![]() |
DE
ZINGENDE FILOSOOF
VOORWOORD God
is, volgens het nederlands woordenboek, het
alomtegenwoordig, machtig en aanbiddelijk wezen. Heer
K
r i s h n a,
degene die de Bhagavad Gîtâ, het Lied van
God, formuleerde, staat bekend als de Hoogste
Persoonlijkheid van God. V
a i s h n a v a ' s
zijn toegewijden van Heer V
i s h n u , God
de behouder, K
r i s h n a. De
essentie van de boodschap van de v
a i s h n a v a ' s
in Nederland, die ook wel de C
a i t a n y a -
v
a i s h n a v a ' s
worden genoemd en de b
h a k t i - y o g a
volgens de geestelijke erfopvolging hooghouden, is te
komen tot toewijding tot Heer K
r i s h n a.
Heer K
r i s h n a
daalde in 1486 neer, incarneerde zegt men ook wel eens,
in de gedaante van Heer C
a i t a n y a-M a h â p r a b h
u (spreek uit:
Tsjétanja). Eigenlijk incarneert Heer
K
r i s h n a
niet, omdat de Hoogste Persoon boven de natuur staat; de
meester van de Y
o g a,
y
o g i s h v a r a,
de Ongeborene of A
j a is.
K
r i s h n a
wordt als zuiver transcendentaal gezien en Hem als
materiëel of gewoon 'geincarneerd' beschouwen zien
de toegewijden van de Heer als een overtreding. Heer
C
a i t a n y a
is dus een a
v a t â r a,
of nederdaling van Heer K
r i s h n a. De
nederdaling van K
r i s h n a op
aarde hield een grote reformatie in, zowel vijfduizend
jaar geleden als in 1486. Vijf millenia geleden kwam
K
r i s h n a om
de aarde te verlossen van een grote last aan heersers die
door bezitsdrang en valse verbeelding voor de mensen een
ware plaag geworden waren. In de zestiende eeuw kwam
K
r i s h n a -
C
a i t a n y a,
zoals Hij ook wel wordt genoemd, om de wereld te
verlossen uit de greep van de droge boekengeleerdheid. De
priesters met hun machtsverbeelding werden door Hem
bevrijd van de illusie van beheersen en genieten en
kregen daarvoor in de plaats de vernieuwing van de
wetenschap van de toewijding tot God, ookwel de
b
h a k t i -
y
o g a genoemd.
Voor Nederland is het zeer belangrijk te beseffen dat de
reformatie, zoals ook door de christelijkheid ondergaan,
niet een reaktie is van een opstandige rebelse priester
of iets in die geest. Het is de wil van de Hoogste
Persoonlijkheid van God zelve die ons heeft
geïnspireerd. Het katholicisme moest het kruis van
de reformatie onder ogen zien en allerlei christenen
moesten zwaar boeten voor de onwetendheid niet zelf de
Reformator te zijn. In feite zijn alle christelijk
gereformeerden zonder het zelf te weten aanhangers van de
transcendentale persoon van de verbondenheid met God door
toewijding: Heer C
a i t a n y a.
Heer K
r i s h n a-C a i t a n y
a predikte het
Lied van God, de B
h a g a v a d_G î t
â en het
verhaal van de toewijding tot God, het Srîmad
Bhâgavatam
genaamd (letterlijk: het mooiste over Hem die fortuinlijk
is), een boek qua status te vergelijken met de
christelijke bijbel (hierna aangeduid met B.G. en
S.B.
waarvan
nu op het internet een
vertaling).
De leraar in
erfopvolging, de z.g.
