regelbalk



 

Canto 4

Arunodaya-kîrt./Jiv Jâgo

 

 

Hoofdstuk 17: Prithu Mahârâja Wordt Kwaad op de Aarde

(1) Maitreya zei: 'Nadat de zoon van Koning Vena aldus vanwege zijn kwaliteiten en handelingen was verheerlijkt als een verschijning van de Allerhoogste Heer, behaagde hij degenen die hadden gesproken met giften en bewees hij hen met loftuitingen alle eer. (2) De leiders van de brahmanen en de andere kasten, de dienaren, ministers, priesters, de burgers, al zijn onderdanen, de verschillende gemeenschappen en zijn vereerders respecteerde hij allen naar behoren.'

(3) Vidura zei: 'Waarom nam Moeder Aarde die zoveel gedaanten heeft, de gedaante van een koe aan? En wie was er met Koning Prithu die haar molk dan als het kalf en wat was de melkemmer? (4) Hoe vereffende hij haar [de godin] die van nature glooit en om welke reden stal de godheid [Indra] het offerpaard? (5) O brahmaan, welke staat bereikte de heilige koning nadat hij de praktische kennis had ontvangen van de machtige Sanat-kumâra* die zo goed thuis is in de Vedische wijsheid? (6-7) Alstublieft, o goedheid, vertel deze zo heel aandachtige toegewijde al het overige betreffende de Heer die we kennen als Adhokshaja [Hij die voorbij de zinnen is] en die als de zoon van Vena de aarde in de gedaante van die koe molk. Het is ongetwijfeld een genoegen de verhalen aan te horen over hem die vanuit de deugdzaamheid van zijn voorgaande incarnatie kwam tot zulke machtige en glorieuze daden.'

(8) Sûta zei: "Maitreya, zeer blij met Vidura die zo geïnspireerd was door de vertellingen over Vâsudeva, prees hem daarop en gaf antwoord. (9) Maitreya zei: 'Toen koning Prithu door de brahmanen op de troon werd gezet, mijn beste, en werd uitgeroepen tot de beschermer van de mensen, leden de burgers onder een voedseltekort. Ze benaderden hem toen, met hun door de honger uitgemergelde lichamen, om hem, de Beschermer van het Aardoppervlak, op de hoogte te stellen.

(10-11) 'O Koning, lijdend onder een honger die brandt gelijk een vuur in de holte van een boom, hebben we u vandaag benaderd om bij u onze toevlucht te zoeken. U bent immers de aangewezen persoon en de te raadplegen meester die de orders uitdeelt. Alstublieft, o Majesteit, probeer daarom ons, die geplaagd worden door de honger, het voedsel te verschaffen, o meester van alle heersers van de mensen. Als u niet optreedt als de beschermer van de mensen en de leider van de voedselverschaffing, zullen we omkomen!'
 
Prithu wordt boos(12) Maitreya zei: 'Prithu die het beklag van de burgers over hun deerniswekkende toestand aanhoorde, bezon zich een lange tijd, o beste van de Kuru's, en ontdekte wat de oorzaak was. (13) Met wijsheid tot die slotsom gekomen nam hij zijn boog ter hand en richtte hij een pijl op de aarde, als was hij de woedende Heer van de drie Steden [Heer S'iva die ooit drie forten doorboorde met één pijl].  (14) Toen de aarde zag dat hij zijn pijl en boog had opgepakt, veranderde ze bevend in een koe en sloeg ze op de vlucht, zo angstig als een hert opgejaagd door een jager. (15) Met ogen rood doorlopen van de woede maakte de zoon van Vena er jacht op en legde een pijl aan op zijn boog waarheen ze ook maar vluchtte. (16) Ziend hoe de koning haar met zijn wapens geheven achtervolgde rende de godin willekeurig in alle vier de windrichtingen, her en der haar heil zoekend daar waar hemel en aarde elkaar ontmoeten. (17) Net zoals de mens niet in staat is te ontsnappen aan de dood, kon ze nergens in de wereld aan de hand van de zoon van Vena ontsnappen en keerde ze tenslotte terug, zeer bevreesd en droef in haar hart.

