructies naleeft, verwerft hij in dit leven nog dat wat hij van de Almachtige vroeg. Een vrouw die dit ten uitvoer brengt is dan in staat om alle geluk, weelde, nageslacht, een lang levende man, een goede reputatie en een woning te krijgen.

Deze gelofte volgens de aanwijzing ten uitvoer brengend verwerft een man in dit leven alle zaken die hij verlangde van de Almachtige en is een vrouw dit ten uitvoer brengend in staat alle geluk, weelde, nageslacht, een lang levende man en een goede reputatie en woning te krijgen. (Vedabase)

 

Tekst 26-28

Als ze niet getrouwd is, kan ze [met deze gelofte, vrata] een echtgenoot krijgen die is behept met alle goede kwaliteiten. Als ze geen man of zoon heeft, kan ze de staat van perfectie bereiken, de hoogste bestemming. Met een gestorven kind, kan ze een kind krijgen dat blijft leven en [aldus] welvarend zijn. Onfortuinlijk zal ze het geluk vinden en onaantrekkelijk zal ze een mooi lichaam krijgen. Een man die ziek is zal [met deze gelofte] bevrijd raken van zijn ziekte en zijn volle vermogen herwinnen. Als men deze weg volgend het er goed van afbrengt, zullen de voorvaderen en de goden enorm tevreden zijn. Heer Vishnu, de Genieter van Alle Offers [en Zijn godin] zal, als men deze ceremonie afrondt, alles vergunnen wat men zich maar wenst. O Koning, ik heb aldus uitgebreid verklaard hoe Diti de gelofte aflegde en geboorte gaf aan de vrome Maruts.'

Ongetrouwd kan ze [naar deze vrata] een echtgenoot vrij van fouten met alle goede eigenschappen krijgen, zonder een echtgenoot of zoon bereikt ze het hemelverblijf; met een overleden kind kan ze er een krijgen die lang leeft, onfortuinlijk zal ze het geluk vinden en welvarend zijn, en lelijk zal ze schoonheid en uitmuntendheid vinden. Een zieke man wordt verlost van zijn ziekte en zal weer een capabel lichaam terug krijgen; dit in eerbetoon reciteren voor de voorvaderen en de goden zal hen beiden zowel als de Heer, de genieter van alle offers, ten zeerste behagen, zodat tevredengesteld zij, na het afronden van de offerplechtigheid, al iemands verlangens in vervulling zullen doen gaan. O Koning, aldus heb ik u uitgebreid verslag gedaan van de grote geboorte der Maruts en de vroomheid van Diti die de gelofte aflegde. (Vedabase)

 

 

 

 

 

 

Creative Commons
                  License
De tekst en de audio worden aangeboden onder de

Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License
.

De afbeelding is een populaire Hindoe-afbeelding van het goddelijk paar Vishnu en Lakshmî. Bron.
Productie: de Filognostische Associatie van De Orde van de Tijd



 

 

 

 

Feed-back | Links | Downloads | MuziekAfbeeldingen | Wat is er Nieuw? | Zoeken | Donaties