â c â r y a,
van S
w a m i_S u h o t r a_M a h â r â
j, aan wie dit
boek is opgedragen, S
w a m i_B h a k t i v e d a n t a P r a b h u p â d
a, heeft een
zeer uitgebreide vertaling met een commentaar het licht
laten zien. Zijn G
î t â
dient als basis voor dit schrijven dat moet worden gezien
als ' v
i - b h a g a v i t',
ofwel een aanpassing aan tijd en omstandigheden. Hoewel
van de traditionele 'melodie', de v
e d i s c h e
conclusie of v
e d a n t a van
de prediking niet wordt afgeweken is dit schrijven vol
van allerlei soorten van begeleidende tekst en aanpassing
van de 'toonsoort'. Wie aanstoot neemt aan de compositie
van de tekst vraagt de schrijver dezes om
vergeving. [Voor
de Internet editie is er een lopende vertaling van de
Gîtâ aan de teksten toegevoegd die de
vertaling van Prabhupâda parafraseert en
integreert. Voor de volledige versie van deze vertaling
ga naar: De
Bhagavad Gîtâ van
Orde.] B
h a k t i is
iets exotisch voor Nederlanders, en draagt een sektarisch
tintje vanwege de onbekendheid, hoge inzet en
vasthoudendheid waarmee het heeft moeten vechten voor een
plaatsje in onze samenleving. In Nederland werden tempels
gebouwd en weer afgebroken. We zijn nu een generatie
verder en vele toegewijden staan voor de opdracht op een
ontwikkelde manier het geloof te belijden. Swami
Prabhupâda maakte duidelijk dat fanatisme voortkomt
uit een gebrek aan filosofie, terwijl een teveel aan
filosofie een vorm van liefdeloosheid of gebrek aan
b
h a k t i
betekent. Evenwicht en matiging zowel wat betreft de
filosofie als wat betreft de b
h a k t i zelf
is dus in feite de boodschap. Dit is de taal die we in
Nederland lijken te moeten spreken als we het over een
'nieuwe aanpassing van de wetenschap van God' willen
hebben. Dat is conform de religieuze tolerantie waar
Nederland haar ziel in gevonden heeft. De eerste
vraag die zich voordoet is die van het waarom. Waarom
hebben we K
r i s h n a-C a i t a n y
a nodig, wat
geeft Hij ons dat het christendom ons niet gegeven heeft?
Het antwoord is simpel en eenduidig: K
r i s h n a.
K
r i s h n a is
gelukzaligheid, eeuwigheid en bewustzijn, ookwel
s
a t - c i t - â n a n d
a genaamd.
Betekent dit een nieuwe afhankelijkheid? Bladerend in de
C
a i t a n y a - c a r i t â m r i t
a, het 'nieuwe
testament' dat de aktiviteiten en de leer van Heer
C
a i t a n y a
beschrijft, op zoek naar een geschikt citaat om dit boek
mee te kunnen beginnen, sprong een uitspraak naar voren
van Heer C
a i t a n y a
die nauw aansluit bij wat Hij in dit Lied van God gezegd
heeft (3.18) over zelfstandigheid van toegewijden:
Hoewel dit
niet het belangrijkste vers is van Heer C
a i t a n y a
zijn prediking, is dit toch wel op zijn plaats wat
betreft Nederland. Het is het rechtstreekse advies van de
Heer dat we ons niet te druk moeten maken afhankelijk te
zijn, dat we zuiver, kundig en onmaterialistisch,
onbezorgd en pijnloos moeten leven terwijl we het gewoon
rustig aan moeten doen met de ondernemingslust. Bij
verdere bestudering van dit boek is het goed om het vers
in gedachten te houden dat wèl als
één van de meest belangrijke door Heer
C
a i t a n y a
wordt geacht: het z.g.
Atmârâma-vers uit
het S'
r î m a d_B h â g a v a t a
m. Het luidt
als volgt: H
a r i, de
Persoonlijkheid van God, wordt K
r i s h n a
genoemd omdat hij zulke transcendentale aantrekkelijke
eigenschappen heeft' (S.B. 1.7.10).
Gelatenheid en zelfgenoegzaamheid wat betreft onze
christelijkheid vormen dus geen wezenlijke hindernis op
de weg naar de verdieping van het geloof en het
verwezenlijken van een zinvolle bevrijding:
bovenzinnelijke liefde voor K
r i s h n a.