(18) Ze zei: 'Aangezien u nu de grootheid, de fortuinlijke bent, o kenner van het dharma, o toevlucht van hen die te lijden hebben, redt me alstublieft! Uwe Majesteit bent er immers om de levende wezens te beschermen. (19) Waarom wilt u nu een arm onschuldig iemand doden? Hoe kan u, die bekend staat als een kenner van de religieuze beginselen, een vrouw als ik naar het leven staan? (20) Als het zo is dat zeker niemand ooit een vrouw zou moeten slaan zelfs al is ze zondig, hoeveel temeer moet dat dan niet gelden voor een persoonlijkheid als u, o Koning, iemand die zo vol van genade en genegenheid is voor de armen? (21) Als u mij breekt, deze zo heel sterke boot die de ganse wereld draagt, hoe kan u uzelf en uw onderdanen dan boven water houden?'

(22) Koning Prithu antwoordde: 'O beste bron van welvaart, als u zich niet houdt aan mijn regels zal ik u moeten doden omdat u, die wel uw aandeel van de offers aanvaardt, ons niet de agrarische producten verschaft. (23) U eet dagelijks het groenste gras, maar we zijn nooit zeker van de melk verschaft door uw uier. Moet een koe die aldus ongetwijfeld in overtreding is niet worden bestraft? (24) Minder intelligent mij niet gehoorzamend levert u voor ons niet de zaden voor de gewassen, de kruiden en het graan op die oorspronkelijk door de Schepper werden gevormd maar nu door u in uzelf verborgen worden gehouden. (25) Om aan de treurnis van al de getroffenen die honger lijden een einde te maken zal ik nu uw vlees aan stukken snijden met mijn pijlen. (26) Of het nu een man, een vrouw of een eunuch betreft, de koningen die  hen doden die zonder mededogen voor hun medeschepselen, als de laagste van allen, enkel uit zijn op hun eigenbelang, doden niet echt. (27) U, zo dwaas en ingebeeld, doet zich kennen als een koe van illusie. Dus zal ik u met mijn pijlen aan stukken snijden zo klein als korreltjes graan. Met de macht van mijn yoga zal ik persoonlijk al deze burgers in stand houden.'

(28) Dermate kwaad had hij de gedaante aangenomen van de dood in eigen persoon. De overgegeven planeet aarde die over haar hele lijf moest trillen, sprak toen met gevouwen handen. (29) De aarde zei: 'Mijn achting voor de Transcendentie, de Oorspronkelijke Persoon die met de materiële energie expandeerde tot de veelheid van vormen. Die bron van kwaliteiten biedt ik mijn eerbetuigingen, mijn respect voor de ware gedaante van Hem die, met al Zijn liefde en handelen, als de doener Zelf nooit is aangedaan omdat Hij niet verbijsterd is door de golven van de oceaan van de materie. (30) Hij die mij schiep als een toevluchtsoord voor alle levende wezens, als een combinatie van de verschillende geaardheden en elementen, Hij die nu voor me staat en die, op basis van Zijn eigen inspanningen, met Zijn wapens klaar van plan is me te  doden, bij wie anders zou ik mijn toevlucht moeten zoeken dan bij Hem? (31) U als Degene die in het begin al deze bewegende en niet bewegende bestaansvormen vanuit Zijn ondoorgrondelijke vermogen schiep en hen de bescherming bood van Zijn toevlucht, U die middels diezelfde mâyâ zich nu als deze koning vertoont, hoe kan U, die bescherming wil bieden als iemand die zich strikt aan de principes houdt, me nu willen doden? (32) Vanwege Zijn onoverwinnelijk vermogen is het plan van de Allerhoogste Meester nimmer duidelijk voor de menselijke wezens die altijd tekort schieten. Hij inderdaad, die bij machte van Zijn ondoorgrondelijke vermogens en heerschappij de Schepper en zijn schepping in het leven riep, is de Ene in de veelheid. (33) Ik biedt Hem mijn eerbetuigingen die de oorzaak is van de schepping, het behoud en de vernietiging van deze wereld, aan Hem die dankzij Zijn vermogens de oorzaak is van de stoffelijke elementen, de zinnen en de heersende halfgoden, de intelligentie en de vereenzelviging met de materie, aan Hem die deze energieën tentoonspreidt en inperkt en die de bovenzinnelijke Oorspronkelijke Persoonlijkheid en Oorzaak van alle Oorzaken is. (34) U was het die feitelijk deze wereld schiep die bestaat uit de elementen, de zinnen, de geest en het hart, o Almachtige. O Ongeborene, als het Oorspronkelijke Zwijn [Varâha] mij in stand houdend, tilde U mij vanuit de lagere regionen omhoog uit het water. (35) Mij bovenop het water geplaatst hebbend met de levende wezens bovenop mij staand als in een boot, bent U, die er werkelijk op uit bent bescherming te bieden, als een held de behoeder van de aarde geworden. En nu wilt U mij met scherpe pijlen doden vanwege de melk [die eraan ontbrak]! (36) De wegen en handelingen van Uw goddelijke incarnaties kunnen nimmer volledig worden doorgrond door levende wezens als ik of door gewone mensen wiens geesten als gevolg van Uw energie verbijsterd zijn door de geaardheden. Mijn eerbetuigingen voor alles van U, U die de helden zelf de roem bezorgt.'

