bij het boek de Bhâgavata Purâna

"Het Verhaal van de Fortuinlijke"

door KRISHNA -DVAIPÂYANA VYÂSA

Downloads:
Bekijk de volledige tekstbestanden boek voor boek.

Muziekbestanden
Luister naar MIDI en Audio-bestanden van de devotionele muziek

Afbeeldingen
Bekijk al de afbeeldingen van het boek

Links
Vind de oorspronkelijke tekst en vertaling hoofdstuk voor hoofdstuk en andere links




Afbeeldingen Canto 7 - pagina 1-2-3

Hoofdstuk 1 - 2 - 3 - 4 - 5


 

Hoofdstuk 1: De Opperheer is Iedereen Gelijkgezind

(13) Wat betreft dit [destructie/beschermingsplan] werd in het verleden op verzoek van koning Yudhishthhira, de man zonder vijanden, het volgende verhaal liefdevol verteld door de grote wijze van de verlichting [Nârada] tijdens de grote offerplechtigheid.



Hoofdstuk 2: Hiranyakas'ipu, de Koning van de Demonen over de Droevenis

(37) S'rî Yamarâja zei:'Ach, hoe kunnen jullie mensen, die ouder zijn dan ik en iedere dag van jullie leven getuige waren van de heerschappij van de natuurwet, nu zo verbijsterd zijn? Jullie zullen zelf naar dezelfde natuur terugkeren als waar deze man naar terugkeerde. Niettemin zijn jullie zinloos aan het huilen [vergelijk B.G. 2: 28]!


Hoofdstuk 3: Hiranyakas'ipu's Plan om Onsterfelijk te Worden

(29) Met de levenskracht tewerk gaand, vormt u de feitelijke beheersing van de bewegende en niet-bewegende schepselen. U bent de oorsprong van alle activiteiten en bent de bepalende geest en bron van inzicht voor alle levende wezens. U bent de grote Heer van de zintuigen van waarnemen en handelen, de controle over de materiële elementen, hun kwaliteiten en de geest daaromtrent [vergelijk B.G. 7: 7].



Hoofdstuk 4: Hiranyakas'ipu Terroriseert het Universum

  (8) Zich ophoudend in het lusthof van de goden met de rijkdom van alle weelde, verkeerde hij aldus in de hoogste wereld. Wonend in het paleis van de koning van de hemel zoals gebouwd door Vis'vakarmâ, de grote Asura architect, domineerde hij, in het bezit van de welvaart van het hele universum, de drie werelden vanuit dat verblijf van Lakshmî.


Hoofdstuk 5: Prahlâda Mahârâja, de Heilige Zoon van Hiranyakas'ipu

(30) S'rî Prahlâda zei: 'Personen die zweren bij een aards bestaan ontwikkelen, vanwege een gebrek aan zinsbeheersing, in hun telkens weer herkauwen van  bekende zaken, een leven dat tot de hel voert. Ze voelen nooit voor Krishna [zie B.G. 4: 4-5] op basis van wat anderen zeggen, door eigen inzicht of door een combinatie van die twee [zie ook B.G. 2: 44].



Kijk voor de © copyright rechten van de individuele schilderijen
onderaan het hoofdstuk waar het geplaatst is.





volgende pagina