Voordat we
Heer K
r i s h n a de
oorspronkelijke boodschap van de verbondenheid met God
door toewijding, de b
h a k t i - y o g a,
laten spreken, is het goed eerst een aantal onderwerpen
te bespreken die van groot belang zijn bij het begaan van
het pad. Ten
eerste
: b
h a k t i - y o g a
is de hoogste vorm van y
o g a. D.w.z.
in deze y
o g a vindt de
y
o g i zijn
vervolmaking. De y
o g a heeft een
beetje een vieze bijsmaak gekregen door het feit dat
allerlei onheuse lieden er hun krachten aan ontleend
hebben en de geschiedenis van de mensheid verduisterd
hebben door hun machtsillusies bot te vieren. Het noemen
van namen laten we maar even buiten beschouwing.
Resultaat van dit feit is echter wel dat de
y
o g a op zich,
zoals wij die in Nederland hebben leren kennen in de
twintigste eeuw, in de vorm van h
a t h a - y o g a
(lichaamsoefeningen) en j
n â n a - y o g a
(filosofie), geen rechtstreekse liefde van God voor de
naaste inhoudt. Het is wel liefde voor God, maar niet
echt wat we de naastenliefde in christelijke zin als de
bereidheid zich voor anderen op te offeren, noemen.
B
h a k t i - y o g a
is de wetenschap van de naastenliefde. De oorspronkelijke
boodschap van K
r i s h n a
luidt dat we in de geestelijke staat God herkennen in
ieder levend wezen en derhalve geweldloos door het leven
gaan in toegewijde dienst. Het is goed een houding van
dienstbaarheid naar alle levende wezens te ontwikkelen.
In die zin dus naastenliefde in de breedste zin.
Uiteraard houdt dit in dat de serieuze beoefenaar van de
verbondenheid met God, de y
o g a, geen
vlees, vis en eieren nuttigt. Ook betekent dit dat we
niet een koe aan een hond of kat gaan voederen.
Gehechtheid is zoals altijd het grote struikelblok om
K
r i s h n a te
leren kennen. We kunnen Zijn geluk niet vinden, Zijn
bewustzijn en Zijn eeuwigheid (continuering,behoud), als
we niet willen loslaten. Y
o g a is en
blijft gewoon loslaten en doorzetten; v
a i r â g y a
en a
b h y
â
s a. Ten
tweede:
we moeten niet in
ons eentje aan de slag gaan. Zelfstandigheid is
belangrijk; geen symbiose, onderwerping en dweperij. Dat
voorop. Willen we echter voorkomen dat we de kontrole
verliezen met de door het leven opgewekte aandrift, dan
moeten we steeds zorgen dat we ons in verbinding stellen
met mensen met meer ervaring, g
u r u ' s en
s
â d h u ' s,
ofwel geestelijk leraren en toegewijden, die natuurlijk
in een traditie en een sociaal verband moeten staan,
ofwel de geestelijke erfopvolging. Zoeken we verlichting
zonder die verplichting, dan dreigt er geestesziekte. Het
probleem van het jodendom b.v. kon niet door fascisme
worden opgelost, maar alleen door trouw aan de door Jaweh
gedane belofte van het Beloofde Land. Schizoïde
-ismen, waartoe ook het realisme (van geen wonderen
willen weten) en het fundamentalisme (een filosofisch
gebrek) behoren, kunnen niet alleen collectief ontaarden
in massapsychotische oorlogsvoering, maar ook individueel
ontaarden in psychiatrische behoeftigheid. Daarom moeten
we ook heel voorzichtig zijn met die politici en
therapeuten die in feite jaloers zijn op K
r i s h n a en
daarmee zichzelf, hun eigenbelang, niet in Hem kunnen
herkennen. Eigenlijk is dit boek speciaal voor hen
geschreven. Genezen we als dienst- en hulpverleners niet
van de machtsziekte, dan kunnen we nooit de wereldvrede
bewerkstelligen. Therapeuten moeten K
r i s h n a,
als ze geluk en niet ongeluk willen brengen leren zien
als hun Supervisor, Superego en Superziel. Mensen die er
op hun eigen houtje wat van maken worden in de
b
h a k t i
bestreden als zijnde niet-bona-fide en soms als
illusiegangers ( m
â y â v â d i '
s). De houding
tegenover de meeste zelfstandig opererende guru's (e.d.)
is dan ook categoraal afwijzend. Ookal zijn ze nog zo
goddelijk en positief over K
r i s h n a.