         

next                         

 
Derde herziene editie, geladen 10 oktober 2017.

 

 

 

Voorgaande Aadhar-editie en Vedabase links:

Tekst 1

Maitreya zei: 'Nadat de zoon van Koning Vena aldus vanwege zijn kwaliteiten en handelingen was verheerlijkt als een verschijning van de Allerhoogste Heer, behaagde hij degenen die hadden gesproken met giften en bewees hij hen met loftuitingen alle eer. 
Maitreya zei: 'De zoon van koning Vena aldus in zijn kwaliteiten en handelingen verheerlijkt als een gedaante van de Allerhoogste Heer, behaagde diegenen die hadden gesproken met gaven, zelf ook met alle respect en gebed zijn offers brengend. (Vedabase)

 

Tekst 2

De leiders van de brahmanen en de andere kasten, de dienaren, ministers, priesters, de burgers, al zijn onderdanen, de verschillende gemeenschappen en zijn vereerders respecteerde hij allen naar behoren.'

De leiders der brahmanen, de andere kasten, de dienaren, ministers, priesters, de burgers, al zijn onderdanen, de verschillende gemeenschappen en zijn vereerders respecteerde hij allen naar behoren. (Vedabase)

  

Tekst 3

Vidura zei: 'Waarom nam Moeder Aarde die zoveel gedaanten heeft, de gedaante van een koe aan? En wie was er met Koning Prithu die haar molk dan als het kalf en wat was de melkemmer?

Vidura zei: 'Waarom nam de aarde die zoveel gedaanten heeft, de gedaante van een koe aan - en met koning Prithu die haar molk, wie was er dan als het kalf als ook: wat was de melkemmer? (Vedabase)

  

Tekst 4

Hoe vereffende hij haar [de godin] die van nature glooit en om welke reden stal de godheid [Indra] het offerpaard?

Hoe bracht hij eenvormigheid in de aanbidding tot stand die van nature zo uiteenloopt en om welke reden stal de godheid (Indra) het paard van het offer? (Vedabase)

 

Tekst 5

O brahmaan, welke staat bereikte de heilige koning nadat hij de praktische kennis had ontvangen van de machtige Sanat-kumâra* die zo goed thuis is in de Vedische wijsheid?

O brahmaan, wat was na de kennis over de praktijk te hebben ontvangen van de machtige Sanat Kumâra * die zo goed thuis is in de traditionele kennis, het doel dat de heilige koning bereikte? (Vedabase)

 

Tekst 6-7

Alstublieft, o goedheid, vertel deze zo heel aandachtige toegewijde al het overige betreffende de Heer die we kennen als Adhokshaja [Hij die voorbij de zinnen is] en die als de zoon van Vena de aarde in de gedaante van die koe molk. Het is ongetwijfeld een genoegen de verhalen aan te horen over hem die vanuit de deugdzaamheid van zijn voorgaande incarnatie kwam tot zulke machtige en glorieuze daden.'

Alstublieft, uit uw goedheid voor de Allerhoogste Persoon van Krishna, vertel van de Heer die ook gekend wordt als Adhokshaja [Hij die voorbij de zinnen is] deze zo heel aandachtige toegewijde over het melken van die koe door de zoon van Vena; het moet zonder twijfel een genoegen zijn over te gaan tot het aanhoren van de verhalen over hem die uit de deugdzaamheid van zijn voorgaande incarnatie kwam tot zulke machtige en glorieuze daden.' (Vedabase)

 

Tekst 8

Sûta zei: "Maitreya, zeer blij met Vidura die zo geïnspireerd was door de vertellingen over Vâsudeva, prees hem daarop en gaf antwoord.