Ook hier noemen we maar geen namen. Het nut en de functie
van dergelijke leraren moge duidelijk zijn. Langs een
snelweg staan verkeersborden, maar het is beslist niet de
bedoeling daarbij halt te houden en te denken dat met die
actie het doel bereikt is. Met
K
r i s h n a
leren omgaan betekent met sex leren omgaan.Dat is
het
vierde
belangrijke punt.
Versobering (
t
a p a s y a)
hoort bij de y o g a, maar het categoraal afwijzen van
iedere zinnestreling is uit den boze. K
r i s h n a-bewustzijn
beoogt regulatie, niet een verbod. De y
o g a kent ook
geen tien geboden, wel regulerende beginselen. Voelt u
zich sexueel aangetrokken en wilt u zich laten gaan, dan
vraagt K
r i s h n a
eenvoudig goede afspraken te maken met niet alleen
elkaar, maar ook met ouders, religieuzen en andere
betrokkenen. De les is eenvoudig: zonder goede afspraken
raken we in de war, in de waan en in de
waanzin. K
r i s h n a
betekent
ten
vijfde
het einde van alle
machtsillusies: Hij stelt zich eerder wat afzijdig of
neutraal op (trekt zich terug in 'Dvârakâ',
Zijn stad in zee) en stelt zich tussen de strijdende
partijen op (zoals met A r j u n a)en vindt het niet zo
erg als mensen via enorme omwegen tot Hem komen.
Uiteindelijk zoekt toch iedereen het geluk, terwijl
K
r i s h n a het
geluk Zelve is. Dus, waar men ook mee bezig is, het gaat
er slechts om dat we ons in Zijn richting bewegen. Onze
gehechtheden, 'zonden', inclusief de slechte gewoonten,
slijten uit puur enthousiasme voor de toegewijde dienst
aan K
r i s h n a
vanzelf weg. Het is aangewezen het hoofd koel te houden
en ontspannen te zijn ('onaangedaan' en 'zonder
begeerte'), anders zijn de soms heftige gevoelens van de
(b
h a k t i) y o g a
niet te verdragen. Er is dus geen sprake van het
vervolgen van zondaars of het zitten therapeuteren in
elkaars ziel. Mensen zijn per definitie in het
K
r i s h n a
-bewustzijn verschillend. K
r i s h n a
Zelf is de eenheid in die verschillen naar de leer van
Heer C
a i t a n y a
en de G
î t â. Een
zesde
belangrijke invalshoek is
die van de superioriteit van het onpersoonlijke. De lege
ruimte is zonder meer superieur, niets is vrijer dan dat.
Maar in de b
h a k t i staat
verlichting niet voorop, het is een bijprodukt, danwel
een middel. De binding van personen met één
persoon staat voorop. K
r i s h n a-bewustzijn
neigt tot personalisme, in een fanatieke bui is alle
onpersoonlijke kennis gezwets. Maar na de vermoeienissen
kan dat onpersoonlijke best even interessant zijn of
zelfs van levensbelang. In feite is de perfekte
toegewijde iemand die het persoonlijke en onpersoonlijke
in evenwicht houdt. Punt
zeven:
K
r i s h n a is
onbaatzuchtig. Toegewijden kunnen heel enthousiast zijn
met het binnenhalen van donaties; daar moeten echter geen
misverstanden over bestaan. Baatzucht is tegengesteld aan
het idee van toegewijde dienst. Iedere toegewijde komt
simpel aan de kost door zich op een gezonde wijze,
overeenkomstig de eigen aard, sociaal aan te passen, of
het nu is binnen een klooster, een normale werkkring of
de sociale dienst. Een mens doorloopt ontwikkelingsstadia
en daar hoort een wisselen van de bron van inkomsten bij.