Sûta zei: "Daarop prees de heilige Maitreya hem, zeer verheugd met de door de vertellingen over Vâsudeva geïnspireerde Vidura en gaf hij hem antwoord. (Vedabase)

 

Tekst 9

Maitreya zei: 'Toen koning Prithu door de brahmanen op de troon werd gezet, mijn beste, en werd uitgeroepen tot de beschermer van de mensen, leden de burgers onder een voedseltekort. Ze benaderden hem toen, met hun door de honger uitgemergelde lichamen, om hem, de Beschermer van het Aardoppervlak, op de hoogte te stellen.

Maitreya zei: 'Toen koning Prithu door de brahmanen op de troon werd gezet, mijn beste, en verklaard werd dat hij ook de beschermer der mensen was, leden de burgers onder een voedseltekort en benaderden ze met hun lichamen uitgemergeld van de honger hem om hem, de Beschermer van het Aardoppervlak, ervan op de hoogte te stellen. (Vedabase)

 

Tekst 10-11

'O Koning, lijdend onder een honger die brandt gelijk een vuur in de holte van een boom, hebben we u vandaag benaderd om bij u onze toevlucht te zoeken. U bent immers de aangewezen persoon en de te raadplegen meester die de orders uitdeelt. Alstublieft, o Majesteit, probeer daarom ons, die geplaagd worden door de honger, het voedsel te verschaffen, o meester van alle heersers van de mensen. Als u niet optreedt als de beschermer van de mensen en de leider van de voedselverschaffing, zullen we omkomen!'

'Wij, o Koning, lijdend onder een honger die brandt gelijk een vuur in de holte van een boom, zijn als zulke bomen vandaag tot u gekomen om bij u beschutting te zoeken daar u de aangewezen meester bent die het raadplegen waard is ons in de arbeid te betrekken. Derhalve, alstublieft Uwe Majesteit, probeer ons, die onder honger te lijden hebben, het voedsel te verschaffen, o meester over alle heersers der mensen; als u niet optreedt als de beschermer van de mensen ons allen in distributie van het voedsel aan het werk zettend, zullen we omkomen!'  (Vedabase)

  

Tekst 12

Maitreya zei: 'Prithu die het beklag van de burgers over hun deerniswekkende toestand aanhoorde, bezon zich een lange tijd, o beste van de Kuru's, en ontdekte wat de oorzaak was.

Maitreya zei: 'Prithu die de burgers hun beklag over hun deerniswekkende toestand aanhoorde, bezon zich daar een lange tijd op, o beste der Kuru's, en ontdekte wat de oorzaak was. (Vedabase)

 

Tekst 13

Met wijsheid tot die slotsom gekomen nam hij zijn boog ter hand en richtte hij een pijl op de aarde, als was hij de woedende Heer van de drie Steden [Heer S'iva die ooit drie forten doorboorde met één pijl].

Met die slotsom nam hij met wijsheid zijn pijl en boog op als de woedende Heer der drie Steden [Heer S'iva die ooit drie forten doorboorde met één pijl] en mikte een pijl richting aarde. (Vedabase)

 

Tekst 14

Toen de aarde zag dat hij zijn pijl en boog had opgepakt, veranderde ze bevend in een koe en sloeg ze op de vlucht, zo angstig als een hert opgejaagd door een jager.

Toen de aarde zag dat hij zijn pijl en boog had opgevat, sloeg ze bevend, veranderd in een koe, op de vlucht zo angstig als een hert opgejaagd door een jager. (Vedabase)

 

Tekst 15

Met ogen rood doorlopen van de woede maakte de zoon van Vena er jacht op en legde een pijl aan op zijn boog waarheen ze ook maar vluchtte.

Er toen jacht op makend had de zoon van Vena, met verschrikkelijke rode ogen van de woede, een pijl op zijn boog aangelegd waarheen ze ook maar vluchtte. (Vedabase)


Tekst 16

Ziend hoe de koning haar met zijn wapens geheven achtervolgde rende de godin willekeurig in alle vier de windrichtingen, her en der haar heil zoekend daar waar hemel en aarde elkaar ontmoeten.

Ziend hoe de koning haar achtervolgde met het heffen van zijn wapens, rende ze willekeurig in alle vier de windrichtingen, her en der in de ruimte tussen hemel en aarde wegvluchtend.  (Vedabase)

 

Tekst 17

Net zoals de mens niet in staat is te ontsnappen aan de dood, kon ze nergens in de wereld aan de hand van de zoon van Vena ontsnappen en keerde ze tenslotte terug, zeer bevreesd en droef in haar hart.

Nergens op aarde in staat te ontsnappen aan de hand van de zoon van Vena, precies zoals de mens niet in staat is te ontsnappen aan de dood, keerde ze tenslotte, zeer bevreesd en droef van hart, toen terug. (Vedabase)

 

Tekst 18

Ze zei: 'Aangezien u nu de grootheid, de fortuinlijke bent, o kenner van het dharma, o toevlucht van hen die te lijden hebben, redt me alstublieft! Uwe Majesteit bent er immers om de levende wezens te beschermen.

Ze zei: 'Aangezien u nu de grootheid, de fortuinlijke bent, o kenner der religie, o toevlucht van hen die te lijden hebben, redt me altublieft; Uwe Majesteit bent er immers voor de bescherming van de levenden. (Vedabase)
 
Tekst 19

Waarom wilt u nu een arm onschuldig iemand doden? Hoe kan u, die bekend staat als een kenner van de religieuze beginselen, een vrouw als ik naar het leven staan?

Waarom is het zo dat u nu juist die persoon wilt doden die zonder zonde is; hoe kan het zijn dat u een vrouw als ik naar het leven staat - u, die gezien wordt als de kenner der principes?  (Vedabase)

 

Tekst 20

Als het zo is dat zeker niemand ooit een vrouw zou moeten slaan zelfs al is ze zondig, hoeveel temeer moet dat dan niet gelden voor een persoonlijkheid als u, o Koning, iemand die zo vol van genade en genegenheid is voor de armen?

Als het zo is dat zeker niemand ooit een vrouw zou moeten slaan zelfs al is ze zondig, hoezeer moet dat dan niet gelden voor een persoonlijkheid als u, o Koning, een mens zo vol van genade en genegenheid voor de armen?  (Vedabase)

 

Tekst 21

Als u mij breekt, deze zo heel sterke boot die de ganse wereld draagt, hoe kan u uzelf en uw onderdanen dan boven water houden?'

Als u mij in stukken breekt, hoe moet dan deze zo sterke boot met alles van de wereld erin geladen, u zowel als al de mensen drijvende houden?' (Vedabase)

 

Tekst 22

Koning Prithu antwoordde: 'O beste bron van welvaart, als u zich niet houdt aan mijn regels zal ik u moeten doden omdat u, die wel uw aandeel van de offers aanvaardt, ons niet de agrarische producten verschaft.

Koning Prithu antwoordde: 'O mijn beste bron der welvaart, geen gehoor gevend aan mijn regels zal ik u ter dood moeten brengen; daar u, uw aandeel van de offers aanvaardend, ons niet in de overvloed voorziet. (Vedabase)

 

Tekst 23

U eet dagelijks het groenste gras, maar we zijn nooit zeker van de melk verschaft door uw uier. Moet een koe die aldus ongetwijfeld in overtreding is niet worden bestraft?

U eet dagelijks het groenste gras, maar we zijn nooit zeker van de melk verschaft door uw uier; is het dan niet aangewezen een koe die aldus ongetwijfeld in overtreding is te straffen? (Vedabase)

 

Tekst 24

Minder intelligent mij niet gehoorzamend levert u voor ons niet de zaden voor de gewassen, de kruiden en het graan op die oorspronkelijk door de Schepper werden gevormd maar nu door u in uzelf verborgen worden gehouden.

Mij niet gehoorzamend, van een mindere intelligentie, geeft u ons zeker niet de zaden voor de gewassen, de kruiden en het graan die voorheen door de Schepper werden gevormd maar nu door u in uzelf verborgen worden gehouden. (Vedabase)

 

Tekst 25

Om aan de treurnis van al de getroffenen die honger lijden een einde te maken zal ik nu uw vlees aan stukken snijden met mijn pijlen.