Dat alles is heel normaal. Mensen die zich niet goed
weten aan te passen lopen dan ook het grootste gevaar
buiten de (economische) boot te vallen. Het spreekt
vanzelf dat geld zoveel mogelijk in toegewijde zaken
gestoken wordt en er niet mee gegokt wordt. Voor de
verschillende afdelingen van het geestelijk leven (de
z.g. â
s r a m a ' s)
geldt
ten achtste:
er is niet een
voorkeur voor het celibaat of voor de gehuwde staat, de
onthechte staat of het teruggetrokken leven. Er is een
voorkeur voor de regulerende beginselen. Als men zich aan
een zekere standaard houdt, dan zijn de mogelijkheden en
de tolerantie veel groter: zowel gehuwden als
celibatairen prediken en spelen de rol van leraar,
priester of zanger. Zoals bij het voorgaande onderwerp;
men doorloopt deze afdelingen in een mensenleven,
evenzogoed als er tussen de verschillende
maatschappelijke klassen openheid bestaat in de
v
e d i s c h e
cultuur. De starre kasten van het ons bekende India zijn
niet van toepassing op lieden die zich met
b
h a k t i
bezighouden. Als iedereen zich aan de spelregels houdt
zijn allen gelijk berechtigd. Het is ook niet
verwonderlijk dat vóór Heer
C
a i t a n y a
men reeds bezig was in India met de prediking van deze
bevrijding door regulerende principes. Het kastenstelsel
is een bijprodukt van een heel oude cultuur. Lang
volgehouden familietradities leveren zo'n samenleving op.
Het leven
bestaat uit bidden en werken. B
h a k t i of
toewijding betekent plezier krijgen in het gebed. Het
gebed wordt je werk en je werk wordt een gebed. De
muzikant leert een carrière op te bouwen in
toegewijde dienst en een schrijver zijn 'apollinische
gebeden' op te zenden naar het z.g.'superego':
K
r i s h n a. De
behoefte aan catharsis wordt een gezamenlijke vreugdedans
al zingend: H
a r e_K r i s h n a_H a r e_K r i s h n a _,_K r i s h n
a_K r i s h n a _, H a r e_H a r e , _ H a r e _R â
m a_H a r e_R â m a,_R â m a_R â m a_H
a r e_H a r e .
Zolang het 'ik' K
r i s h n a,
K
r i s h n a
zegt is duidelijk dat er verbondenheid is.
Dit
negende punt
dat vreugde het
nare van het idee van bidden en werken wegneemt is er de
reden van dat dit boek bestaat uit zowel filosofie als
uit arrangementen van K
r i s h n a
-melodieën. Dan begrijpt menigeen al deze woorden
veel beter: een filosofieboek om samen muziek te maken.
Tot slot
dit: dit schrijven heeft geenszins op het oog de overige
literatuur op dit gebied te vervangen, en zeker niet de
B
h a g a v a d_G î t
â van
S
w a m i P r a b h u p â d
a. Dit blijft
natuurlijk het standaardwerk voor iedereen die gevorderd
wil raken in toegewijde dienst aan K
r i s h n a.
gearrangeerd voor Harmonium & zang
'Een
toegewijde die niet afhankelijk is van anderen, maar
zich uitsluitend op Mij verlaat, die zowel innerlijk
als uiterlijk rein is, die expert is, onverschillig
naar materiële dingen toe, zonder zorgen, vrij
van alle pijnen en afwijzend staat tegenover alle
vrome en onvrome ondernemingen is mij zeer
dierbaar' (M.l. 23.109).
'
De wonderbaarlijke kwaliteitenvan de Heer zijn van
een dergelijke aard dat ondanks het feit dat men
behagen schept in de ziel, zowel de gewone man als de
wijzen vrij van alle materiële bindingen, zuivere
toegewijde dienst verrichten ter wille van de Grote
Avonturier.'