Om aan de treurnis van al de getroffenen lijdend onder de honger een einde te maken zal ik nu uw vlees in stukken snijden met mijn pijlen. (Vedabase)

 

Tekst 26

Of het nu een man, een vrouw of een eunuch betreft, de koningen die hen doden die zonder mededogen voor hun medeschepselen, als de laagste van allen, enkel uit zijn op hun eigenbelang, doden niet echt.

Of het nu een man, een vrouw of een eunuch betreft, de heersers die hem doden die als de laagste zonder mededogen voor zijn medeschepselen uit is op zijn eigenbelang, zijn niet werkelijk aan het doden. (Vedabase)

 

Tekst 27

U, zo dwaas en ingebeeld, doet zich kennen als een koe van illusie. Dus zal ik u met mijn pijlen aan stukken snijden zo klein als korreltjes graan. Met de macht van mijn yoga zal ik persoonlijk al deze burgers in stand houden.'

U, krankzinnig en ingebeeld, geeft blijk van uzelf als een koe van begoocheling; met mijn pijlen zal ik u in stukken snijden zo klein als korreltjes graan; door de macht van mijn yoga zal ik persoonlijk al deze burgers in stand houden.' (Vedabase)

 

Tekst 28

Dermate kwaad had hij de gedaante aangenomen van de dood in eigen persoon. De overgegeven planeet aarde die over haar hele lijf  moest trillen, sprak toen met gevouwen handen.

Dermate kwaad had hij de gedaante aangenomen van de dood in eigen persoon. De planeet aarde in overgave, die over haar hele lijf was begonnen te beven, sprak toen met gevouwen handen. (Vedabase)

 

Tekst 29

De aarde zei: 'Mijn achting voor de Transcendentie, de Oorspronkelijke Persoon die met de materiële energie expandeerde tot de veelheid van vormen. Die bron van kwaliteiten biedt ik mijn eerbetuigingen, mijn respect voor de ware gedaante van Hem die, met al Zijn liefde en handelen, als de doener Zelf nooit is aangedaan omdat Hij niet verbijsterd is door de golven van de oceaan van de materie.

De aarde zei: 'Mijn respect voor de Transcendentie, de Oorspronkelijke Persoon die met de materiële energie expandeerde in de veelheid van vormen; die bron der kwaliteiten biedt ik mijn eerbetuigingen, voor de ware gedaante die, naar Zijn liefde en Zijn handelen, is als iemand die Zelf handelt maar Zelf niet is aangedaan door de verbijstering als gevolg van de golven van de oceaan der materie. (Vedabase)

 

Tekst 30

Hij die mij schiep als een toevluchtsoord voor alle levende wezens, als een combinatie van de verschillende geaardheden en elementen, Hij die nu voor me staat en die, op basis van Zijn eigen inspanningen, met Zijn wapens klaar van plan is me te  doden, bij wie anders zou ik mijn toevlucht moeten zoeken dan bij Hem?

Hij, waarin al de levende wezens hun rust vinden, aan wie deze aarde als een combinatie van de verschillende geaardheden en elementen en ik zelf ons bestaan te danken hebben; Hij in Zijn eigen recht, klaar met Zijn wapens voor me staand, mag me zeker ter dood brengen - bij wie anders zou ik mijn toevlucht moeten zoeken dan bij Hem? (Vedabase)

 

Tekst 31

U als Degene die in het begin al deze bewegende en niet bewegende bestaansvormen vanuit Zijn ondoorgrondelijke vermogen schiep en hen de bescherming bood van Zijn toevlucht, U die middels diezelfde mâyâ zich nu als deze koning vertoont, hoe kan U, die bescherming wil bieden als iemand die zich strikt aan de principes houdt, me nu willen doden?

Als degene die al deze bewegende en niet bewegende bestaansvormen in den beginne vanuit Zijn eigen vermogen schiep, daarbij de bescherming van uw beschutting biedend; U, die naar waarheid ondoorgrondelijk bent en middels diezelfde mâyâ zichzelf nu als hem, deze koning vertoont; hoe kan U, bereid tot het bieden van bescherming als iemand die zich strikt aan de principes houdt, het verlangen mij te doden? (Vedabase)


Tekst 32

Vanwege Zijn onoverwinnelijk vermogen is het plan van de Allerhoogste Meester nimmer duidelijk voor de menselijke wezens die altijd tekort schieten. Hij inderdaad, die bij machte van Zijn ondoorgrondelijke vermogens en heerschappij de Schepper en zijn schepping in het leven riep, is de Ene in de veelheid.

Zeker is zonder twijfel, vanwege Zijn onoverwinnelijk vermogen, het plan van de Allerhoogste Meester nimmer duidelijk voor mensen die weinig ervaring hebben; Hij die dan schiep en aanzet tot schepping, is door Zijn ondoorgrondelijke vermogens en Heerschappij, de Ene in de veelheid. (Vedabase)

 

Tekst 33

Ik biedt Hem mijn eerbetuigingen die de oorzaak is van de schepping, het behoud en de vernietiging van deze wereld, aan Hem die dankzij Zijn vermogens de oorzaak is van de stoffelijke elementen, de zinnen en de heersende halfgoden, de intelligentie en de vereenzelviging met de materie, aan Hem die deze energieën tentoonspreidt en inperkt en die de bovenzinnelijke Oorspronkelijke Persoonlijkheid en Oorzaak van alle Oorzaken is.

De Ene die door Zijn eigen vermogen de oorzaak is van de schepping, het ontbinden en de handhaving van deze wereld, van de stoffelijke elementen, zinnen en heersende halfgoden, de intelligentie en de identificatie met de materie; Hij die Zijn vermogen tentoonspreidt met al deze energieën, die Bovenzinnelijke Oorspronkelijke Persoonlijkheid en oorzaak der oorzaken, biedt ik mijn eerbetuigingen. (Vedabase)

 

Tekst 34

U was het die feitelijk deze wereld schiep die bestaat uit de elementen, de zinnen, de geest en het hart, o Almachtige.  O Ongeborene, als het Oorspronkelijke Zwijn [Varâha] mij in stand houdend, tilde U mij vanuit de lagere regionen omhoog uit het water.

U was het die feitelijk deze wereld schiep die bestaat uit de elementen, de zinnen, de geest en het hart, o Almachtige, o Ongeborene, als het Oorspronkelijke Zwijn mij in stand houdend, mij uit het water halend vanuit lagere regionen [Varâha]. (Vedabase)

 

Tekst 35

Mij bovenop het water geplaatst hebbend met de levende wezens bovenop mij staand als in een boot, bent U, die er werkelijk op uit bent bescherming te bieden, als een held de behoeder van de aarde geworden. En nu wilt U mij met scherpe pijlen doden vanwege de melk [die eraan ontbrak]!

Mij bovenop het water geplaatst hebbend, met de levende wezens boven op mij staand als in een boot, bent U, daadwerkelijk eropuit zijnd te beschermen, in de gedaante van een held de behoeder der aarde geworden - desalniettemin wilt U mij nu met scherpe pijlen doden vanwege het gemis van de melk. (Vedabase)

 

Tekst 36

De wegen en handelingen van Uw goddelijke incarnaties kunnen nimmer volledig worden doorgrond door levende wezens als ik of door gewone mensen wiens geesten als gevolg van Uw energie verbijsterd zijn door de geaardheden. Mijn eerbetuigingen voor alles van U, U die de helden zelf de roem bezorgt.'

Inderdaad worden, zoals dat met mij zo is, door het gewone volk, door hen wiens geesten zijn verbijsterd omdat ze door de geaardheden een product van Uw energie zijn, de wegen en handelingen van Uw heersers nimmer volledig begrepen; mijn respect voor hen allen en voor U die de helden zelf de bekendheid verleent. (Vedabase)

*: Vandaag de dag zijn er vier belangrijke geestelijke erfopvolgingen in India: de Kumâra-, Brahmâ-, Lakshmî- en S'iva-sampradâya's. Deze onderhavige vertaling komt voort uit de Brahmâ-sampradâya.

 
 
 

 

 

 

Creative Commons License
De tekst en de audio worden aangeboden onder de

Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License
.

Het schilderij is getiteld: 'Prthu chases the goddess earth',
from an illustrated manuscript of the Bhagavata Purana Indian, Pahari, about 1740
Attributed to: Manaku, Indian, about 1700–1760. Bron:
Museum of Fine Art, Boston
Productie: de
Filognostische Associatie van De Orde van de Tijd



 

 

Feed-back | Links | Downloads | MuziekAfbeeldingen | Wat is er Nieuw? | Zoeken | Donaties