Een
derde punt
van levensbelang is
de eenheid van Christus en K
r i s h n a.
Christus is een incarnatie van God die zich als een
individuele ziel onderscheidt van God de Vader. De Vader
is één met Christus, maar Christus is niet
gelijk aan de Vader. Christus is de Zoon.
K
r i s h n a is
de Vader, zoals Hij in de B
h a g a v a d_G î t
â, het
Lied van God, uitlegt (9:17
pita aham asya
jagatah; Ik ben de Vader van dit universum...). Dat
vaderschap moeten we heel letterlijk nemen.
K
r i s h n a
trad niet alleen op als de geestelijke vader van A r j u
n a , in dit boek, Hij had ook talloze vrouwen en nog
meer nageslacht en staat bekend als een huishouder
(g
r i h a s t h a)
die van de kost leefde door demonen een kopje kleiner te
maken, of ze nu achter Hem aanzaten, of Hij achter hun
aan. K
r i s h n a is
de grote held, de heiligheid, van de rechtgeaarde,
religieuze sexuele liefde en de eer en glorie van de
v
e d i s c h e
cultuur ( v
e d i s c h: op
geestelijke kennis gebaseerd).
![]() Het is in India de traditie niet een begeleiding te spelen op het harmonium, maar rechtstreeks de melodie. Voor westerse begrippen komt de muziek zo weinig uit de verf en blijft ze onaantrekkelijk. Dus aangepast aan onze cultuur kan een ieder zich vrij voelen een eigen akkoordenschema bij de melodie te ontwikkelen. De arrangementen die hier gegeven zijn, vormen slechts een voorbeeld. Voor het achterhalen van de melodie kan men het toetsenbord van het harmonium als volgt beschouwen: ![]() De melodieën in dit boek zijn goeddeels afkomstig uit een boekje samengesteld door Narâyâna devi dâsi. Het zijn de traditionele melodieën. Soms is er een andere melodie of speelt men een variatie op de melodie van een b h a j a n (religieus lied). Het is niet ongebruikelijk het geschrevene vrij te interpreteren naar persoonlijke smaak of één melodie voor een heel programma van m a n t r a ' s te gebruiken zoals b.v. met het vroege ochtendlied (Sri Sri Gurv-astaka). Soms gebruikt men ook de melodie van de ene b h a j a n voor een andere b h a j a n. De cijfers en letters geven aan wanneer er akkoorden kunnen worden gespeeld. Die staan opgelinkt op een aparte pagina waar ze in notenschrift zijn weergegeven. Er is gekozen voor het onderscheid in romeinse cijfers om aan te geven wanneer een zelfde akkoord in een andere positie moet worden gepeeld. |
HARE KRSNA MAHÂMANTRA
HARE KRSNA, HARE KRSNA (FI , C) KRSNA KRSNA, HARE HARE (GI, C) HARE RÂMA, HARE RÂMA, (Dm I , Am) RÂMA RÂMA, HARE HARE (GIII, CII )
HARE KRSNA, HARE KRSNA (CI, C) KRSNA KRSNA, HARE HARE ( FI, C) HARE RÂMA, HARE RÂMA, (Dm I, Am) RÂMA RÂMA, HARE HARE (GIII, CII)
DE MAHÂMANTRA
De liefde van K r i s h n a, de liefde van K r i s h n a (FI , C) K r i s h n a K r i s h n a, Z'n liefde z'n liefde (GI, C) De liefde van Râma, de liefde van Râma, (Dm I , Am) Râma, Râma, Z'n liefde z'n liefde.(GIII, CII )
K r i s h n a K r i s h n a, Z'n liefde z'n liefde ( FI, C) De liefde van Râma, de liefde van Râma, (Dm I, Am) Râma, Râma, Z'n liefde z'n liefde. (GIII, CII)
luister naar de melodie:
Men kan eventueel blad
muziek aan de the midifiles onttrekken. |
___________________* : In de gedaante van een yoga-toegewijde